Nederlandse regering: neem stelling tegen schending mensenrechten in Marokko!

In opinie door Jamal El Kattabi op 27-10-2017 | 10:07

Mij beklemt het gevoel dat we opnieuw zijn beland in jaren van lood. Schendingen van mensenrechten en willekeur vinden dagelijks plaats. Een stevige stellingname van de Nederlandse politiek tegen de schendingen van de mensenrechten is daarom hard nodig.

Morgen is het precies één jaar geleden dat visverkoper Mohsin Fikri werd vermorzeld in een vuilniswagen toen hij zijn geconfisqueerde vis probeerde te redden. Wat daarna volgde, is ongekend voor heel Marokko en de Rif in het bijzonder. De bevolking gaat massaal de straat op. Jong en oud, man en vrouw. Vreedzaam en met slogans vrijheid, waardigheid en sociale waardigheid eisten zij sociale en economische verbetering op het gebied van werkgelegenheid, onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur. De Hirak als protestbeweging is feit. De hele wereld is er getuige van.

De herdenking van de dood van Mohsin Fikri valt samen met het begin van het proces tegen een groep politieke gevangenen van de Hirak. Nasser Zafzafi, de leider van de Hirak en 50 andere activisten zitten al meer dan vijf maanden vast onder inhumane omstandigheden in de beruchte gevangenis Oukacha. Hun proces dat intussen een paar keer is uitgesteld staat nu gepland op 31 oktober. Hoewel de gevangenen geen vertrouwen hebben in een eerlijk proces, zijn ze overtuigd van hun legitieme zaak.

In plaats van een luisterend oor, reageert de Marokkaanse overheid echter met de harde hand. Sinds eind mei zijn ongeveer honderden activisten en demonstranten opgepakt, waarvan inmiddels een groot deel is veroordeeld. De opgelegde straffen variëren van één tot vijf jaar. Dit leed trekt een zware wissel op de families, maar ook op alle Riffijnen. Men voelt zich wederom collectief gestraft.

Tegen de leiders van de Hirak heeft het openbaar ministerie hallucinerende aanklachten geformuleerd zoals ondermijning van nationale eenheid en stabiliteit, voorbereiding van een samenzwering vanuit het buitenland en aantasting van de nationale veiligheid. Met deze gefabriceerde aanklachten en de wijze waarop de autoriteiten met de Hirak en gevangenen omgaan willen de autoriteiten een ding: wraak nemen. Voor mij is dit een soort déja vu. Het doet denken aan 1958/59 toen kort na de onafhankelijkheid het leger de Riffijnen met ongekend geweld aanviel. Toen ook als reactie op de roep van de bevolking voor een menswaardig bestaan.

Mij beklemt het gevoel dat we opnieuw zijn beland in jaren van lood. Schendingen van mensenrechten en willekeur vinden dagelijks plaats: marteling en vernedering van activisten en demonstranten, journalisten die monddood zijn gemaakt. Hierover hebben nationale en internationale mensenrechtenorganisaties de noodklok meermalen geluid.

Dat deze verontrustende situatie Marokkanen in Europa raakt is evident. Met name degenen met familie in de Rif, zijn begaan met het lot van de politieke gevangenen. Onder hen is terecht een groeiende bezorgdheid en boosheid. Met verschillende acties en initiatieven proberen zij aandacht te vragen voor de vrijlating van de politieke gevangenen en de eerbiediging van de mensenrechten. Er is gelukkig steun, maar helaas ook stilte. Vooral van de zijde van de Nederlandse regering.

We verdienen allemaal een beter Marokko. Een land waarin vrije ruimte is voor iedereen. Ook Nederland verdient een betere partner. Een stevige stellingname van de Nederlandse politiek tegen de schendingen van de mensenrechten is daarom hard nodig.

 

Jamal El Kattabi is actief bij Rif Alert,  een initiatief van een aantal Marokkaans-Nederlanders die solidair zijn met de Hirak. Op 27 oktober organiseert zij in Amsterdam een bijeenkomst ter herdenking van de dood van Mohsin Fikri. 


Meer over hirak, mensenrechten, Rif, Rif Alert.

Delen: