Integratie 3.0: de nieuwste generatie Nieuwe Nederlanders (Floris Meijer)

In achtergronden door Floris Meijer op 02-06-2010 | 16:19

Zoals zo vaak wordt benadrukt telt het multiculturele Nederland ruim 200 nationaliteiten, waarvan de Turken (380.000), Marokkanen (345.000) en Surinamers (340.000) de voornaamste groepen zijn. Ons land telt inmiddels ruim 1,8 miljoen allochtonen van niet-westerse en nog eens 1,4 miljoen allochtonen van westerse afkomst. Inmiddels kunnen we bij een groeiend aantal van deze ‘migranten-Nederlanders’ spreken van de derde generatie.* Bij veel van deze ‘nieuwste generatie’ allochtonen zijn grote verschillen aan te wijzen tussen hun sociaal-economische positie – een van de belangrijkste elementen in het integratieproces - en die van hun ouders en grootouders. Ze klimmen op de sociale ladder, met soms twee treden tegelijk. Integratie 3.0 dus.

Tekst: Floris Meijer

Met nog slechts een week te gaan tot de landelijke verkiezingen draaien de politieke campagnes op volle toeren. In de debatten vormt integratie als vanouds een van de voornaamste thema’s. Daarbij blijven de succesverhalen van migrantenkinderen en -kleinkinderen echter opvallend onderbelicht. Genuanceerde of optimistische geluiden worden overstemd door het geschreeuw van de hardliners die hameren op quota’s op het aantal migranten, de kosten van allochtonen of het afnemen van het Nederlandse paspoort van raddraaiers met een dubbele nationaliteit.** En dat is jammer, want er zijn genoeg voorbeelden te noemen van de vooruitgang van de nieuwe generaties. Sociale stijging kost een paar generaties, maar dan heb je ook wat.

Onderwijs


Neem de doorstroom van allochtonen in het hoger onderwijs. In de uitzending van Zembla rondom Wilders – Profeet van de angst (25 april jl.) wordt een aantal cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau gepresenteerd om het tegendeel van enkele uitspraken van de PVV-leider te weerleggen. Zo stelt het SCB dat er de laatste jaren sprake is van een aanzienlijke toename van allochtone jongeren op HBO’s en universiteiten en het dus helemaal niet zo slecht is gesteld met de positie van allochtone jongeren. Van de tweede generatie Marokkanen rondt inmiddels 14% een HBO- of WO-opleiding af, een verdubbeling ten opzichte van tien jaar geleden. Het zal niet verbazen dat dit cijfer voor de derde generatie nog hoger ligt.
Met de stijging van het opleidingsniveau daalt ook het aantal kinderen per gezin, volgens deskundigen een belangrijke aanwijzing voor een succesvol integratieproces. Marokkaanse en Turkse meisjes krijgen inmiddels gemiddeld net zoveel kinderen als Nederlandse. En als meisjes minder kinderen krijgen, en dan ook vaak later aan een gezin beginnen, is er meer ruimte voor studie en carrière. Er zijn natuurlijk ook genoeg problemen rond hun integratie aan te wijzen – schooluitval op het MBO, werkloosheid, criminaliteit –, maar in diezelfde uitzending spreekt criminoloog Frans Bovenkerk van de zogenaamde ‘integratie-paradox’: de best geïntegreerde groep migranten vertoont een tijdlang de hoogste criminaliteit. In die zin zou je de bestaande problemen kunnen duiden als een laatste horde die deze groep moet nemen op weg naar de ‘voltooiing’ van hun integratie.

Arbeidsmarkt

Niet alleen op het gebied van onderwijs doet de jongste generatie het goed, ook als we kijken naar de positie op de arbeidsmarkt is er reden voor optimisme. De tweede en derde generatie zijn ambitieus en dat is cruciaal voor een goede kans van slagen. Zo is het aantal ondernemers met name onder Turkse en Marokkaanse Nederlanders opvallend hoog. Zij treden niet meer automatisch in de voetsporen van hun ouders, maar starten eigen ondernemingen die niet zelden succesvol zijn. Ook bij andere groepen allochtone Nederlanders van de tweede en derde generatie zie je dat zij andere keuzes maken in hun carrière en daardoor een betere sociaal-economische positie bezetten dan hun ouders of grootouders.
De tweede en derde generatie doen het op de arbeidsmarkt al velen malen beter dan de eerste. Niet verwonderlijk als je bedenkt dat de eerste generatie als laaggeschoolde arbeidsmigranten naar Nederland kwam. Natuurlijk zijn er problemen, waaronder de oververtegenvoordiging van bepaalde migrantengroepen in de werkloosheidcijfers, maar reken maar dat het beter gaat. In een verkennend onderzoek van het CBS van afgelopen april kwam naar voren dat allochtonen van de derde generatie inmiddels even vaak een baan vinden als autochtonen. Ook de aanspraak op uitkeringen door deze groep was nagenoeg gelijk met die van autochtone Nederlanders.***

Hoezo mislukt?


Het wordt dus tijd dat er meer aandacht komt voor de vooruitgang die de kinderen en kleinkinderen van migranten hebben geboekt. Dat dit tot voor kort amper gebeurde is met name te danken aan de schreeuwerigheid van rechtse politici, waardoor de ‘softies’ van links niet de kans kregen om dergelijke positieve verhalen over het voetlicht te brengen. Gelukkig zijn er inmiddels ook auteurs die aan die oproep gehoor geven. In zijn onlangs verschenen publicatie Hoezo mislukt? (Nieuw Amsterdam, 2010) bekritiseert de socioloog Frans Verhagen de negatieve kijk op de integratie – van met name Marokkanen en Turken – in Nederland. Volgens Verhagen zijn het voornamelijk de politiek en de media die nog vaak een te negatief beeld schetsen van de integratie van deze migrantengroepen.
Veel problemen rond integratie zijn in feite maatschappelijke problemen. Zo beheersen ook veel autochtone jongeren, net als hun allochtonen leeftijdgenoten, onvoldoende de Nederlandse taal. En voor wat betreft de schooluitval op het MBO zijn de cijfers voor allochtone en autochtone jongeren vrijwel gelijk. Het SCP toonde vorig jaar al aan dat de kloof in het onderwijs tussen allochtonen en autochtonen met grote stappen kleiner wordt. Volgens Verhagen liggen allochtonen vaak onder een vergrootglas omdat zij in statistieken makkelijk te (onder)scheiden zijn. Er wordt vaak gewezen op het lage opleidingsniveau of de hoge werkloosheid onder allochtonen, maar hoeveel van de autochtone ongeren op het platteland komen ooit verder dan het VMBO? Ook jeugdcriminaliteit is eerder een ‘jongerenprobleem’ dan een integratieprobleem, aldus Verhagen. Voor een oplossing moet je zoeken in de sociaal-economische sfeer, zorgen dat de kansloosheid van deze jongeren verdwijnt. Het lijkt dan ook een kwestie van tijd voor de derde generatie allochtone Nederlanders qua opleiding en werk niet meer zal verschillen van autochtone Nederlanders.

Om dat te bereiken is er echter ook een taak weggelegd voor succesvolle allochtonen die als rolmodel kunnen fungeren voor anderen. Zij kunnen laten zien dat het wel degelijk mogelijk is om vanuit een vaak lage sociaal-economische positie op te klimmen. Volgens de definitie van ‘allochtoon’ die het CBS hanteert – iemand met tenminste één ouder die geboren is in het buitenland – zijn de derde generatie allochtonen in werkelijkheid autochtonen geworden en verdwijnen ze als zodanig uit de statistieken over migranten. Dat is uiteraard goed nieuws. Als de rest van Nederland deze ‘allochtonen’ nou ook als autochtonen gaat beschouwen, dan zou dat voorpaginanieuws zijn.


* Volgens het CBS waren er eind vorig jaar al ruim 65.000 allochtonen van niet-westerse afkomst van de derde generatie, met dus één of meer grootouders geboren in het buitenland. Deze groep groeit ieder jaar met 10% per. Opvallend is dat bijna de helft van deze groep bestaat uit mensen met wortels in Suriname.

** In dat licht is het voorstel van D66-leider Pechtold, die in een interview op Het Gesprek stelt dat er in een volgend kabinet geen ministerie voor integratie nodig is, verfrissend te noemen. Natuurlijk zijn er problemen aan te wijzen rond de integratie en participatie van allochtonen, maar om daar nou een heel ministerie en ambtelijk apparaat aan te hangen vindt Pechtold niet nodig.

*** In april voerde het Centrum voor Beleidsstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS-CvB) in opdracht van het Ministerie van VROM een verkennend onderzoek uit naar de prestaties van allochtonen van de derde generatie. Het is geen uitgebreid onderzoek, maar desalniettemin interessant om in te zien.

Floris Meijer schreef eerder ‘Een correctie van de politieke correctheid in het integratiedebat


Meer over 3e generatie, allochtonen, emancipatie, floris meijer, jongeren, onderzoek, participatie.

Delen:

Reacties


Kirsten Vos - 08/06/2010 00:49

Interessant stuk. Heb het getweet, vanuit de website Indisch 3.0. Indische Nederlanders zijn een mooi voorbeeld van een groep migranten die zo succesvol zijn, dat ze verdwenen zijn uit de meeste migrantenstatistieken, maar niet uit het straatbeeld. Zie ook www.indisch3.nl/ @indisch3.

Ab - 06/06/2010 08:57

Goed artikel, complimenten!

Dominik - 02/06/2010 17:47

In de inleiding staat dat de bevolking in Nederland ruim 200 'nationaliteiten' telt, waaronder 380.000 Turks-Nederlanders en 345.000 Marokkaans-Nederlanders. Maar wordt met 'nationaliteiten' echt bedoelt dat ze de nationaliteit van dat land hebben, of dat hun afkomst Turks respectievelijk Marokkaans is?