Vijf mythen over islamofobie – Deel 6: Naar een onderzoeks- en discussieagenda

In achtergronden door Martijn de Koning op 28-04-2015 | 10:20

Tekst: Martijn de Koning

Het moge helder zijn dat een groot deel van de kritek in het publieke debat op het begrip islamofobie volstrekte onzin, vaak lachwekkend is of zelf islamofoob van aard is. En al zouden er duizenden moslims in Europa zijn die niet-moslims aanvallen, dan nog is het een aantasting van de burgerrechten van individuele moslims als die daden gebruikt worden om een onderscheid te maken tussen enerzijds alle moslims en andere burgers. Het gaat dan bij onderzoek naar islamofobie ook niet zozeer om het beschermen van religie, maar om het beschermen van de burgerrechten van iedereen dus ook moslims. Iedere andere suggestie is in feite onzinnig en aangezien het al zo vaak is weerlegd ook gewoon leugenachtig. Kritiek op islam is geen probleem zolang het niet neerkomt op het demoniseren van moslims en/of het maken van onderscheid tussen moslims en anderen.

Islamofobie en kritiek
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat alle kritiek op het begrip islamofobie onterecht is of uit de lucht komt vallen. Er is ook onder serieuze onderzoekers onduidelijkheid over de theoretische onderbouwing van het begrip, de relatie met fenomenen als racisme, secularisering en securitisering bijvoorbeeld. Maar de discussie heeft natuurlijk niet alleen daarmee te maken temeer er in de laatste 10 jaar juist veel vooruitgang is geboekt op dit terrein door studies als die van Ineke van der Valk in Nederland en Chris Allen in Engeland, een wetenschappelijk journal gewijd aan islamofobie en diverse vooraanstaande wetenschappelijke journals die speciale thema-issues hierover hebben uitgebracht. De discussie heeft ook te maken met de wijze waarop het opduikt in een toch al hevig debat over de positie van moslims en islam, racisme, sociale cohesie en nationale veiligheid.

Islamofobie wordt dus niet alleen verworpen als term vanwege conceptuele onduidelijkheden waardoor er onduidelijkheid is wat nu precies wel of niet tot islamofobie gerekend kan worden, maar ook omdat er een discussie loopt in hoeverre discriminatoire opvattingen en gedragingen jegens moslims een probleem vormen.

Islamofobie en activisme
Deze bedenkingen brengen het dubbele karakter van islamofobie naar boven. Enerzijds is islamofobie (net als anti-semitisme en anti-zwart racisme) een term die gebruikt om processen van in- en uitsluiting te analyseren en anderzijds is het een term (net als anti-semitisme en anti-zwart racisme) die gebruikt wordt om te moraliseren en te mobiliseren: islamofobie moet (net als anti-semitisme en anti-zwart racisme) aan de kaak gesteld worden (benoemen!) en bestreden worden. Het politieke gebruik van de term is dus aanwezig bij zowel voorstanders als tegenstanders van de term. Dat is een vraagstuk dat moeilijk op te lossen is. En deels ook onwenselijk is om op te lossen. Het is immers op z’n zachtst gezegd nogal vreemd om te spreken over islamofobie zonder moslims in het publiek te hebben als ervaringsdeskundigen. En net als bij anti-semitisme en anti-zwart racisme leert de geschiedenis ons ook dat het bestrijden van deze fenomenen door ze op de politieke agenda te krijgen, altijd alleen op het conto van de betrokken groepen zelf is te schrijven. Dat zaken als islamofobie, anti-semitsme en anti-zwart racisme op de politieke agenda staan (hoe marginaal ook) is vrijwel nooit te danken aan witte onderzoekers en commentatoren, maar altijd door activisten uit die groepen zelf. Het op de agenda proberen te krijgen van islamofobie is dan ook vooral geen teken van slachtofferschap, maar een teken van mondigheid en emancipatie van een minderheid. Het buitensluiten van het activisme door onderzoekers zou die emancipatie alleen ondermijnen en dat kan ook niet de bedoeling zijn. Het ontkennen van islamofobie is daarentegen niets minder dan het ontkennen van de burgerrechten van moslims en een poging om activisten de mond te snoeren.

Naar een onderzoeks- en discussieagenda
De vermenging van het analytische met het activistische maakt de discussie ingewikkeld, maar ook los daarvan zijn er nog wel kwesties die bekeken moeten worden. Die gaan vooral over een verdere verfijning van het begrip. We dienen namelijk maar beter te stoppen dan in discussie te gaan met mensen die vinden dat islamofobie begrijpelijk is, terecht is of onbestaand. Dat is verspilde tijd aangezien wetenschappelijk onderzoekers en activisten al lang veel verder zijn. Dat wil niet zeggen dat we niet kritisch moeten kijken naar het gebruik van de term en hoe deze in debatten gebruikt wordt. Een verdere verfijning van het begrip is daarvoor noodzakelijk. En hier volgen enkele suggesties daarvoor, in navolging van mijn Noorse collega Sindre Bangstad:

  • Het is belangrijk om te zien dat er variaties in islamofobie zijn. De islamofobe teksten en handelingen van sommige commerciële websites zijn anders dan die van politieke sites en ook weer anders dan we in beleid en politiek kunnen terugvinden of in de uitvoering van beleid. Een onderscheid in commerciële, politiek-populistische, extremistische, politiek-bestuurlijke en institutionele islamofobie zou daarom welkom zijn.
  • Islamofobie is geen exclusief Westers gegeven. We vinden het ook terug in bijvoorbeeld India, Birma, de Centraal-afrikaanse Republiek en Brazilië. Meer discussie en onderzoek naar islamofobie in vergelijkende zin (ook binnen Europa) zou meer inzicht geven hoe de verschillende variaties van islamofobie in verschillende contexten werken.
  • Islamofobie staat zelden op zichzelf en gaat vaak gepaard met andere vormen van in- en uitsluiting zoals seksisme, anti-zwart racisme en vormen van xenofobie. De verhouding hiertussen zou beter onderzocht dienen te worden. Enerzijds is islamofobie een vorm van racisme, maar anderzijds wijkt het wel degelijk af van anti-zwart racisme of anti-semitisme.
  • De relatie tussen islamofobie, securitisering (een proces waarbij politieke en beleidsdebatten steeds meer gaan over het risico op onveiligheid, ook in het bijzonder in relatie tot islam) en secularisering (waarbij angst / afkeer voor religie in het algemeen een rol speelt) dient nader bekeken te worden. Het gaat hierbij om ontwikkelingen waarbij de positie van religie een rol speelt in termen van dreiging en sociale cohesie, maar die ook weer niet helemaal tot elkaar te herleiden zijn. Daarbij hoort dan ook de vraag in hoeverre islamofobie (maar bijvoorbeeld ook anti-zwart racisme) een integraal onderdeel is van een liberale samenleving, de natie-staat en de nadruk op consensus, sociale cohesie en veiligheid.

Dit is het laatste deel van vijf mythen over islamofobie.

Eerder verscheen:

Mythe 1: Islamofobie is een uitvinding van Khomeiny
Mythe 2: Islamofobie is angst voor islam
Mythe 3: Islamofobie is geen racisme, want moslims zijn geen ras
Mythe 4: Islam is niet dodelijk
Mythe 5: Islamofobie estaat niet


Martijn de Koning is antropoloog. Dit artikel is eerder gepubliceerd op Closer, het weblog van Martijn de Koning. In overleg met Martijn de Koning is de serie ook op Republiek Allochtonië geplaatst. 

Over moslimhaat op Republiek Allochtonië
Republiek Allochtonië besteedt aandacht aan alle vormen van discriminatie, met speciale aandacht voor antisemitisme en moslimhaat. Wij geven meestal de voorkeur aan de term moslimhaat boven de term islamofobie. Onder moslimhaat verstaan wij het uitsluiten, discrimineren of bedreigen van moslims of het geweld tegen moslims of hun gebouwen. Overigens kunnen niet alleen moslims slachtoffer van 'moslimhaat' zijn, maar ook mensen die er voor anderen kennelijk als moslim uitzien. Religiekritiek rekenen wij nadrukkelijk niet tot moslimhaat of islamofobie. 

Meer over moslimhaat op dit blog hier.

Lees bijvoorbeeld het artikelen van Martijn de Koning , Brian Whitaker en  Ineke van der Valk over de term islamofobie. Meer over islamofobie hier

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.  

 

Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!  

 


Meer over islamofobie, islamofobiemythen, martijn de koning, moslimhaat, onderzoek.

Delen:

Reacties


John Dubbelboer - 02/05/2015 00:13

Een pijnlijk slot. Weg is opeens het imponerende jargon en we lezen alleen nog dat degenen die van mening verschillen met de auteur volstrekte onzin verkopen en zelfs lachwekkend zijn. De islamofobie onderzoekers die werkzaam zijn in talloze instituten wereldwijd aan een dynamisch vakgebied, lopen ver vooruit en discussiëren met de achterblijvers heeft geen zin. Er is wel alvast een onderzoeksagenda want de schoorsteen moet blijven roken.