Heeft Marcouch gelijk?

In opinie door Ewout Klei op 28-02-2012 | 13:34

Tekst: Ewout Klei

De Hogeschool van Amsterdam (HvA) dient er wijs aan te doen alle levensbeschouwingen en religies gelijk te behandelen en dit naar buiten toe helder te communiceren. Zeker in deze tijden van polarisatie, waarbij elk nieuwsberichtje over moslims leidt tot pavlovreacties bij politici, is het van groot belang dat bestuurders zich niet gek laten maken en behalve principieel (ten aanzien van gelijke behandeling) ook een beetje pragmatisch kunnen zijn.

Dat schrijft Ewout Klei naar aanleiding van de discussie die is ontstaan over het besluit van HvA moslims geen aparte gebedsruimte meer te bieden.

Gisteren las ik in Het Parool een vlammende column van Theodor Holman over PvdA-Kamerlid Ahmed Marcouch, die voor RTV N-H beweerde dat de Hogeschool van Amsterdam niet zo moeilijk moest doen over islamitische gebedsruimtes. Holman was fel tegen islamitische gebedsruimtes, niet alleen omdat de HvA een neutrale school was, maar ook omdat moslimstudenten de ruimte zouden misbruiken om de emancipatie van moslima’s tegen te houden. Holman beriep zich op rector Jet Bussemaker, die voor de radio had gezegd dat moslima’s hierover bij haar hadden geklaagd en de HvA daarom besloten had om een einde te maken aan de speciale islamitische gebedsruimte.

We zijn het hopelijk wel allemaal met elkaar eens, dat als een bepaalde ruimte in de school door studenten misbruikt wordt voor andere doeleinden (het tegenhouden van emancipatie, maar je zou ook kunnen denken aan een ruimte om stiekem wiet te roken), de school dan natuurlijk het recht heeft om deze ruimte voor studenten te sluiten. Maar mag er op openbare scholen dan helemaal geen ruimte zijn voor religie? Dat is een veel lastigere vraag.

Op de HvA is er wel ruimte voor moslims die dat willen om te bidden. Ze hebben echter geen aparte gebedsruimte, maar kunnen nu bidden bij het trappenhuis van het gebouw Leeuwenburg bij de Amstel. Heel privé lijkt mijn zo’n ruimte niet, en ik kan mij goed voorstellen dat het veel fijner is om te bidden in een aparte ruimte. De vraag is, of een openbare school hier ruimte voor moet verlenen.

Een principieel tegenargument tegen een aparte gebedsruimte voor moslims is, dat als er een ruimte voor moslims is, er ook een ruimte moeten komen voor christenen, joden, boeddhisten, hindoes en pastafarianisten, als zij tot hun God/goden/monster willen bidden. Een school zou niet één, maar een heleboel gebedsruimtes moeten inrichten, en omdat er zo veel religies zijn wordt zo’n onderneming een beetje duur, en moeten moslims er daarom maar genoegen mee nemen dat ze onder het trappenhuis moeten gaan bidden.

Een ander principieel tegenargument, dat nog veel verder gaat, is dat er op een openbare school helemaal geen ruimte voor religie mag zijn. Holman hangt dit standpunt aan, en vindt een gebedsruimte voor moslims een aantasting van de scheiding tussen kerk en staat. Marcouch noemde de ‘antireligieuze’ houding van Bussemaker ‘een beetje jaren zestig’. Holman hekelt deze opmerking en zegt dat Marcouch terug wil naar het jaar 600 (Holman bedoelt wellicht het jaar 622, het begin van de islamitische jaartelling) en beschuldigt de PvdA-parlementariër hiermee impliciet van een theocratische agenda.

Tegen bovenstaande argumenten kan worden ingebracht, dat eigenlijk alleen maar de moslims behoefte hebben aan aparte gebedsruimtes, omdat joden, christenen een aanhangers van het Vliegend Spaghettimonster niet verplicht zijn om een paar keer per dag met hun hoofd in de richting van hun heilige stad te bidden. Dat alleen moslims een gebedsruimte krijgen, is in die optiek eigenlijk niet zo slecht.

Het is ook heel pragmatisch. Ik weet niet hoeveel moslims er op de HvA zitten en hoeveel moslims eigenlijk behoefte hebben om een gebedsruimte te bezoeken, maar als dit er heel veel zijn, dan is het wel zo aardig van de school, om rekening met deze behoefte te houden. Met andere behoeften van leerlingen, de behoefte om te sporten of een leuk boek te lenen, wordt wel goed rekening gehouden en daar zijn wel aparte faciliteiten voor, namelijk de sportzaal en de bibliotheek.

Ten slotte, en dit is niet door mij ontdekt maar door de anti-Wilderswebsite Krapuul, is de HvA helemaal niet zo religieneutraal, en verwijst de website van de Hogeschool wel naar het christelijke studentenpastoraat dat uitgaat van de Protestantse Kerk in Nederland. Volgens Krapuul maakt de HvA zich schuldig aan ‘moslimpesten’. Ik zou dit niet meteen willen concluderen, maar ben het wel met de anti-Wilderswebsite eens dat de ongelijke behandeling van religies niet kies is.

Heeft Marcouch gelijk? Als de eigenlijke reden om de gebedsruimte voor moslims te sluiten het misbruik van de ruimte door enkele vrouwonvriendelijke fanatici is, dan valt de handelswijze van de HvA goed te verdedigen. In de toekomst zou er echter wel weer ruimte mogen/moeten komen voor een gebedsruimte, omdat zo’n plek wellicht voorziet in een behoefte van een (groot?) deel van de studentenpopulatie. Om dezelfde reden heb ik ook niet zo’n moeite met een verwijzing naar het studentenpastoraat op de HvA-website.

De Hogeschool dient er echter wel wijs aan te doen, alle levensbeschouwingen en religies gelijk te behandelen en dit naar buiten toe helder te communiceren. Zeker in deze tijden van polarisatie, waarbij elk nieuwsberichtje over moslims leidt tot pavlovreacties bij politici, is het van groot belang dat bestuurders zich niet gek laten maken en behalve principieel (ten aanzien van gelijke behandeling) ook een beetje pragmatisch kunnen zijn. Ik neig – met een zeker voorbehoud - dus toch naar het standpunt van Marcouch.  

Ewout Klei is politiek historicus en voorzitter van Thema-afdeling Levensbeschouwing en Religie van D66. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven. Het verscheen eerder op zijn blog en is in overleg met Klei op Republiek Allochtonië geplaatst.

Eerdere artikelen van Ewout Klei op Republiek Allochtonië vindt u hier

Meer over de scheiding kerk staat hier

 


Meer over ewout klei, gebedsruimte, hva, islam, marcouch, relgie, scheiding kerk staat.

Delen:

Reacties


Muffit - 01/03/2012 22:37

Stel je voor dat groep religieuzen enorm hoge petten gaat dragen die niet af mogen, moeten we dan alle deuren gaan verhogen zodat ze scholen binnen kunnen? Nee toch?

Wij en die school hebben niet voor hun religie gekozen, dat hebben ze zelf gedaan, ze dragen dus ook zelf de verantwoording voor hun gebeden. Huren ze zelf maar een gebouwtje nabij.

Alsof krankzinnige religieuze praktijken door ons te pas en te onpas overal gefaciliteerd moeten worden van belastinggeld? Natuurlijk niet! Eigen verantwoording.

Zou schande zijn als er minder moslims naar de Hoge School gaan, maar niet vanwege fout van Hoge School.

Als het Moslims afzondert, zou ik enige argument vinden om tot compromis te komen, maar daar moeten anderen niet voor opdraaien die die levenskeuzes niet gemaakt hebben.

Respect moet je hebben voor mensen, niet voor hun geloof. Als inwoner is de staat je hulp verantwoord zodat er uberhaupt een school is, de staat is je geen hulp verantwoord als gelovige, behalve om je recht om whatever te geloven beschermen als inwoner.

C. Veenstra - 01/03/2012 22:06

Sorry voor de typo's, met name in die van de achternaam van Ewout Klei. Te snel op de verzendknop gedrukt.

C. Veenstra - 01/03/2012 20:31

1 De bibliotheek en de sportzaal dienen algemene educatieve doelstellingen; een islamitische gebedsruimte niet. Dat argument van Klein kan dus meteen de prullenbak in.

2. Andere denkfout. Gesteld dat de HvA-site wat betreft het linken naar sites een bepaalde religie bevoordeelt (wat onjuist is): daaruit volgt geenszins dat je dan maar op méér vlakken iets moet doen dat onjuist is: voordeeltjes geven aan bepaalde religieuzen. Dit leidt tot eindeloos gesoebat over gelijkelijk worden bevoordeeld, ergernissen, latente agressie. Doe daarom het omgekeerde: haal die link naar het studentenpastoraat weg.

3. Klei gaat er ten onrechte geheel aan voorbij of het wel _redelijk_ is dat een godsdienstig persoon zich op vijf vaste tijdstippen per dag moet kunnen terugtrekken om te bidden. Waarom kan een moslim zijn gebedstijden niet een beetje verschuiven, zodat hij zich voor het gebed naar een moskee in de buurt kan begeven (vlak voor school, in de lunchpauze, vlak na school, en natuurlijk in gaten in het rooster die er vaak zijn). Klei neemt stilzwijgend het cultuurrelativistische standpunt in, dat vijf keer op vaste momenten van de dag moeten bidden net zo redelijk of aanvaardbaar is als het inpassen van de gebedsmomenten in de 'orde van het algemeen belang', zoals een soepele en neutrale gang van zaken op een openbare school. Dit is een onredelijke zienswijze.

4. Zéker nu gebleken is dat een gebedsruimte tot ongewenste sociale controle kan leiden, is dat een zowel principieel áls pragmatisch argument om er nooit meer aan te beginnen. Klei fietst daar simpelweg aan voorbij.

Kortom: Klein heeft evenals Marcouch dik ongelijk.

Verder geheel eens met Edgar van Lokven.

Aan Jos van der Panne: een neutrale bezinningsruimte is inderdaad misschien te proberen, maar ik vrees dat het wachten is op ruzies over wie er wanneer wat mag doen met hoeveel (gelijkgezinden) tegelijkertijd en hoe lang.
a. Bij een eventueel experiment zou een strikt protocol moeten gelden en een zorgvuldige evaluatie moeten plaatsvinden of bijvoorbeeld,
a. moslima's echt geen hinder ondervinden van mannen die menen dat ze daar te weinig hun neus dezelfde kant op steken als die mannen.
b. of er geen er een lobby of informele druk zal komen vanuit groepen moslims om zo'n ruimte de facto gedurende bepaalde vaste tijdspannen van de dag tot hun beschikking te laten zijn.
Bij het geringste spoor van a., b. of een ander onwenselijk effect, zou de ruimte weer van het toneel moeten verdwijnen.

Maja Mischke - 01/03/2012 12:43

1) Religie is een privéaangelegenheid, zeker op een openbare onderwijsinstelling. Als het een Islamitische Hogeschool zou zijn, was het een ander geval.
2) Het mooie is dat moslims hun gebeden kunnen 'inhalen'. Daarom is een gebedsruimte niet eens nodig.
3) Een stilteruimte op Schiphol is iets heel anders dan op een school. Schiphol kent namelijk een voortdurend wisselende populatie. Die 'peer pressure' zal dus dus niet zo'n rol spelen.
4) De praktijk leert dat stilteruimtes op school al snel gebedsruimtes worden voor diegenen die zich verplicht voelen te bidden.
Conclusie: Jet Bussemaker heeft groot gelijk en Ahmed Marcouch wat mij betreft niet.

Bart Voorzanger - 29/02/2012 12:29

Als de betrokken ruimte werd gesloten vanwege klachten over sociale druk, maakt Marcouch zich terecht zorgen. In een open en democratische samenleving is sociale druk onvermijdelijk. Het enige dat daartegen helpt is een training in weerbaarheid voor wie zich onder druk gezet voelt. Een hogeschool die mensen aflevert die niet hebben geleerd klip en klaar voor hun mening uit te komen en zelf te bepalen hoe zij hun leven vormgeven is geen knip voor zijn neus waard.

Jos van der Panne - 28/02/2012 21:51

Marcouch heeft niet gelijk. De HVA is een openbare school en dat karakter moet bewaard blijven. Echter dat hoeft niet uit te sluiten dat men ruimte geeft aan mensen die behoefte hebben aan een bezinningsmoment gedurende het verblijf op school. Op schiphol beseffen ze dat ook. Daar hebben ze voor reizigers een Stiltecentrum, 'een bezinningsruimte' ingericht. Dat kan voor de HVA een compromis zijn. Atheisten, christenen, moslims, agnosten etc kunnen zich daar dan op eigen wijze bezinnen. Dat lijkt me wel goed verenigbaar met het openbare karakter van de school.

Edgar van Lokven - 28/02/2012 14:45

'Heeft Marcouch gelijk'? is de vraag. 'Nee' is het antwoord. Waar het in dit soort discussies vaak om gaat, is dat van de verkeerde veronderstelling wordt uitgegaan dat het recht van de een (het recht op vrije meningsuiting of het recht op geloofsbelijdenis), een plicht van de ander inhoudt; de plicht om voor een mening een podium te verschaffen of de plicht om voor geloofsbelijdenis een ruimte in te richten. Die plicht bestaat niet. Het is in dit geval een gunst die de school aan gelovigen verleent wanneer het een gebedsruimte inricht. Het is fijn wanneer betrokkenen daar naar tevredenheid gebruik van kunnen maken. Het is begrijpelijk dat de school die gunst niet langer wenst te verlenen wanneer er sprake is van oneigenlijk gebruik van de ruimte of wanneer het gebruik tot geloofsdwang leidt, zoals door verschillende moslima's aan het schoolbestuur kenbaar is gemaakt.