Marcouch: Laat participatiecontract ook gaan over de kwaliteit van de uitvoering

In opinie door Ahmed Marcouch op 07-03-2013 | 08:41

Tekst: Ahmed Marcouch

Laten we een participatiecontract opbouwen rond de kwaliteit van de uitvoering. Nieuwe inwoners beloven zich te bekwamen in de acceptatie van iedereen die ‘anders’ is. Maar de moraliteit om goed werk af te leveren, geldt ook voor de instituties. Die moeten leveren wat zij beloven. Alleen dan gaat integratie werken. Dat schrijft Ahmed Marcouch.

Mijn vader voerde in de jaren zeventig de duiven op De Dam. Zwierig gekleed in een elegant pak. Zo staat hij op de foto die jullie vast wel eens gezien hebben, want hij staat op mijn bureau. De duiven voeren op De Dam, kan het geïntegreerder? In 1980 kwam het keerpunt. 1980 was het jaar waarin mijn vader werkloos werd. Hij ging naar het arbeidsbureau voor arbeid en kwam terug met een uitkering. Toen hij erachter kwam dat het arbeidsbureau niet leverde wat het beloofde, was het te laat. Mijn vader die mij heeft opgevoed met de centrale boodschap dat werken edel is, dat het brood het lekkerst smaakt als het zelf is verdiend, deze vader van mij was gewend geraakt aan die uitkering, passief geworden, in zichzelf gekeerd, behoudend, verloor de Nederlandse taal, isoleerde zich en ging een djellaba dragen. Dit is het beeld wat ik voor ogen heb als ik zeg dat welzijn hospitaliseert en dit is waarom jullie mij herhaaldelijk hebben horen zeggen: ‘Ik sta midden in de samenleving, juist doordat ik nooit en te nimmer met welzijn van doen heb gehad.’ Het is Joop den Uyl die mij gevormd heeft, niet de welzijnssector. Het is de PvdA die mij bewust heeft gemaakt, niet de welzijnssector. Het is het verheffingsideaal dat mij ontwikkeld heeft, niet de welzijnssector.

Daarom wil ik deze reactie op de integratiebrief van Lodewijk Asscher met jullie delen De meeste aandacht kreeg het participatiecontract, als antwoord op de haperende culturele integratie, waarbij het niet opschiet met de acceptatie van homo’s, joden, vrouwen en afvalligen. Lodewijk heeft het niet over armoede als oorzaak, maar over cultuur. Wie in Nederland woont moet behalve met zijn verstand ook met zijn hart een relatie aangaan met Nederland. Wie in Nederland woont moet meer doen dan zich alleen maar aan de wet houden en zijn verplichtingen nakomen. Wie in Nederland woont, ontwikkelt een relatie met Nederland, het land van Spinoza, het land van de individuele vrijheid. Die hoeft zelf geen homo te zijn om te staan naast de homo die er zijn mag, naast de synagoge die zich niet hoeft te verstoppen, naast de moslima die haar hoofddoek mag dragen.

Een contract dat wordt voorgesteld door een minister aan het begin van zijn vierjarige periode, is een moreel contract met burgers en instituties. Anders dan een juridische afspraak, gaat het om de mentaliteit. Bij een juridisch lijstje zegt een ondernemer: buitensporige bonussen staan niet op de lijst en naar het buitenland vluchten voor de belasting ook niet, dus dat is geoorloofd. Een moreel contract zegt: burgemeester, ga naar de homo en vertel hem: "ik zal ervoor zorgen dat jij er mag zijn', Een moreel contract zegt: 'burgemeester, ga naar die synagoge en vertel ze: 'ik zal er voor zorgen dat dit geen schuilsynagoge hoeft te zijn.' Een moreel contract zegt ook: Nederlanders, ik verwacht dat jullie er zelf ook voor elkaar zijn, dat jullie méér zijn dan calculerende burgers. Zijn het de religieuzen die de homo's, vrouwen, joden en afvalligen onderdrukken, ga dan de confrontatie aan met deze religieuzen. Daag ze uit: kan een homo moslim zijn? Bespreek het, discussieer het uit.
 
De moraliteit om goed werk af te leveren, geldt ook voor de instituties. Die moeten leveren wat zij beloven. Alleen dan gaat integratie werken. Dus het onderwijs levert onderwijs, geen fusiemanagers. Het UWV levert werk, geen nepcursussen. De zorgsector levert zorg, geen staafdiagrammen en urenberekeningen. Het jongerenwerk levert vorming en geen inloophanguren. De politie levert veiligheid, geen afgepoeierde aangiften. De GGZ levert diagnoses en behandelingen, geen smoesjes over geheimzinnige abracadabra geesten bij ‘mensen met een getinte huid en een Marokkaans accent’. En de Partij van de Arbeid levert verheffing, geen steunkousen; geen smoesjes ‘kan niet’, ‘gaan wij niet over’, of ‘het ligt zo complex.’

In theorie worden de prestaties geleverd. Het arbeidsbureau van mijn vader heette niet voor niets: arbeidsbureau. Totdat je zelf gaat kijken. Op de voorschool bijvoorbeeld. Dan blijkt dat de voorschool helemaal geen voorschool is, maar een welzijnsinstituut. De onderzoekers hebben jarenlang tegengestelde onderzoeksresultaten gevonden: soms hielp de voorschool en was de woordenschat van de kinderen gegroeid, soms in het geheel niet. De verklaring is eenvoudig, het hangt af van de kwaliteit van de voorschooljuf. Zij is vaak geen echte schooljuf, maar een welzijnsmedewerkster op mbo-niveau die in veel gevallen zelf de Nederlandse taal niet optimaal beheerst, didactisch niet is onderlegd en pedagogisch niet geschoold is. De opgroeiende kinderen, hun ouders en hun latere docenten snappen er niets van: deze kinderen hebben zoveel lessen gehad, vaak al vanaf hun tweede levensjaar, de samenleving heeft er zo veel geld in gestoken en toch heeft het niets opgeleverd. Tot je dus gaat kijken op de werkplaats en je verdiept in de kwaliteit van de uitvoering.

De kwaliteit van de uitvoering. Het woord is gevallen. Ik geloofde het in het begin ook niet, toen jongens van zestien jaar die ik tijdens grote bijeenkomsten in bijvoorbeeld De Rode Hoed opriep om over discriminatie heen te stappen, gewoon hun best te doen en vooral ook naar school te gaan en het diploma te halen, opstonden in de zaal en tegen mij zeiden:‘Maar Marcouch, onze leraren spijbelen ook. Soms gaan hebben wij slechts tien uur per week les.’ Tot ik zelf twee zonen op het MBO kreeg. Het bleek helaas maar al te waar: zieke docenten die niet vervangen werden, gezonde docenten die vervangen werden voor onderwijsassistenten, gedeelde docenten op loopafstand, stageperioden die als onderwijscontacturen werden meegeteld, nepuren zelfstudie als ‘daar is de bibliotheek, ga daar maar leren informatie te vergaren.’ Toen ik naar de jongerencentra ging, bleken die inloopuren voor criminele jeugdbenden te faciliteren, waardoor ouders hun normale kinderen er ver vandaan hielden. Multiprobleemgezinnen bleken zo veel hulpverleners over de vloer te krijgen, dat de ouders de hulpverleners gingen coördineren in plaats van zelf hun kinderen op te voeden. Ik merkte dat de politie voor jongerenwerker ging spelen of voor werkbemiddelaar, in plaats van de pakkans te verhogen. En dat scholen hun leerlingen naar het vmbo stuurden, terwijl Amsterdam kopklassen kent voor kinderen met een hoog IQ en te weinig taalvermogen en havo’s zo weinig mogelijk gediplomeerde vmbo-leerlingen opnemen om hun slagingspercentages niet te bederven. Dat scholen pal na de teldata de leerlingen niet langer controleren op spijbelen. Maar op papier klopt alles, de prestatiecontracten worden voldaan. Wat een morele armoede. En dat terwijl het wél kan. Bij mijn dochter op het IJburgcollege, is zij de hoofdpersoon bij de oudergesprekken. Zij vertelt in die oudergesprekken over haar leergedrag, zij oefent zelfreflectie en de docent en ouders geven feedback. Als we weten dat het kan, hebben wij de plicht om het ook te doén.

Daarom zou ik zo’n participatiecontract graag opbouwen rond de kwaliteit van de uitvoering. Dat de nieuwe inwoners inderdaad beloven zich te bekwamen in de acceptatie van iedereen die ‘anders’ is. Dat de jongeren zich veel explicieter en publieker solidair betonen met wie wil deugen en zich distantiëren van wie niet deugen. Ook al zijn de welwillende jongeren het probleem niet, zij dragen wél enorm bij aan de oplossing. Het is een kwestie van moraal.
En laten wij daarin opnemen dat ouders en leerlingen kwaliteit dienen af te dwingen, met klachten, demonstraties, inschakeling van de ombudsman, deelname aan de ouderraden en media-acties. Dat wij als politiek afdwingen dat onze inspecties in staat worden gesteld gewoon weer ter plaatse te gaan om de kwaliteit te controleren, ook achter in de klas.

Laten wij die verbeterde Inspecties financieren door de falende instituties op te heffen wegens gebrek aan succes. Het Frankensteinmonster onschadelijk maken, noemde Lodewijk Asscher dat negen jaar geleden al in Amsterdam. Dus weg met die falende zwakke scholen en weg met die nep-arbeidsbemiddelingsbureaus. Weg met de integratie-industrie die vooral de portemonnee spekt van de middelbare autochtone ondernemers. Wij bedoelen het goed, wij voelen ook wel aan dat goedmakertjes op zijn plaats zijn, maar het middel is erger dan de kwaal. Falende diensten zijn erger dan ‘baat het niet het schaadt ook niet.’ Het schaadt wél. De jongeren zelf worden er moedeloos van, zelfs jonge Turkse departementale ambtenaren, veelbelovend, goed opgeleid en succesvol, beschrijven mij dit, dat zij zo moedeloos worden van alle aanvullende eisen terwijl ‘het’ niet opschiet. En ook alle andere Nederlanders raken ervan overtuigd dat zij hun geld in een grote ondankbare zwarte put gooien: ‘wij steken er al dertig jaar geld in en nog willen zij niet deugen.’ Falende instituten ondermijnen en saboteren onze integratie.

Gaan we het zo doen, dan hebben wij een gamechanger, een handvat voor verheffing. Niet haalbaar? Dan gaan we de minister helpen om het haalbaar te maken. De morele burgers maken Nederland sterk, niet de calculerende burgers.

Ahmed Marcouch is Tweede Kamerlid van de PvdA. Een andere versie van dit stuk, getiteld, Weg met de integratie-industrie' verscheen op The Post Online. Meer artikelen van of over Ahmed Marcouch op dit blog vindt u hier.

Meer artikelen op dit blog over het participatiecontract vindt u hier.


Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook. Republiek Allochtonië (voorheen Allochtonenweblog) bestaat 7 jaar. Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.

 


 


Meer over ahmed marcouch, arbeid, integratie, integratiebeleid, onderwijs, participatiecontract, pvda, welzijnssector.

Delen:

Reacties


Janfrans Zuidema - 10/03/2013 00:08

Kent iemand ´het hiërarchie van behoeften model van Maslow´. Het stond in het basisboek ‘Maatschappijleer´, van waaruit ik een jaar lang les heb gegeven. Een beroemde theorie omdat het helpt om sociale verschijnselen te begrijpen. Voor mensen zoals ik, die Sherlock willen zijn, is het een ezelsbruggetje. Een gradatie van motivaties. Marcouch denkt logisch na. Maar dat niet alleen, hij daagt de sociale redeneringen uit door gebruik te maken van voorbeelden in de praktijk. Dat hoort een ideaal te zijn In de praktijk van de ontwikkeling van Nederland, juich ik dit toe. Ik juich het toe op Koningsdag, hoewel ik niet in de Oranje royalisten geloof. N.B . Ik geloof wat dat betreft in die Nederlandse zeurpiet die Engeland overnam en geen kinderen had.

Abdel - 07/03/2013 09:58

Mooi gesproken. Ik had het niet treffender kunnen zeggen....PVDA is niet mijn partij... Maar dit is een goed plan, zie ook mijn eerdere bijdragen.