Herziening van de termen ‘autochtoon’ en ‘allochtoon’ is nodig: afschaffen, hernoemen of herdefiniëren?

In opinie door Jaco Dagevos op 25-10-2016 | 21:34

De termen ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’ zijn aan herziening toe, vindt de Tweede Kamer. Wat is het alternatief? Afschaffen, een andere term (migranten) of kunnen we ‘allochtoon-autochtoon’ beter opnieuw definiëren?
Een artikel van Arjen Leerkes, Jaco Dagevos.

Onderaan het artikel een link naar een poll. Wat vindt u van de termen allochtoon - autochtoon?

De Tweede Kamer nam op 17 maart 2016 een motie aan waarin de regering wordt verzocht ‘om de beleidstermen westerse en niet-westerse allochtoon en autochtoon te herzien’. De motie vloeit voort uit een al langer lopend debat over de voor- en nadelen van hoe de Nederlandse overheid de etnische herkomst meet, en over de terminologie waarmee herkomstgroepen worden aangeduid. Vooral de term ‘allochtoon’ wordt in toenemende mate als stigmatiserend ervaren. Wij zien drie opties om de terminologie te herzien: ‘afschaffen’, ‘hernoemen’ en ‘herdefiniëren’. Maar eerst, wat vinden allochtonen er zelf van? Daarvoor kijken we naar nog niet eerder gepubliceerde cijfers.

Zien allochtonen zichzelf als ‘allochtoon’?

In de SCP-onderzoeken Survey Integratie Minderheden 2011 en Survey Integratie Nieuwe Groepen 2009 is aan mensen die volgens de huidige definities tot de allochtonen worden gerekend gevraagd of zij zichzelf ook zien als ‘allochtoon’. Het betreft negen ‘niet-westerse’ herkomstgroepen, en één ‘westerse’ herkomstgroep (Polen). Zie onderstaande tabel. Percentage eerste generatie allochtonen dat zichzelf als ‘allochtoon’ ziet naar enkele integratiekenmerken en geboorteland

Volgens de gangbare CBS-definitie worden personen tot de eerste generatie allochtonen gerekend als zij zelf in het buitenland zijn geboren en ten minste een in het buitenland geboren ouder hebben. Tot de tweede generatie behoren personen die in Nederland zijn geboren en ten minste een in het buitenland geboren ouder hebben. Als autochtoon gelden: iedereen met twee in Nederland geboren ouders, ook wie zelf niet in Nederland is geboren (maar naar Nederland is gemigreerd). Figuur 1 toont voor de verschillende herkomstgroepen het percentage respondenten dat zichzelf ziet als ‘allochtoon’. De cijfers zijn uitgesplitst voor de eerste en tweede generatie. Er zijn bijvoorbeeld 992 immigranten uit Afghanistan bevraagd waarvan 67 procent zich als allochtoon ziet. We zien duidelijke generatieverschillen. Bij de eerste generatie van alle groepen beschouwt gemiddeld een meerderheid zich als allochtoon (67%), bij de tweede generatie een minderheid (46%). Percentage eerste en tweede generatie allochtonen dat zichzelf als ‘allochtoon’ ziet

Tussen de herkomstgroepen bestaan duidelijke verschillen. Zo beschouwt in beide generaties een minderheid van degenen met een Surinaamse of Antilliaanse herkomst zichzelf als ‘allochtoon’. Onder de zeventig in Nederland geboren respondenten met ten minste een in Polen geboren ouder vindt zelfs niemand zich een ‘allochtoon’ – dit zijn vaak personen met een in Nederland geboren vader en personen van wie de Poolse ouder(s) al lang in Nederland wonen. De tweede generatie van Turkse en Marokkaanse origine ziet zich juist nog wel vaak als ‘allochtoon’, wat past bij de uitkomsten van recente SCP-studies zoals Werelden van Verschilwaaruit blijkt dat velen van hen uitsluiting ervaren en het gevoel hebben dat ze geen onderdeel van deze samenleving zijn.

Allochtoon is synoniem voor ‘niet geïntegreerd zijn’

Onder de eerste generatie vinden we dat degenen die zichzelf als ‘allochtoon’ zien relatief laag scoren op met name sociaal-culturele integratie. In vergelijking met degenen die zich niet als ‘allochtoon’ zien, voelen ze zich minder vaak in Nederland thuis en ze spreken slechter Nederlands. Ook is er een wat lager percentage personen met betaald werk (‘structurele integratie’), maar dat effect lijkt beperkt. Deze uitkomsten laten zien dat dat de term allochtoon negatieve bijbetekenissen heeft gekregen die het volgens de statistische definitie strikt genomen niet heeft – in het alledaags taalgebruik lijkt de term  synoniem te zijn geworden voor ‘niet thuis zijn in Nederland’, ‘niet geïntegreerd zijn’, en ‘achterstand’. Die bijbetekenissen blijken overeen te komen met het profiel van personen die zichzelf als allochtoon zien.

Optie 1: stop met meten en schaf de term allochtoon af

Een radicale optie om de terminologie te herzien is ‘afschaffen’: stoppen met het vanuit de overheid meten van herkomst en afschaffen van de term allochtoon. Wat daarmee dus ook verdwijnt, is dat niet meer gemonitord kan worden hoe het verschillende groepen vergaat, zowel bestaande groepen als nieuwe groepen zoals de Syriërs. Een voordeel van deze optie is dat niet meer nodig is om na te denken over alternatieven. Een nadeel is echter dat het moeilijker zal worden om in het soms hoog oplopende debat over migratie en integratie oog te blijven houden voor de feiten. Ook zullen sociale praktijken van etnische classificatie en stigmatisering niet ineens verdwijnen als de overheid stopt met het meten van de herkomst. Vergelijk bijvoorbeeld het begrip ‘papieren Zwitser’ in de Zwitserse volksmond als aanduiding voor een genaturaliseerde immigrant. En ook Frankrijk vormt een illustratief voorbeeld: hoewel de staat er nadrukkelijk niet naar herkomst classificeert, bestaan ook daar – juist daar? – stereotiepe en stigmatiserende denkbeelden over etnische en culturele minderheden.

Optie 2: ga door met meten maar vervang ‘allochtoon’ door een niet-stigmatiserende term

Een tweede optie is ‘hernoemen’, ofwel om ‘autochtoon’ en ‘allochtoon’ te vervangen door termen die niet als stigmatiserend worden ervaren. Het SCP heeft enkele jaren geleden al besloten om de term allochtonen vanwege negatieve associaties niet meer te gebruiken. Sindsdien wordt gesproken van ‘migranten’ en ‘migrantengroepen’, de aanduiding ‘kinderen van migranten’ verwijst naar de tweede generatie De term autochtone Nederlanders wordt nog wel gehanteerd als vergelijkingscategorie. Daar ligt geen principiële keuze aan ten grondslag; er is geen goed alternatief voor ‘autochtoon’. Termen als inheemse of oorspronkelijke bevolking klinken ouderwets en hebben een onaantrekkelijke lading. Om specifieke herkomstgroepen aan te duiden is het SCP de Nederlandse variant van de hyphenated American gaan gebruiken. We spreken bijvoorbeeld van ‘Turkse Nederlanders’ en niet langer van ‘Turken’ (voor zover zij in Nederland wonen). Langzaamaan wordt die terminologie gangbaar in de media. Het SCP heeft de indruk dat ook bij migrantengroepen zelf het draagvlak voor deze termen groot is, een andere reden om deze terminologie te blijven gebruiken. Het voordeel van hernoemen is dat allochtoon als beleidsterm verdwijnt. Een nadeel is dat de term in het alledaagse taalgebruik wellicht zal blijven voortbestaan in de problematische betekenis die ze daar heeft. Daarnaast dekt de term ‘migranten’ de lading niet helemaal omdat er ook autochtone migranten zijn - denk aan terugkerende expats en in het buitenland geboren mensen met in Nederland geboren ouders.

Optie 3: ga door met meten maar geef ‘allochtoon-autochtoon’ een moderne betekenis

Een derde optie (‘herdefiniëren’) is om door te gaan met het meten van herkomst maar om ‘autochtoon’ en ‘allochtoon’ een andere betekenis te geven. In 2013 en 2015 stelde Leerkes voor om tweede generatie allochtonen voortaan eerste generatie autochtonen te noemen. Daardoor kunnen we bijvoorbeeld spreken van ‘eerste generatie autochtonen van Turkse herkomst’. Overigens is het niet per se nodig om te spreken van eerste generatie autochtonen: het zou volstaan om te spreken van ‘autochtonen van niet-Nederlandse (bijvoorbeeld Turkse) herkomst’. Meerdere generatie autochtonen kunnen ook heten: ‘autochtonen van Nederlandse herkomst’. Daarnaast zou ervoor gekozen kunnen worden om al bij één in Nederland geboren ouder een Nederlandse herkomst aan te nemen. De zeventig tweede generatie Polen uit Figuur 1 zouden dan gaan behoren tot de autochtonen van Nederlandse herkomst, wat beter zou aansluiten bij hun zelfcategorisatie. Een stap verder in die richting is om alle in het buitenland geboren personen voortaan als allochtoon te zien, inclusief personen met een in Nederland geboren ouder. Allochtoon krijgt dan simpelweg de betekenis van ‘in het buitenland geboren’ (foreign born), terwijl autochtoon staat voor ‘in Nederland geboren’ (native born). Het onderscheid autochtoon-allochtoon wordt daarmee ontkoppeld van etnische herkomst: er zijn autochtonen van Nederlandse én niet-Nederlandse herkomst en er zijn allochtonen van Nederlandse en niet-Nederlandse herkomst. Een voordeel van deze optie is dat de classificaties dynamischer worden en beter gaan aansluiten bij integratieprocessen, zoals die bijvoorbeeld blijken uit de generatieverschillen in Figuur 1. Bijvoorbeeld, een Turkse immigrant en zijn of haar kinderen en kleinkinderen gaan dan in drie generaties van ‘allochtoon van Turkse herkomst’ via ‘autochtoon van Turkse herkomst’ (als beide ouders in Turkije zijn geboren) naar ‘autochtoon van Nederlandse herkomst’. Het is aannemelijk dat ook immigranten uit Suriname en de Nederlandse Antillen met deze definities zullen kunnen leven. Een ander voordeel is dat ‘autochtoon’ en ‘allochtoon’ in het alledaagse taalgebruik een minder problematische betekenis kunnen krijgen. Een nadeel is dat de termen misschien zozeer in de huidige betekenis zijn ingeburgerd dat de nieuwe definities wellicht niet, of pas na een tijd, zullen aanslaan.

Een classificatie die iedereen raakt

Minister Asscher heeft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) – de instelling die ooit pleitte voor het invoeren van de termen autochtoon en allochtoon – om advies gevraagd over de herziening. Het valt te hopen dat goed wordt uitgezocht wat mensen met verschillende achtergronden van de verschillende opties vinden. Het gaat uiteindelijk om een classificatiesysteem dat iedereen raakt.

Arjen Leerkes is Universitair Hoofddocent Sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en onderzoeker bij het WODC. Jaco Dagevos is Hoofd van de sector Onderwijs, Minderheden en Methodologie van het Sociaal en Cultureel Planbureau en Bijzonder Hoogleraar Integratie en Migratie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Dit stuk verscheen eerder op de website van sociale vraagstukken en is in overleg met de redactie van die site ook op Republiek Allochtonië geplaatst. 

Meepraten? Doe mee aan de poll op sociale vraagstukken.
Geef hier uw mening over allochtoon-autochtoon.

 

Meer artiikelen over de term allochtoon op Republiek Allochtonië:

  1. Het begrip allochtoon door de jaren heen (Hans Rodenburg)
  2. Volkskrant stopt met het woord allochtoon
  3. Als Marokkaan een Nederlander worden? Dat kan niet (Hasna el Maroudi)
  4. So what? Maxima is ook een allochtoon (Suna Floret)
  5. Nederlanders, buitenlanders, allochtonen. Definities en cijfers (Ewoud Butter)
  6. Umar Mirza: Gelukkig heet ik geen Annelies
  7. Blijf van mijn nationaliteit af (Xaviera Ringeling)
  8. Brief voor de koning (Guity Mohebbi) 
  9. Bevalt het woord niet? Verander de definitie (Dilan Yesilgöz)
  10. Zwarte identiteit (Tofik Dibi)
  11. Noemt u mij maar trut (Dilan Yesilgöz)
  12. Schrap het woord allochtoon (Iman Akel en Ahmet Olgun)
  13. Het debat over de term allochtoon; een sterk staaltje representatiepolitiek (Nella van den Brandt)
  14. 'Allochtoon', 'integratie' en andere buzz words (Zihni Özdil)
  15. Ik ben geen allochtoon, maar een Marokkaanse Nederlander (Hasib Moukaddim)
  16. Weet eer u etnisch meet (Rogier van Reekum)
  17. Mag ik zelf bepalen wie ik ben? (Frank de Zwart en Jan Willem Duyvendak)
  18. Etnische registratie; geen uitzondering voor veiligheidsbeleid ( Quirine Eijkman)
  19. Zet die etnische bril toch af (Marcel Ham en Jelle van der Meer)
  20. Ik ben. Een trotse allochtoon (Abdelkarim el Fassi)


Over het gebruik van het woord allochtoon op Republiek Allochtonië

Republiek Allochtonië werd in 2010  het vervolg op het Allochtonenweblog. Een reden om met dat blog te stoppen, was dat we steeds meer bezwaren kregen tegen het woord allochtoon. Niet alleen vanwege de lelijke keelklank, maar ook omdat het gebruik van het woord etiketterend werkt. In de loop der jaren heeft het woord steeds meer een stigmatiserend effect gekregen, vooral door de vaak negatieve context waarin het begrip gebruikt wordt. 
Daar komt ook de integratieparadox bij zoals die onder andere verwoord is door Willem Schinkels en die versimpeld neer komt op de vraag: hoe kunnen 'we' (wie zijn 'we' dan eigenlijk) van immigranten verwachten dat ze integreren en zich thuis gaan voelen in Nederland, wanneer we ze tegelijkertijd generaties lang allochtonen blijven noemen? Hoe kunnen we ze vragen 'een van ons' te worden wanneer we ze labels blijven geven waarmee we aangeven dat ze er niet bij horen en misschien ook nooit bij zullen horen?

Probleem is wel dat alternatieve termen als Nieuwe Nederlanders, biculturelen of 'mensen met een multiculturele achtergrond' , los van hun lelijkheid, al snel even stigmatiserend werken wanneer de context waarin ze gebruikt worden ook negatief is.

Een oproep aan de vaste bezoekers van Allochtonenweblog om mee te denken over een nieuwe naam, leidde vooral tot mails waarin werd gevraagd de naam jiust niet te veranderen. Uiteindelijk is besloten het woord 'allochtonen' dan maar gekscherend te gebruiken. Dat leidde tot Republiek Allochtonië.

In onze eigen stukken zullen we de term 'allochtoon' zoveel mogelijk vermijden. Wanneer schrijvers van ingezonden stukken de term wel gebruiken is dat hun keuze. Ieder gaat over zijn/haar eigen woorden. Ook wanneer we citeren of schrijven over stukken of rapporten van derden kan de term wel gebruikt worden.


Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.

Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!


 


Meer over allochtoon, Arjen Leerkes, Jaco Dagevos, sociale vraagstukken.

Delen: