Vrijheid en tweede nationaliteit

In opinie door Laila Ezzeroili op 14-03-2021 | 09:05

In september 2019 presenteerde Laila Ezzeroili, samen met andere Nederlanders met Marokkaanse roots, in De Balie een manifest. Hierin verklaarden ze de vrijheid te willen hebben om afstand te kunnen doen van een ongewenste tweede nationaliteit. Het manifest leidde tot een initiatiefnota van Jan Paternotte (D66) en brede steun in de Tweede Kamer voor meer keuzevrijheid in nationaliteit.
Afgelopen vrijdag vond in De Balie een debat over dit onderwerp plaats. Laila Ezzeroili hield daarbij een inleiding waarin ze pleit voor onderzoek naar de implicaties van een ongewenste tweede nationaliteit voor de individuele vrijheid en veiligheid van Nederlandse burgers. Daarnaast zou de bestrijding van ongewenste buitenlandse inmenging volgens haar een speerpunt moeten worden van het antidiscriminatie- en van het diversiteit- en inclusie beleid. Hieronder haar hele speech.

Goedenavond,

Mag ik u vragen zich voor te stellen dat u in een relatie zit waar u al heel lang uit wilt stappen, maar de ander wil u niet laten gaan.

Niet uit liefde of genegenheid, maar omdat de ander u nodig heeft om een zekere levensstandaard in stand te houden. De relatie is op allerlei manieren ongelijkwaardig en u bent overgeleverd aan de wispelturigheid van de dominante partij.

U gaat elders wonen, maar de relatie blijft juridisch bestaan.

Uw gangen worden nagegaan, u wordt afgeluisterd en gecontroleerd. U wordt gemanipuleerd en gechanteerd en bedreigd als u weerstand biedt, of zich uitspreekt over het onrecht dat u aangedaan wordt.

Voelt u de beklemming?

Dit is de aard van onze relatie met de Marokkaanse staat. Een afgedwongen relatie.

Je kunt die realiteit proberen te negeren. Je kunt er zoveel mogelijk omheen proberen te werken door Marokkaanse consulaten in Nederland en zelfs reizen naar Marokko te vermijden. Maar Marokko blijft zeggenschap over je houden.

Wanneer we het hebben over een 'ongewenste tweede nationaliteit' en de onveiligheid en onvrijheid die daarmee gepaard gaan, is, logischerwijs, een van de eerste vragen:

Hoe heb je dan concreet last van die tweede nationaliteit?

Bij een aantal staten is dat meteen helder. Die bespioneren, controleren, bedreigen en manipuleren hun diaspora. Andere staten gaan nog verder, die plegen zelfs moordaanslagen op ingezetenen van andere landen, die zij nog steeds als hun eigen burgers beschouwen.

Kortom onvrijheid en onveiligheid, die direct terug te voeren is op die tweede nationaliteit.

Maar ook mensen die niet of nauwelijks last hebben van hun tweede nationaliteit, voelen zich niet vrij en veilig en willen bevrijd worden van de relatie met die buitenlandse staat.

Om deze specifieke vorm van onvrijheid goed te kunnen begrijpen moeten we een stap verder gaan in de conceptualisering van vrijheid en veiligheid in relatie tot nationaliteit.

In mijn worsteling om de woorden te vinden om u hier vandaag uit te leggen wat het voor mij persoonlijk, en voor andere Nederlanders zoals ik, betekent om een tweede nationaliteit te hebben, werd ik geholpen door een vriend, een filosoof.

Hij wees me op het begrip 'arbitraire macht' en op het werk van de politieke filosoof en theoreticus Philip Pettit en zijn ideeën over wat vrijheid is.

Als onderdaan van Marokko, of om het even welke autoritaire staat, zit je als houder van een ongewenste tweede nationaliteit vast in een onnodige en bovendien onvrijwillige relatie met een overheid, een staat, een machthebber, waar je niet aan kunt ontsnappen en die reële macht over jou heeft.

Bovendien is het een relatie waarbinnen jij geen democratische invloed kan uitoefenen. Noch op het voortduren van de relatie noch op de willekeurige regels en wetten die jou opgelegd worden.

Als je geluk hebt, en de willekeur zo uitpakt dat je je relatief vrij en veilig kunt bewegen en uiten, lijkt er niet zoveel aan de hand. En toch...toch ben je niet werkelijk vrij en niet werkelijk veilig.

Philip Pettit legt deze willekeurige en daarom pseudo-vrijheid of 'lucky freedom' uit aan de hand van het negentiende-eeuwse toneelstuk 'A Doll's House' van de Noorse toneelschrijver Henrik Ibsen.

'A Doll's House' gaat over het huwelijk tussen Nora en Torvald. De toenmalige patriarchale wetten en cultuur gunden Nora en andere vrouwen weinig rechten, geen zelfbeschikking en geen onafhankelijkheid.

Toch kan Nora, dankzij de liefde en toegeeflijkheid van Torvald, doen en laten wat ze wil. De enige beperking die haar opgelegd is, is dat ze geen makronen mag eten. Daar werkt ze omheen door de makronen in haar rokken te verbergen.

Filosoof Philip Pettit vraagt zijn toehoorders na te denken over de vraag of Nora vrij is. Ze mag immers gaan en staan waar ze wil, zich kleden hoe ze wil, omgaan met wie ze wil, zeggen wat ze wil, en de enige concrete beperking die ze ervaart kan ze omheen werken en zo alsnog krijgen wat ze wil, mocht ze ondanks het verbod toch makronen willen.

Voor Pettit, en ook voor mij, is het duidelijk: Nora is niet vrij.

Nora heeft te maken met een dominus, haar echtgenoot. Ondanks dat hij haar niet beperkt in het uitoefenen van basale vrijheden, is zij onvrij omdat zij afhankelijk is van de gratie van Torvald om haar die vrijheid te gunnen.

Haar vrijheid is een 'lucky freedom', waar zij alleen over kan beschikken omdat ze het geluk heeft een dominus, een meester, getroffen te hebben die haar deze vrijheid gunt.

Als vrijheid een gunst is, is het geen vrijheid, althans geen robuuste vrijheid. Philip Pettit definieert robuuste vrijheid, werkelijke vrijheid, zo:

'In order to be free you have to have a law and a culture that backs you up, that puts backbone in you. That enables you to look others in the eye without reason for fear or deference.'

Vrij vertaald: 'Om vrij te zijn heb je wetgeving en cultuur nodig die je steunt, die je een ruggengraat geeft. Dat stelt je in staat anderen recht in de ogen te kijken zonder angstig of eerbiedig te hoeven zijn.'

Maar volgens Pettit...
'That law had better be under your control, equally with others in your society.'

'Die wetten kunnen maar beter onder de democratische controle van jou en anderen in jouw samenleving staan.'

Terug naar de ongewenste tweede nationaliteit en waarom de vraag: 'hoe heb je er concreet last van?' weliswaar relevant is...

Maar dat de vraag:

'Ben je vrij en dus niet overgeleverd aan de arbitraire macht van een dominus binnen een onvrijwillige relatie?' ....relevanter is.

Mijn antwoord op die tweede vraag en het antwoord van alle Nederlanders met een tweede, ongewenste nationaliteit, is:

Nee, wij zijn niet vrij.

De Marokkaanse wet en cultuur steunen ons niet, bekrachtigen ons niet. Wij kunnen niet vrijuit leven, zonder ons bewust te zijn van de arbitraire macht die de Marokkaanse staat over ons heeft.

Die buitenlandse staat waar wij een onvrijwillige relatie mee hebben, waar wij niet uit kunnen stappen of aan kunnen ontsnappen.

Wij kunnen Marokkaanse statelijke actoren en hun handlangers niet onbevreesd in de ogen kijken en we kunnen ons geen oneerbiedigheid veroorloven.

Daarnaast hebben we geen controle over de Marokkaanse wet. Marokko is een autocratie en al was het wel een democratie, wij hebben geen actief stemrecht.

Ik wil dat stemrecht ook niet. Ik wil niets van de Marokkaanse staat, behalve dat ze ons laat gaan en verder met rust laat.

Daar hebben we de onvoorwaardelijke inzet en bescherming van de Nederlandse overheid bij nodig.

In het huidige publieke debat kenden we tot voor kort slechts twee, beide zeer beperkte zienswijzen op het hebben van een dubbele nationaliteit:

De hosanna variant die een dubbele nationaliteit ziet als een persoonlijke en maatschappelijke verrijking, als uiting van kosmopolitisme en van succesvol multiculturalisme.

En de discriminatoire variant waarbij wantrouwen en reserves ten aanzien van de dubbele nationaliteit de boventoon voeren en er juridisch een slag om de arm moet worden gehouden, mochten de houders van die dubbele nationaliteit toch niet trouw en loyaal blijken.

We hebben het nog niet of nauwelijks over andere aspecten van een dubbele nationaliteit zoals keuzevrijheid, gelijkwaardige behandeling, individuele vrijheid en veiligheid, en aansprakelijkheid bij ongewenste buitenlandse inmenging.

In de maatschappelijke discussie over dit onderwerp hebben we dus nog wel wat werk te verzetten en dat begint met het gesprek, met het debat, zoals we dat hier vanavond doen.

Het is dan aan de politiek om woorden en beloften om te zetten in daden. De eerste stappen zijn al gezet.

De Tweede Kamer heeft met een ruime meerderheid een viertal moties aangenomen en daarmee het Kabinet de opdracht gegeven om Nederlanders met een ongewenste tweede nationaliteit te beschermen en ze te helpen van die ongewenste tweede nationaliteit af te komen.

Het volwaardig Nederlanderschap is daarmee voor ons een stap dichterbij gekomen. In de allereerste plaats omdat de Tweede Kamer, sommige partijen met wat meer aarzeling dan andere, met deze stemming heeft laten zien ons als volwaardige Nederlanders te beschouwen.

In gesprekken met Marokkaanse Nederlanders hoorden we vaak een cynisch: denk je nou werkelijk dat de Nederlandse regering ons als echte Nederlanders ziet?

Nu kan ik zeggen: Ja. En dat denk ik niet alleen, dat heeft de volksvertegenwoordiging laten zien.

Maar we zijn er nog niet. Ik wil u daarom vragen drie voorstellen in overweging te nemen.

Ten eerste zouden de wetenschappelijke bureaus van politieke partijen onderzoek moeten doen naar de implicaties van een ongewenste tweede nationaliteit voor de individuele vrijheid en veiligheid van Nederlandse burgers.

Ten tweede zou de bestrijding van ongewenste buitenlandse inmenging een speerpunt moeten worden van het antidiscriminatie- en van het diversiteit- en inclusie beleid.

Buitenlandse staten spelen nu succesvol in op de gevoelens van uitsluiting en stigmatisering die leven onder moslims en mensen van kleur. Dat ontwricht de Nederlandse samenleving en moet dus aangepakt worden.

Tot slot wil ik u vragen scherp toe te zien op de uitvoering van de aangenomen moties.

Ik kijk van harte uit naar nieuwe, scherpe beleidsvoorstellen die werk maken van de bescherming van Nederlandse burgers tegen onvrije en ondermijnende buitenlandse staten.

En ik dank u voor uw aandacht...


De lezing van Laila is terug te kijken op de website van De Balie. Behalve haar inleiding kun je daar ook Tweede Kamerleden Dilan Yesilgöz (VVD), Jan Paternotte (D66) en Jasper van Dijk (SP) zien en horen over dubbele nationaliteit en over de vraag hoe beleidskeuzes zich verhouden tot mensenrechten en nationale veiligheid. Ook internationaal jurist Christophe Paulussen geeft een inleiding.

Zie ook:

Brede steun in Tweede Kamer voor ‘Keuzevrijheid in nationaliteit’

Lees ook het manifest en het vervolgstuk waarin de initiatiefnemers reageren op 8 vaakgehoorde misvattingen en angsten 

Het initiatiefvoorstel van Jan Paternotte (D66)

 

 

 


Meer over dubbele nationaliteit, lange arm, marokko.

Delen: