Weren van ‘haatimams’ blijft lastig dossier

In opinie door Roemer van Oordt op 06-11-2016 | 14:24

Door: Roemer van Oordt

Met de recente uitzetting van El Alami Amaouch door België naar Nederland ligt de aanpak van de zogenaamde ‘haatpredikers’ weer onder een vergrootglas. Dat blijkt en blijft een lastig dossier. Door flink in te zetten op de ‘Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding’ probeert de Tweede Kamer opruiende imams buiten de deur te houden. Daarbij worden voortdurend (mensenrechten)grenzen opgezocht.

De gevolgen van de bestuurlijke maatregelen die in Nederland worden genomen om terrorisme te voorkomen of te bestrijden zijn vaak forse ingrepen in vrijheden, waaronder die van meningsuiting, religie en organisatie van (groepen) burgers. De vraag is of ze - zelfs met weging van het ingrijpende maatschappelijke- en/of veiligheidsbelang - niet té verregaand zijn. Relevant is bijvoorbeeld of de maatregelen proportioneel zijn en geen ongelijkheid veroorzaken.

Er zijn nogal wat argumenten aan te dragen om de aanpak van zogenaamde ‘haatpredikers’ als op of over die grens te typeren. Ik noemde er eerder al een aantal. Sommige rechtsgeleerden zien een breuk met het censuurverbod, bij preventief optreden is de scheiding van kerk en de vrijheid van religie in het geding, er is geen heldere definiëring, weinig zicht op de omvang van het probleem en dus ook niet op de proportionaliteit en de maatregelen zijn uitsluitend gericht op (‘haat’)imams - niet op andere extremistische predikers of sprekers - en geven daarmee voeding aan (gevoelens van) selectieve behandeling.

Zwarte lijsten

Daar komt bij dat in de door de Tweede Kamer aangenomen motie vastgelegde wens om een Europese zwarte lijst van omstreden imams aan te leggen, stuit op het Verdrag van Schengen. Vrij verkeer van personen is volgens kenners juridisch dusdanig verankerd, dat een verdenking of vermoeden geen reden kan zijn om iemand op zo’n Europese lijst te zetten of zelfs de toegang tot de Europese Unie te weigeren.

Het ministerie van Veiligheid en Justitie weet dat zelf ook. Zolang iemand geen veroordeeld strafbaar feit heeft gepleegd, is het juridisch niet toelaatbaar of proportioneel om iemand op een verdachtenlijst te plaatsen en deze lijst met bijvoorbeeld het lokaal bestuur te delen. Burgemeesters zouden juist graag zo’n zwarte lijst in handen krijgen, zodat ze zelf geen afweging hoeven te maken.

Alami Abu Hamza
De rondreizende prediker Amaouch, alias ‘Alami abu Hamza’, die de afgelopen 10 jaar actief werd in extremistische kringen in Verviers, is een interessante casestudy. Hij heeft een Nederlands en een Marokkaans paspoort. Volgens de Belgische staatssecretaris Francken is hij ‘een gevaar voor de samenleving’ en ‘gif voor moslimjongeren omdat hij terrorisme verheerlijkt’. Bekend is dat hij zijn volgelingen opriep naar Syrië af te reizen en Allah smeekte een seculiere Marokkaanse dichter de tong af te snijden. Daarover dus weinig onduidelijkheid.

Speculaties over zijn recente activiteiten in Nederland zijn talrijk. Vast staat dat de omstreden imam niet meer welkom is in de salafistische Assoennah moskee in Den Haag, waar hij in het verleden actief was. Ook moskee Nasser in Veenendaal ontkent in alle toonaarden iets met hem van doen te hebben.

De regionale en plaatselijke media zitten er bovenop. Hun bronnen zijn er van overtuigd dat Abu Hamza in Veenendaal, waar zijn Nederlandse familie woont, het afgelopen jaar op meerdere plaatsten heeft gepreekt en lezingen heeft gehouden, terwijl België tegelijkertijd van hem probeerde af te komen. Het zou onder meer gaan om een pand op een industrieterrein van stichting Taubah, waar volgens de Gelderlander ook salafistische imams van de Al-Fitrah moskee en moskee Assoennah regelmatig te gast zouden zijn (geweest). De politie is daar volgens dezelfde bronnen over getipt maar heeft niet ingegrepen.

Een woordvoerder van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) bevestigde aan de krant dat de imam regelmatig in Nederland wordt gesignaleerd. „Hij kan de grens over omdat er vrij verkeer van personen is, maar we houden hem in de gaten.” Zijn preken kunnen niet worden verboden, zolang Amaouch zich aan de grenzen van de wet houdt. „Wanneer hij strafbare feiten pleegt, wordt hij aangehouden.”. Burgemeester Wouter Kolff van Veenendaal zegt dat hij zich niet herkent in het beeld dat de omstreden imam ongehinderd zijn gang kan gaan, dat hij goede contacten met de landelijke veiligheidsdiensten onderhoudt en weet wat er speelt. Conclusie: Abu Hamza is in Nederland zover bekend schijnbaar de grens (nog) niet overgegaan.

Wat werkt?
De NCTV houdt wel een zogenaamde ‘alerteringslijst’ van visumplichtige extremistische sprekers bij. Als iemand van die lijst een verblijfsvisum voor Nederland aanvraagt, wordt gekeken of er risico's zijn voor de openbare orde. Uit cijfers over de laatste negen maanden van 2015 blijkt dat om die reden acht imams geweigerd die van buiten de Europese Unie naar Nederland wilden komen. In dezelfde periode werden er vijftien omstreden islamitische voorgangers na goed overleg met de organisatoren - moskeeën, jongerennetwerken of andere verbanden - uiteindelijk niet uitgenodigd voor hun lezing of preek. Of het daarbij in alle gevallen ook daadwerkelijk ging om extremistische predikers of dat de bijeenkomsten gewoonweg zijn afgelast door de grote druk van buitenaf (media en politiek) blijft natuurlijk de vraag.

In de praktijk worden de omstreden imams vooral vóóraf beoordeeld over wat ze - vaak in een ver verleden - hebben gezegd, niet over wat ze ter plekke naar voren brengen. Volgens antropoloog Martijn de Koning gaat het in verhouding vaak om (ultra)conservatieve imams, die hun toehoorders strikte interpretaties van islamitische regels meegeven en daarbij weinig of geen oog hebben voor de manier waarop moslims in een niet-islamitische context kunnen praktiseren. Voor alle duidelijkheid: daar zijn dus wel uitzonderingen op, waaronder Abu Hamza.

Investeren in vertrouwen
Moskeeën - al dan niet met salafistisch oormerk - distantiëren zich steeds vaker openlijk van het gedachtegoed van extremistische predikers en houden de deuren gesloten. De Tweede Kamer heeft dit voorjaar als onderdeel van de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding bovendien een motie aangenomen die het mogelijk maakt organisaties en instellingen die ‘haatpredikers’ uitnodigen en/of een podium bieden aan te pakken.

Daarmee is natuurlijk niet alles opgelost. Een geweigerde imam kan zijn boodschap dan bijvoorbeeld via internet of de satelliet en livestream verspreiden en minder welwillende organisatoren kunnen beslissen om niet langer naar buiten te brengen wie ze uitnodigen, hoewel de motie expliciet spreekt over ‘een vergewisplicht aan wie zij een locatie beschikbaar stellen’.

Met wetgeving en beperkende maatregelen alleen komen we er niet. Nog even afgezien van de vraag naar proportionaliteit en de rechtsongelijkheid die er potentieel van uitgaat, ligt de sleutel van de oplossing toch voor een belangrijk deel bij ‘de moslimgemeenschap’ zelf, bijvoorbeeld door (betere) scholing van imams. Er is dan ook niets mis mee om een beroep op die eigen verantwoordelijkheid te doen. Maar dan zal dat beroep moeten worden vergezeld met het bouwen aan onderling vertrouwen en niet alleen door sanctioneren en verbieden van bovenaf worden afgedwongen. En die balans is in Nederland niet alleen in dit dossier al tijden lang volledig zoek.


Roemer van Oordt is redacteur van Republiek Allochtonie en Polderislam.nl en doet onder meer onderzoek naar/publiceert over processen van uitsluiting/radicalisering en de institutionalisering van de islam in Nederland.


Meer over 'haatpredikers' op dit blog: hier

 

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.

 

Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!




 


Meer over 'haatimams', El Alami Amaouch. martijn de koning, extremistische sprekers, imams, moskeeën, roemer van oordt, tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding, vrijheid van meningsuiting.

Delen:

Reacties


Roemer van Oordt - 08/11/2016 16:16

Dát er imams zijn die oproepen tot geweld ontken ik geenszins, dat ontgaat mij dan ook niet en staat ook in de blog. Wel wordt de kwantiteit - al dan niet bewust - overschat. Ik zet vooral de nodige vraagtekens bij een aantal ontwikkelingen. Zo vind ik het een gevaarlijke trend dat orthodoxie - hoe zeer ook je het met de standpunten er van oneens kan zijn - steeds vaker verward wordt met of gelijkgesteld wordt aan extremisme. Daarnaast zet de eenzijdige gerichtheid op en aandacht voor de aanpak van imams in het extremistische sprekers dossier de deur potentieel open voor rechtsongelijkheid. En tenslotte moeten bestuurders niet op de stoel van rechters gaan zitten als het gaat over wat strafbaar is of niet.

Ik beweer ook nergens dat ik tegen preventie ben, maar stel daarbij vooral de vraag of je met het willen invoeren van extra repressieve maatregelen die waarschijnlijk niet kunnen worden doorgevoerd omdat ze strijdig zijn met (internationaal) recht je jezelf niet steeds meer vervreemd van ‘de moslimgemeenschap’ waarop je als overheid nu juist ook een beroep wilt doen. Want vanuit de eigen verantwoordelijkheid zal het in mijn optiek toch vooral kunnen en moeten komen.

Rudi Dierick - 08/11/2016 11:10

Blijkbaar ontgaat het de auteur dat veel van die haatpredikers onder hun religieuze regels en geboden wel degelijk een feitelijke en aanhoudende oproep tot geweld doen. De expliciete instructies tot geweld die zij direct putten uit de Koran ende Hadith zijn gekend. Dat is dan wel, in de klassieke juridische termen, aanzetten tot geweld, segregatie e.a. weinig moois. maar dat is wel degelijk strafbaar.

Is het beschermen van de openbare ore en het beveiligen tégen dat gekende geweld daarbij geen dwingende en prioritaire plicht voor onze overheden?

En zijn bepaalde, selectieve en doelgerichte verboden (op toegang tot het land en op het verkondigen van die instructies tot geweld en segregatie) dan niet heel goed verantwoordt, met daarbij dus ook preventieve maatregelen?