The Day After

In opinie door Eerstkoffie op 10-01-2015 | 16:05

Tekst: Eerstkoffie

Even terug in Nederland, spreek ik met een maat af in Amsterdam. Hij pikt me op bij het centraal station, leidt me richting de auto, geparkeerd in de garage naast de Bijenkorf.
We kletsen wat ditjes en datjes. Aangekomen bij de Mini Cooper van zijn vrouw, vraag ik hem of zij die wel kon missen.
“Ik vind het ding ook goed sturen. En Nour is naar Marokko, naar haar ouders.”
“Is het goed met haar? Met de familie?”
Hij klikt de Mini weer op slot. Ik kijk hem aan.”Kom, Kof, we gaan even een slokje doen. Ik wil nog niet weg.”
In stilte lopen we verder de stad in.
Op de Dam stopt hij. Blijft staan en kijkt me daarna aan.
“Mo, wat is er?”
“Het heeft ons getroffen, de afgelopen dagen.”
“Wat?” vraag ik voor de zekerheid. Het blijft lang stil. “Vertel, Mo.”

Hij trekt me aan mijn arm mee terwijl hij met een bibber in de stem ‘Charlie’ uitstamelt. Ik wist het. Maar niet dat hij daar zo emotioneel van raakte. In stilte lopen we door de Kalverstraat en belanden in het restaurant van de V&D. Als Mo en ik met onze twee flesjes bier aan tafel zitten, zie ik zijn vochtige ogen. Ik wacht om hem te laten praten, schenk het bier in zijn glas, dan het mjne, neem beide glazen in mijn handen en klik ze tegen elkaar. “Gezondheid jongen. Vertel me.”

Hij neemt voorzichtig een slok, probeert zijn tranen in te houden.

“Kof, ik was op de Dam, tijdens die’demonstratie’, ‘herdenking’ of wat dan ook om Charlie Hebdo. Er waren ook veel Maokkanen, moslims. Wij vinden wat er gebeurde net zo verschrikkelijk als jullie. Erger nog, misschien, ons geloof werd door het slijk gehaald door lui die de Koran uit het hoofd kunnen opdreunen. Maar er in dat hoofd niets van begrijpen. Nu zijn ze dood en in het Paradijs, denken ze althans. Want dat beoordeelt alleen Allah.”
“Ik heb het ook gevolgd Mo. In Casablanca hebben ze TV.” Hij grinnikt licht.

“Ik sprak er de oom van Nour, toen we van de Dam kwamen. De oude man huilde zachtjes en kon niet praten. Zijn vrouw hield hem aan de arm en vertelde mij zijn verhaal. Over hoe hij ooit naar Nederland kwam, wilde sparen zodat zijn kinderen een opleiding konden volgen, een huis kopen, et cetera. Dat zijn broer in Frankrijk terecht kwam, met dezelfde hoop. Hard en vies werk, dat de Fransen toen liever niet zelf deden. Nu, in de crisis, pikt hij die Fransen opeens hun baan af.”

“Jij nog?” Hij knikt en ik haal nog twee flesjes. Er schiet me van alles door mijn hoofd, ze doen het nooit goed, al doen ze het beter dan die autochtoon. Mo heeft niet kunnen kiezen waar hij ter wereld kwam, maar het werd Nederland, of all places. Vraag me af hoe we aan die ‘tolerantie’ kwamen, eens. Ik ga weer zitten.

“Mo, vertel me waar het om gaat, waarom is Nour naar haar ouders?”
“Omdat die mensen het moeilijk hadden, ik bleef voor die kleine en m’n werk Mijn zus helpt met die kleine jongen naar school en zo.”
Het is doodstil als ik weer inschenk.
“Haar ouders zijn kapot. Er zijn twaalf mensen vermoord uit naam van Allah. De idioten. Nour is daar, omdat naast deze onschuldige mensen, ook haar twee neefjes omkwamen in dat drama.”
“Oh, die politieagent?”

“Nee, Kof, nee. Haar neefjes waren de schutters. Nour haar oom en tante kwamen ooit naar Frankrijk om die jongens een betere toekomst te geven, werk, een eigen huis, een auto en een kleuren-TV.” Nu jankt hj, laat het gaan. Ik voel een schaamte door mijn bloed stromen die niet mijn schaamte is. En xeker niet de zijne moet zijn. Maar ik kan me voorstellen dat hij die voelt. Voor zijn mensen, zijn geloof. Voor de slachtoffers, voor de overledenen. Voor de mensen die ook hun kind verloren. Die stierf in het terroristische harnas Maar toch ook een kind, een zoon was, ooit. Mo drinkt dus rustig een biertje, heeft een goede baan en voelt zich meestal thuis in dit land. De gedachtte dat velen denken dat hij vast anders over dingen denkt, houdt de deur toch altijd op die kier. Jammer.
“Kom, die garage kost een vermogen. Fijn dat je even luisterde, Kof. Ik betaal deze zonde”. Als hij me aankijkt, zie ik gelukkig die schittering in zijn ogen weer.

Eerstkoffie is blogger. Dit stuk verscheen eerder op zijn blog en is FICTIE


Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.  

Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!  


 


Meer over charlie hebdo, eerstkoffie, parijs, terreur.

Delen: