Wie wint met het opblazen van Charlie Hebdo?

In opinie door Linda Duits op 10-01-2015 | 16:11

Tekst: Linda Duits

Vol verbazing las ik gisteren over de hoge aantallen mensen die in Nederland JeSuisCharlie-demonstraties bezochten. Nederlanders komen niet zomaar in beweging en zelfs tegen belangrijke thema’s is de afgelopen jaren in Nederland maar mondjesmaat gedemonstreerd. Waarom nu dan wel? De vraag waarom mensen demonstreren is nauw verweven met de vraag wat mensen ermee willen bereiken. Ook daar verbaasde ik me gisteren over. Wat was de inzet?

Nieuwe emotionele bewegingen

Deze verwondering bezorgde me een déjà vu. In 2000 schreef ik mijn doctoraalscriptie Politicologie over protest tegen geweld in Nederland, de Verenigde Staten en België, ingegeven vanuit eenzelfde verwondering. De protesten deden me dan ook direct denken aan zogeheten nieuwe emotionele bewegingen, een term van de Vlaamse socioloog Stefaan Walgrave, bedacht ten tijde van het massale protest in België rondom Dutroux. Binnen deze bewegingen worden twee soorten onderscheiden: een instrumentele vorm, met heldere doelstellingen wat er moet veranderen om herhaling te voorkomen, en een identiteitsvorm, gebaseerd op medeleven en solidariteit.

Opmerkelijk aan de protesten is dat ze zijn georganiseerd door de overheid: de burgemeesters van Amsterdam en Rotterdam hadden ertoe opgeroepen, en andere gemeenten volgden. Dit is een essentieel verschil met voorgaande bewegingen die zich richten tegen de overheid.

Een aanslag op ons allemaal

Om een groep te mobiliseren, moet de groep zich ervan bewust zijn dat ze een probleem ondervindt. Hoe de aanslagen geduid worden is daarbij essentieel. Zo schreef de Volkskrant met grote letters op de voorpagina ‘Aanslag op de democratie’. Van der Laan zei in Het Parool dat een aanslag op een cartoonist of journalist een aanslag op de vrijheid van meningsuiting is. “En dat is een aanslag op de vrijheid, en dus op ons allemaal.” Er is hier sprake van frame amplification: de versterking van een bepaald frame opdat participatie verhevigd kan worden of zelfs kan radicaliseren.

Uit de woorden ‘Je Suis Charlie’ spreekt een onmiskenbare identificatie. Maar wat betekent het om dat te zeggen? Is dat een teken van solidariteit of een teken van gedeeld slachtofferschap? We kunnen laten zien dat we achter Charlie Hebdo staan, maar we kunnen ook ons de aanslag toe-eigenen, ons daadwerkelijk geraakt voelen (zie wat Timo Koren daarover schreef in reactie op een column van Theodor Holman).

Gedweep

Naast de JeSuisCharlie-stemmen schreven ook mensen dat zij Charlie helemaal niet zijn. Politicoloog Cas Mudde schreef op Open Democracy een scherpe kritiek. De mensen die zich nu Charlie noemen vinden bijvoorbeeld vaak niet dat alle satire moet kunnen. Hoofdredacteur van Vrij Nederland Frits van Exter schreef over zijn ongemak: hij is te bang om Charlie te zijn. De Vlaamse student Yasmina Akhandaf schreef op De Wereld Morgen dat ze niet mee wil gaan in het valse vertoog van geweld tegen vrijheid van meningsuiting. Deze bijdragen zijn stuk voor stuk weldenker dan het gedweep Charlie te zijn.

In mijn scriptie schreef ik “De stille tochten die regelmatig gehouden worden zijn misschien wel zo stil omdat niemand weet waarvoor (of waartegen) ze gehouden worden”. Ze hangen aan elkaar van symbolen zonder eenduidige betekenis. Bij zinloos geweld was dat het lieveheersbeestje. Bij JeSuisCharlie is dat het potlood. Het gevaar van die lege symbolen is dat iedereen ze voor zijn eigen agenda kan inzetten.

Consequenties

Met JeSuisCharlie zwepen de media ons op. De staat kan daar vervolgens gretig gebruik van maken. Dit dwingt tot waakzaamheid. Het JeSuisCharlie-protest is gericht op identiteit. Welke exact is niet duidelijk, maar het heeft iets te maken met vrijheid. Instrumentele doelen zijn nog niet geformuleerd. Toch zie je ook daar de aanzet toe komen. Geert Wilders stelde dat het oorlog is – en oorlog vraagt om maatregelen zoals de inzet van het leger. Hier zien we hoe frames en consequenties samenhangen. Als wij slachtoffer zijn, als de aanslag zich tegen ons richtte, dan moeten we terugslaan. Ik houd mijn hart vast over het hoe en het tegen wie.

Het beste stuk over de moorden is van de Amerikaanse publicist en historicus Juan Cole. Op zijn blog denkt hij na over de motivatie van de daders. Hij zegt dat het hen helemaal niet ging om het wreken van belediging van de profeet. Het was een provocatie. De daders wilden inspelen op het bestaande klimaat van islamofobie in West-Europa. Hoe meer haat naar moslims, hoe meer vervreemding van moslims, hoe makkelijker het is voor terroristen om moslims te werven.

“Al-Qaeda wants to mentally colonize French Muslims, but faces a wall of disinterest. But if it can get non-Muslim French to be beastly to ethnic Muslims on the grounds that they are Muslims, it can start creating a common political identity around grievance against discrimination. …  This horrific murder was not a pious protest against the defamation of a religious icon. It was an attempt to provoke European society into pogroms against French Muslims, at which point al-Qaeda recruitment would suddenly exhibit some successes instead of faltering in the face of lively Beur youth culture”.

Fuck jullie

De vrijheid van het Westen is niet kapot na ‘Charlie Hebdo’. Zoals Peter Buwalda opmerkt in de Volkskrant (Blendle-link) staat de vrijheid van meningsuiting niet meer in het geding “dan dat boodschappen doen in een winkelcentrum onder druk is komen te staan na de schietpartij in Alphen aan de Rijn in 2011”. Als we de moorden opblazen tot iets dat ze niet zijn, winnen de terroristen en extreemrechtse politici. Beiden zien de wereld als een strijd tussen wij en zij. Ik was in Londen twee dagen na de aanslagen op de metro in 2005. Ik was onder de indruk van hoe de Londenaren lieten zien dat ze niet bang waren. Terrorisme beantwoord je met kalmte, niet met paniek.

Democratie is veel meer dan vrije media. Democratie gaat ook over insluiting. In plaats van ongeloofwaardig te blaten over ‘echte vrijheid’ zouden onze leiders en onze mediamakers zich moeten uitspreken over gemeenschap, over de boel bij mekaar houden, over hoe wij hun tegenstelling afwijzen. Mijn reactie is daarom: fuck jullie terroristen, ik houd lekker wel van moslims.

Bang dat mensen in het frame van de booslims vallen? Niet doen, de communicatiewetenschap biedt hoop: mijn column van gisteren.

Linda Duits is onderzoeker op het terrein van media, jongeren en populaire cultuur. Samen met Cem Gömüsay heeft ze Diep opgericht en ze is verbonden aan het Instituut voor Cultuurwetenschappelijk Onderzoek. Dit stuk verscheen eerder op haar site en is in overleg met de auteur ook op Republiek Allochtonië geplaatst. 

Beeld: Alex Ploeg.

UPDATE: In Frankrijk zijn sinds de moorden (geteld tot 9 jan. 19.30) al vijftien instanties van antimoslim-geweld geturfd.

UPDATE 2: Op Facebook: meisje beschrijft hoe ze uitgescholden werd en bier over zich heen gegoten kreeg: ‘we moesten eens een bom op jou gooien’.

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.  


Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!  



 

 


Meer over charlie hebdo, jescuischarlie, linda duits, parijs.

Delen: