Voorkomen is beter dan genezen; verslag van project van moskeeën tegen radicalisering

In achtergronden door Ewoud Butter op 08-02-2012 | 09:02

Tekst: Ewoud Butter

De moord op Theo van Gogh op 2 november 2004 en de daaropvolgende polarisatie en maatschappelijke spanningen baarden politiek en maatschappelijk middenveld zorgen. Dat leidde ertoe dat overheid, wetenschap en maatschappelijke organisaties beleid en activiteiten gingen ontplooien om radicalisering en polarisatie tegen te gaan. Dat gold ook voor migrantenorganisaties. Direct na de moord op Van Gogh namen zij initiatieven tot debatten en kleinschalige activiteiten rondom het thema radicalisering. Vanuit ACB Kenniscentrum was ik me in 2005 gaan verdiepen in het thema radicalisering en bood ik hierbij, samen met collega’s, geregeld ondersteuning.

Op 19 oktober 2006 presenteerde het Amsterdamse Instituut voor Migratie en Etnische Studies (IMES) het onderzoeksrapport Processen van radicalisering. Waarom sommige Amsterdamse moslims radicaal worden. In het rapport stelden de onderzoekers Jean Tillie en Marieke Slootman dat 2% van de Amsterdamse moslims gevoelig is voor radicalisering. Het IMES had het onderzoek uitgevoerd in opdracht van de gemeente Amsterdam.
De IMES-onderzoekers deden een aantal aanbevelingen om radicalisering te voorkomen. Zo zou het maatschappelijke en politieke vertrouwen onder moslims vergroot kunnen worden door bijvoorbeeld discriminatie en een negatieve bejegening van de islam tegen te gaan en door het maatschappelijk middenveld te versterken. Om het sociaal isolement van veel moslims te doorbreken zagen de onderzoekers een belangrijke rol weggelegd voor moskeebesturen en allochtone organisaties.

Deze en andere aanbevelingen vormden niet alleen de basis voor het Amsterdamse antiradicaliseringsbeleid, maar waren ook een stimulans voor meer initiatieven van migrantenorganisaties, waaronder moskeeorganisaties. Tot deze laatste categorie behoorden ook de Raad van Marokkaanse Moskeeorganisaties Noord-Holland (RVM) en de Unie van Marokkaanse Moslimorganisaties Nederland (UMMON).
In februari 2007 vroegen beide organisaties mij om hen te ondersteunen bij de ontwikkeling en uitvoering van een project om radicalisering te voorkomen. In overleg met beide organisaties schreef ik met steun van collega’s Voorkomen is beter dan genezen, een projectvoorstel voor 10 Amsterdamse moskeeën dat in april 2007 door de RVM werd ingediend bij de gemeente Amsterdam met het verzoek financieel bij te dragen aan de uitvoering van het tweejarige project.

Het duurde uiteindelijk tot de zomer van 2009, tot de gemeente Amsterdam over de subsidieaanvraag een positief besluit had genomen: de gemeente besloot het project voorlopig voor één jaar te financieren. Een belangrijke reden voor de trage besluitvorming was dat het toenmalige Amsterdamse gemeentebestuur eerst een standpunt wilde bepalen over de scheiding van kerk en staat. Dit onderwerp was in de Amsterdamse raad gevoelig geworden nadat er veel commotie was ontstaan over de financiering van het project Marhaba en het geven van een verkapte lening aan de Milli Görüs voor de bouw van de Westermoskee.

In afwachting van de beslissing van het Amsterdamse bestuur, hadden de Marokkaanse moskeeën niet stil gezeten. Zo waren er enkele kleinschalige activiteiten georganiseerd, maar ook groeide bij de niet-Amsterdamse leden van de RVM de interesse om deel te nemen aan het project Voorkomen is beter dan Genezen. Dit leidde ertoe dat ACB Kenniscentrum, mede namens de RVM en acht bij deze koepel aangesloten moskeeën, een tweejarige Noord- Hollandse variant van Voorkomen is Beter dan genezen in mei 2009 indiende bij de provincie Noord-Holland. In september 2009 besloot de provincie 70% van het gevraagde budget te financieren. In 2010 besloot het ministerie van Binnenlandse Zaken de resterende 30% voor zijn rekening te nemen.

In november 2009 kon gestart worden met het project Voorkomen is Beter dan genezen, dat bestond uit een Amsterdams deel (10 moskeeën) onder verantwoordelijkheid van de RVM en een Noord-Hollands deel (8 moskeeën) onder verantwoordelijkheid van ACB Kenniscentrum.
Het gelijktijdig starten van beide projecten zorgde ervoor dat de projecten efficiënt uitgevoerd konden worden. De uitvoering van beide projecten kwam grotendeels bij de RVM te liggen die voor het project een externe projectcoördinator, Roemer van Oordt van projectbureau Zasja en een projectmedewerker – Mohammed Larbi Al Abdellaoui - inhuurde. Namens ACB Kenniscentrum deed ik mee aan enkele activiteiten, verzorgde ik diverse trainingen, was ik klankbord voor de projectcoördinator en deed ik verslag van het Noord-Hollandse project.
Na een voortvarend eerste jaar, waarin beide projecten gelijk op gingen, kwam aan het Amsterdamse project eind 2010 een voorlopig einde, omdat het nieuwe Amsterdamse gemeentebestuur twijfelde over de financiering van het tweede projectjaar. In afwachting van de Amsterdamse beslissing werd ook het Noord-Hollandse project enkele maanden op een lager pitje gezet. Toen er in het voorjaar nog geen beslissing was genomen door het Amsterdamse gemeentebestuur, werd besloten het Noord-Hollandse project, los van het Amsterdamse, verder af te ronden. In het najaar van 2011 besloot het Amsterdamse gemeentebestuur alsnog over te gaan tot financiering van projectbureau Zasja voor de uitvoering van het tweede Amsterdamse projectjaar, zij het in sterk afgeslankte vorm.

Omdat het om een politiek gevoelig onderwerp ging en we bij de uitvoering sterk afhankelijk waren van vrijwilligers, had ik er vooraf niet veel vertrouwen in.
Uiteindelijk werd het project toch een groter succes dan ik had durven dromen. Dit kwam door de inzet van enkele moskeebestuurders, maar vooral dankzij het doorzettingsvermogen, de betrokkenheid en het optimisme van projectleider Roemer van Oordt.
In bijgaand verslag wordt (methodisch) verslag gedaan van het Noord-Hollandse project. Het project is daarnaast geëvalueerd door een extern bureau, KplusV. Deze evaluatie was bij het schrijven van dit verslag nog niet beschikbaar.

Het verslag kunt u hier downloaden.


Ewoud Butter is hoofdredacteur van Republiek Allochtonië. Daarnaast is hij zelfstandig onderzoeker, publicist en adviseur. Zijn artikelen op dit blog vindt u hier. Dit stuk verscheen eerder op zijn site. U kunt Ewoud volgen op twitter of via zijn site of blog.

Links

Meer over radicalisering op dit blog hier

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebookRepubliek Allochtonië (voorheen Allochtonenweblog) bestaat 7 jaar. Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door ons te steunen

 


Meer over acb kenniscentrum, ewoud butter, extremisme, islam, islamitische radicalisering, moskeeen, onderzoek, raad van moskeeen noord-holland, radicalisering, ummon.

Delen: