Politieke correctheid in het integratiedebat (Floris Meijer)

In opinie door Floris Meijer op 25-05-2010 | 14:39

Allochtoon, Nieuwe Nederlander, migrant of medelander zijn slechts een paar begrippen die worden gebruikt om burgers in dit land aan te duiden van niet-Nederlandse afkomst, of Nederlanders die hun wortels in het buitenland hebben, de ene term wat politiek correcter dan de andere. Nu ook het Allochtonenweblog ‘geemancipeerd’ is in de Republiek Allochtonië, wordt het tijd om deze politieke correctheid in het integratiedebat eens nader te bekijken. Want welke termen bezigen de politieke partijen hierover zelf in hun partijprogramma’s? En zijn die begrippen nog wel bruikbaar?

Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw ontstond steeds meer het besef dat taalgebruik een cruciale factor was in het benoemen van politiek gevoelige onderwerpen. Vanuit de politiek kwam er meer aandacht voor de ‘juiste’ benaming van taboes en gevoelige onderwerpen. Woorden die discriminatie in zich zouden dragen werden vervangen door minder beladen termen. Kwetsbare groepen zouden door ‘gepast’ taalgebruik worden beschermd en ‘ontzien’. Toen vanaf de jaren zeventig en tachtig langzaam het besef opkwam dat de gastarbeiders zich hier permanent zouden vestigen, begon men te spreken van ‘allochtonen’ (de term werd begin jaren zeventig geïntroduceerd door Hilda Verwey-Jonker).

Politiek correct taalgebruik had in de eerste plaats ten doel om minderheden te helpen in hun emancipatie of maatschappelijke ‘verheffing’. In dat laatste klinkt het (neo-) marxistische gedachtegoed door, de belangrijkse ideleogische basis van de politieke correctheid. Met name onder invloed van de Duitse denktank Frankfurter Schule werd na de Eerste Wereldoorlog gepoogd om door het promoten van de marxistische cultuur – en het bijbehorende taalgebruik – het gedachtegoed van Marx op een geweldloze wijze te verspreiden. Politieke correctheid wordt dan ook wel gelijkgesteld aan cultureel marxisme, maar dat wordt door sommige critici bestreden. Feit is wel dat door rechtse politici regelmatig wordt gewezen op de linkse oorsprong van politiek correcte terminologie en dat die begrippen dus per definitie bevooroordeeld zijn, afkomstig uit de ideologie van de ‘linkse kerk’ (PVV).

Partijprogramma’s

In de politieke arena worden verschillende aanduidingen voor niet-autochtone Nederlanders gebruikt. Er is dus zeker geen sprake van overeenstemming over de terminologie in het integratiedebat. Wel gebruiken zo goed als alle partijen in hun partijprogramma’s het begrip ‘allochtoon’. Lange tijd was het pejoratieve onderscheid tussen allochtone en autochtone Nederlanders gemeengoed. Toen minister Hirsch Ballin (CDA) in 2008 voorstelde de term ‘allochtoon’ af te schaffen, werd dit met een ruime meerderheid afgewezen. Ook de Amsterdamse PvdA probeerde het begrip een paar jaar eerder al uit de officiële politieke verhandelingen te weren, omdat de term stigmatiserend zou zijn. Dit voorstel werd eveneens afgeschoten. Inmiddels wordt er geëxperimenteerd met de introductie van nieuwe begrippen als ‘medelander’ en ‘nieuwe Nederlander’. Het is opvallend is dat ToN (zetel Verdonk) eveneens de term ‘nieuwe Nederlander’ gebruikt in haar verkiezingsprogramma.

Afgelopen week werd bekend dat de ChristenUnie in haar verkiezingsprogramma het begrip ‘biculturele burger’ gebruikt om allochtone Nederlanders aan te duiden. Voor wie de term precies geldt is echter niet geheel duidelijk. Deze term kan dus worden toegevoegd aan het rijtje van eufemismen en neologismen om de burgers met een niet-Nederlandse achtergrond te benoemen.

Daar waar de PVV de wortels van migranten gebruikt als een stok om mee te slaan, nemen partijen als de PvdA deze juist als ingrediënt voor hun multiculturele soep. Deze twee tegengestelde opvattingen geven aan dat het taalgebruik ten aanzien van migranten duidelijk een afspiegeling is van het beleid wat deze partijen voorstaan. Aan deze terminologie liggen de vier belangrijkste benaderingen van het integratievraagstuk – het assimilatiemodel, het cultureel pluralisme, het multiculturele model en de smeltkroes – ten grondslag. Het behoeft dan ook geen nadere toelichting dat de PVV met haar cynische gebruik van de termen ‘knuffelallochtonen’ of ‘nieuwe Nederlanders’ geen aanhanger is van het multiculturele model. De PVV spreekt sowieso liever zoveel als mogelijk van ‘vreemdelingen’ en ‘niet-westerse allochtonen’, dat is wel zo overzichtelijk.

Republiek Allochtonië

Het mag duidelijk zijn dat de termen in het integratiedebat om ‘migranten’ aan te duiden niet zelden beladen zijn. Zowel sommige politiek correcte termen als de ‘rechttoe-rechtaan’-begrippen van de rechtse partijen in het integratiedebat kunnen polariserend, stigmatiserend, eufemistisch, badinerend of dogmatisch zijn. Maar is het daadwerkelijk zo’n groot probleem als weleens wordt gesteld? Uiteraard dekt geen enkele term de juiste lading, maar deze begrippen zijn dynamisch en aan verandering onderhevig, gelukkig maar. In die zin wordt politiek correct taalgebruik door zichzelf vanzelf gecorrigeerd.
Het wachten is op de volgende inventieve politicus of burger die een nieuwe term bedenkt, het liefst met gevoel voor stijl. Tot die tijd weet iedereen best waar we het over hebben als er wordt gesproken van allochtoon, medelander, immigrant, Marokkaanse Amsterdammer of Nieuwe Nederlander (met of zonder hoofdletter). Gelukkig is er in de Republiek Allochtonië plaats voor iedereen. Wees welkom.

N.B. Instituut FORUM bekeek vorige week de partijprogramma’s van verschillende partijen op onder andere de thema’s integratie en immigratie. Die zijn hier te bekijken.

Floris Meijer is onderzoeker en tekstschrijver


Meer over #tk2010, allochtoon, biculturele burger, floris meijer, nieuwe nederlander, verkiezingen.

Delen: