Het liberale hart van Jeanine Hennis - Over vrijheden en onbegrip

In opinie door Jan Dirk Snel op 15-03-2011 | 16:20

Tekst: Jan-Dirk Snel

Zou het ironie geweest zijn van Kustaw Bessems om in de intro op zijn interview met VVD-Kamerlid Jeanine Hennis te reppen van haar ‘liberale hart’? Het moet haast wel, want wat in het stuk de meeste aandacht trekt, is juist haar onachtzame omgang met een van onze meest fundamentele vrijheden. Liberalisme is nou bepaald niet het eerste waar je - zeker na vanmorgen - bij Jeanine Hennis aan denkt. Dit is de passage die in het geding is:

En uw inzet zou zijn: geen hoofddoek achter de stadhuisbalie?

‘Ja, voor de medewerkers zou dat moeten gelden. En ook geen andere religieuze symbolen. Alle religies zijn daarbij voor mij gelijk. Universiteiten, scholen, ook daarover zou ik in alle rust het debat willen voeren. Maar de christelijke partijen beschouwen dat gelijk als een aantasting van de vrijheid van godsdienst. Dat is onzin, want de vrijheid van godsdienst is in zo veel andere artikelen geregeld: de vrijheid van vergadering, de vrijheid van meningsuiting. In feite is het artikel waarin die vrijheid van godsdienst is vervat overbodig.’

‘We hebben het hier veel over scheiding van kerk en staat, maar de kerk is behoorlijk in de staat getreden. Kijk naar confessionele scholen, de organisatie van de publieke omroep en – gevoelig onderwerp – maar het geldt ook voor ritueel slachten.’

Wat staat hier? Laten we proberen haar recht te doen. Ik tweette vanmorgen eerst:

Zo, @JeanineHennis wil een vrijheid die in andere vervat zou zijn, toch afschaffen. Maar waarom dan? Moeilijk, hè, vrijheid voor anderen.

Daarop repliceerde zij:

Dat staat er niet. Waarom direct in de remmen bij een pleidooi vr breed beschouwend debat?

Waarop mijn antwoord was:

Overbodig, zeg je. Wat overbodig is, kun je van de hand doen. Als een politica een grondrecht zo noemt, is dat een aanval, ja

Laten we dus precies zijn. Jeanine Hennis wijst er terecht op dat ze niet actief voor afschaffen van de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging pleitte, maar overbodig vindt ze dit grondrecht wel. Als een politica zo weinig waarde hecht aan een fundamenteel beginsel dat al vanaf het begin, 24 augustus 1815, in onze Grondwet staat, is dat toch op zijn minst opmerkelijk. De vrijheid van levensovertuiging is bij Jeanine Hennis in ieder geval niet in veilige handen, dat is wel helder.

Het pregnantste commentaar kwam misschien wel van Ruard Ganzevoort:

Ironisch genoeg bewijst @jeaninehennis met haar uitingen dat het maar goed is dat vrijheid van godsdienst expliciet in de grondwet staat.

Zo is het. Hij laat de samenhang zien. Jeanine Hennis - dat is haar concrete punt - wil religieuze symbolen verbieden achter stadhuisbalies, waarna ze ook nog universiteiten en scholen noemt. Dat is helder. Mensen mogen nu iets en die vrijheid zou hun ontnomen moeten worden. Nu mag iemand maar zo met een keppeltje op of een hugenotenkruisje op het revers op een school, universiteit of stadhuis werken, maar mevrouw Hennis wil daar iets tegen doen. En dat zou geen aantasting van de vrijheid van godsdienst zijn? Erg logisch komt die redenering niet over.

Maar o ja, dat hele grondrecht is volgens haar overbodig. Het zou immers al in andere vervat zijn. Laten we dat eens aannemen. Zou een verbod op religieuze symbolen op bepaalde plaatsen dan niet in strijd zijn met de vrijheid van meningsuiting of andere grondrechten?

De redenering is onontwarbaar. Hennis wil iets verbieden. Er zijn mensen die zeggen dat dat in strijd is met een grondrecht. Zij vindt van niet. Dan gaat het dus om de uitleg van dat grondrecht, niet dat recht zelf. Maar toch vindt ze dat grondrecht overbodig. Het vermoeden dringt zich toch op zijn minst op dat het haar ietwat in de weg zit. En onduidelijk is of die andere grondrechten dan niet dezelfde interpretatiestrijd op zouden kunnen leveren.

Hoe het ook zij, Jeanine Hennis wil dingen verbieden die dat nu niet zijn, én ze vindt een oud grondrecht, dat bepaalde vrijheden garandeert, overbodig. Liberaal klinkt dat in ieder geval alvast niet. Maar ik neem aan dat ze dat ook wel beseft: hier doet ze doelbewust twee antiliberale uitingen. Een liberaal hart? Nou nee.

Uiteraard is geen enkel grondrecht absoluut. Vrijheden kunnen altijd beperkt worden en dat gebeurt ook. Vrijheid van meningsuiting geeft niet de vrijheid tot smaad en laster. Vrijheid van vergadering verschaft niet het recht om de omwonenden met lawaai uit hun slaap te houden. En vrijheid van religie en levensovertuiging geeft er geen recht op om alle wetten maar te overtreden met een beroep op je diepgevoelde overtuiging. Over bepaalde inperkingen valt altijd zinvol te discussiëren, maar dat Hennis uitgerekend op het moment dat ze het dragen van religieuze symbolen wil verbieden, meteen het complete logisch bijbehorende grondrecht overbodig verklaart, blijft verdacht.

En - dit als terloopse uitsmijter - waarom heeft ze het trouwens over religieuze uitingen? Bestaan die eigenlijk wel afzonderlijk? Als levensovertuiging toch geen eigen grondrecht nodig heeft, dan kun je dus ook een verbod op persoonlijke uitingen afkondigen. Geen hoofddoekje, geen oorbellen, en - wie weet - ook geen snor. En voor het haar graag gestandaardiseerde richtlijnen. Het aantal toegestane millimeters willen we graag weten.

-

Is de vrijheid van levensovertuiging en religie in andere klassieke grondrechten vervat? Ja, ten dele waarschijnlijk wel. Grondrechten hangen samen. Samen vergrootten ze de vrije publieke ruimte. Vrijheid van godsdienst is in feite het oudste en je kunt in zekere zin zeggen dat andere vrijheden daaruit voortgekomen zijn.

Toen dat recht werd geformuleerd, kon men zich niet voorstellen dat mensen niet bij een bepaald kerkgenootschap – alleen de term genootschap is al afkomstig uit het typische achttiende-eeuwse sociabiliteitsdiscours – waren aangesloten. De verlichte overheid stelde groot vertrouwen in religieuze genootschappen als het ging om de vorming van de morele burger.

Godsdienst is een praxis. Religie is veel meer dan een mening, zoals sommige grappenmakers tegenwoordig denken. Religie bevat op zijn minst twee aspecten: leer en leven. Het gaat om bepaalde opvattingen, om een kijk op de wereld. Maar het gaat vooral om handelen, moreel en ritueel. Kerkgenootschappen – christelijke en joodse - waren allereerst morele gemeenschappen. Dat was zo vanzelfsprekend dat het destijds nauwelijks geformuleerd hoefde te worden. Vandaar dat de verschillen vaak in doctrinaire termen werden beschreven: daar zaten meteen de opvattingen over het goede leven bij. Dat doopsgezinden pacifisten waren, dat katholieken op sommige dagen vastten, dat joden op zaterdag niet werkten, dat wist iedereen.

De vrijheid van levensovertuiging en religie is daarom vooral het recht op een eigen moraal. Recht en ethiek zijn twee verschillende dingen, dat is in feite wel de kern. Wetgeving en moraal vallen niet samen. De staat legt van alles vast in wetten en daaraan zul je je moeten houden. Maar daarnaast is er een groot maatschappelijk domein waarin mensen zelf hun morele maatstaven en omgangsvormen bepalen. Dat is de kern van de godsdienstvrijheid. En dat gaat veel verder dan het recht op uitingsvrijheid, dat van oorsprong nogal beperkt is.

Het is bovendien een collectief grondrecht. Of beter: het is de combinatie van een individuele en gezamenlijke vrijheid. Het recht geeft je de vrijheid om je aan te sluiten bij de overtuiging van jouw keuze, maar tegelijk beleef je die praxis samen met anderen. Morele praktijken deel je met medemensen. Voor eigenlijk alle klassieke grondrechten is dat punt van belang. Een drukpers bediende je zelden in je eentje. Je had mensen nodig om een geschrift of krant te schrijven en te verspreiden. En vergaderen kun je al helemaal niet in je eentje. Onderwijs geven trouwens ook niet.

Het is ook helder wie het meest van het recht op godsdienstvrijheid geprofiteerd hebben: de onkerkelijken, en in levensbeschouwelijk opzicht de onverschilligen, de agnosten, de atheïsten, zij die zich sinds tamelijk kort vaak trots seculier noemen. Nog niet zolang geleden heette dat gewoon ‘niks’. Je was hervormd of rooms of je was niks. Maar nu heeft dat een naampje – en dat is opvallend genoeg niet de oude kandidaat, humanist, geworden.

Het recht op godsdienstvrijheid gaf paradoxaal genoeg ook het recht om er geen godsdienst op na te houden. Daar begint ook het misverstand. Je mocht je maar zo uit laten schrijven en je kon maar zo een andere moraal omhelzen. Het grappige en ook wel treurige is nu dat juist uit de hoek van hen die het allermeest van dit grondrecht geprofiteerd hebben, nu de aanvallen komen. De ladder is beklommen, men is boven en nu kan ie weggegooid worden.

Het punt is natuurlijk dat vele nieuwe seculieren hun eigen positie zo vanzelfsprekend vinden, dat ze die anders achten dan die van anderen. Zij zijn als het ware de normale, blanco mensen. En tja, dan heb je ook nog wat types die er een vreemde hobby opnahouden: die doen aan zoiets mals als religie. De vrijheid van religie is in hun ogen ineens niet meer hun eigen vrijheid waar zij zo van geprofiteerd hebben, maar die van anderen.

En die anderen? Ja, waarom zou je die nog van alles gunnen? Waarom zouden ze niet net doen als jij? Als jij gelijk hebt, dan kan die ander dat immers niet hebben. Het is exact dezelfde meerderheidsredenering als die vroeger omgekeerd prevaleerde. Toen was in Nederland de christelijke religie in de hervormde variant de publieke en statelijke norm en was het vanzelfsprekend dat anderen als afwijkend werden beschouwd. Nu zijn de verhoudingen omgekeerd en heb je normale seculiere mensen en anderen die nog iets extra’s doen. Dat de vrijheid van levensovertuiging allereerst de eigen levenswijze garandeert, begrijpt men niet eens meer. Dat is een punt dat nadere opheldering verdient.

En of Jeanine Hennis er iets van begrijpt? Ik vrees het ergste. Zij wil in alle rust een debat, een breed beschouwend debat zelfs. Ik geef toe: het zou voor haar misschien wel eens nuttig zijn dat ze over dit soort thema’s eens wat langer dan een enkele minuut doordacht. Maar wat is het probleem? Er zijn vrijheden en dat lijkt me mooi zo. Alleen als je zoals Hennis last hebt van antiliberale oprispingen en je het verbodsinstinct niet weer te beteugelen, zie je dus een zelfverzonnen vraagstuk.

-

Jeanine Hennis bazelde ook nog wat over de scheiding van kerk en staat. Het is altijd opmerkelijk hoe dat thema altijd nog de aandacht trekt. Ik zou denken dat dat vraagstuk in 1796 toch al heel aardig geregeld is en dat de slaking van de verdere banden - de zilveren koorde - tussen de staat en de kerken – let op het hier noodzakelijke meervoud – rond 1983 toch ook goed geregeld is. Maar telkens heb je weer mensen die er niet genoeg van kunnen krijgen.

In een artikel dat in 2004 in Trouw is verschenen en dat ook in een boekje – dat trouwens opent met het befaamde essay van Paul Scheffer over het multiculturele drama – is terechtgekomen, heb ik daar al eens over geschreven. Ik verwijs daarnaar en meld er bij dat ik de hoofdlijnen zeker nog onderschrijf, maar dat er over details gepraat kan worden. Ik zou nu waarschijnlijk de relatieve onbelangrijkheid van het hele scheidingsthema benadrukken; vrijheden staan er meer los van dan ik toen deed voorkomen. Ik  bedoel maar, in Engeland, Schotland of Denemarken bestaat nog steeds geen scheiding van kerk en staat, maar met de vrijheid is daar niets mis.

Nu is het genoeg om slechts kort vast te stellen dat Hennis er niets, maar dan ook werkelijk niets van begrepen heeft. Ze noemt drie voorbeelden hoe ‘de kerk’ – welke vraag je je dan toch allereerst af – ‘in de staat is getreden’. Alleen de terminologie al. Hoe ritueel slachten ook maar op enige manier een treden van de kerk in de staat – ja,  hoor dit soort fraaie uitdrukkingen moet je vasthouden – zou kunnen inhouden, blijft onduidelijk. Ik zou zeggen: mensen besluiten gewoon om dieren op een bepaalde manier te slachten. Dat is in principe hun zaak en hun vrijheid. Als er zich één instantie mee bemoeit, dan is dat juist de staat, die meent regels te moeten stellen: zo mag je wel slachten en zo niet. Daar kunnen op zich goede redenen voor zijn, hele goede mogelijk, maar het is toch echt de overheid die hier het leven van mensen binnentreedt. De omkering is lachwekkend.

En confessionele scholen - gewone mensen zouden volgens de systematiek gewoon over bijzondere scholen spreken - en de organisatie van de publieke omroep? Wat heeft dat me de verhouding tussen kerk en staat vandoen? Ja, een paar kleine zendgemachtigden hebben iets met christelijke en joodse kerkgenootschappen te maken en dan is er ook niet iets dat met de islam en het humanisme – en misschien nog wel meer - van doen heeft. Maar voor de rest? Het gaat gewoon om burgers die gebruik maken van mogelijkheden die voor iedereen geleden en zich maatschappelijk organiseren. Het zijn initiatieven van burgers die gebruik maken van hun constitutionele rechten, zoals Hans Goslinga terecht tweette.

Niks mis mee. Maar dat Hennis dit al problematiseert, geeft te denken. Heeft zij wel iets met de uitoefening van liberale rechten? Of vindt ze het toch maar verdacht dat mensen maar zo hun vrijheden benutten? Het is onhelder, maar het is vooral merkwaardig en lichtelijk verontrustend.

-

Natuurlijk, het gaat maar om een paar zinnen uit een lang interview. Mensenrechten zijn grondwettelijk goed gewaarborgd en ze liggen vast in internationale verdragen, waarvan het EVRM, het Europees Verdag voor de Rechten van Mens, het belangrijkste is. Ze worden maar zo niet aangetast. Er is geen direct gevaar.

En toch is het zorgwekkend dat een volksvertegenwoordiger zich en passant zo uitlaat. Het is tekenend voor een nonchalante, onverdraagzame levenshouding. Vrijheid? Voor anderen? Onze vrijheden mogen dan juridisch goed gewaarborgd zijn, ze zijn voor hun handhaving wel afhankelijk van mensen die ze op zijn minst begrijpen. Als dit proces zo doorgaat, kun je je afvragen hoe dat de komende jaren en decennia verder gaat.

Liberalisme is geen natuurlijk gegeven, dat is wel helder. Het moet telkens weer geoefend en verdedigd worden.

Link: het interview dat Kustaw Bessems had met Jeannine Hennes

Jan Dirk Snel is filosoof. Dit artikel is eerder op zijn blog verschenen en met toestemming van Jan Dirk op Republiek Allochtonie geplaatst. Eerdere artikelen van Jan Dirk Snel op Republiek Allochtonie leest u hier

 


Meer over hoofddoek, jan dirk snel, Jeanine Hennis, liberalisme, scheiding kerk staat, vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting.

Delen:

Reacties


Dominik - 15/03/2011 17:58

Wat de heer Snel totaal over het hoofd ziet, is dat mevrouw Plasschaert een neutrale overheid voor ogen heeft waar geen religieuze invloeden of symbolen te bekennen zijn. De overheid moet er voor alle Nederlandse inwoners zijn, los van religieuze tekens. Dat is eigenlijk juist heel erg liberaal.