Desiring Arabs

In opinie door Ellen van de Bovenkamp op 05-02-2016 | 15:00

Ga vooral naar Much loved; het is een goede film. Maar vergeet niet om ook al die andere prachtige films te zien. Het zou zonde zijn als onze focus op moslims en seks andere films uit de Arabische wereld die iets minder seks, drugs en rock’n roll zijn in de schaduw lijkt te zetten. Dat schrijft Ellen van de Bovenkamp.

Farah geniet met volle teugen van het leven. In het begin van A peine j’ouvre les yeux zien we haar in een agennebisj bar in Tunis met haar vrienden. Ze laveert tussen de tafeltjes vol lege bierflesjes door om aan te schuiven bij een ladderzatte dichter, voor wie ze spontaan een lied aanheft. De starende blikken van de dronkenlappen om haar heen lijken haar niet te deren, en van de sociale conventies die voorschrijven dat vrouwen van goede zeden niet in bars komen – en zeker niet in zo’n soort bar – trekt ze zich al helemaal niets aan. Haar weerstand tegen een burgerlijk bestaan, haar politieke engagement, haar verliefdheid : in alles is Farah even fel. De rol van Farah wordt steengoed neergezet door Baya Medhaffar, haar energie spat van het scherm, maar ook de gelaagdheid van de film maakt A peine j’ouvre les yeux tot een fantastische film. Dit debuut van filmmaakster Leyla Bouzid is een ode aan de jongeren van Tunesië, aan vrijheid, aan het strijden voor idealen, maar ook aan moederliefde. En na het zien van de film had ik het idee dat ik Tunesië een klein beetje beter begrijp.

Ik zag de film op een maandagmiddag in een kleine filmzaal in Lyon. Hoe anders dan de grote zaal van een commerciële cinema waar ik Much loved (Zine li fik) van Nabil Ayouch vorig jaar zag. De film, die nu ook in Nederland in première is gegaan, toont het leven van drie prostituees in Marrakech, die een appartement met elkaar delen. Omdat Much loved een aantal zeer expliciete seksscenes bevat, mag de film in Marokko niet worden vertoond. Doordat een echte plot ontbreekt heeft de film veel weg van een pseudo-documentaire, maar Ayouch heeft een indrukwekkende film gemaakt, met knap acteerwerk van de hoofdrolspeelsters. Alleen ergert het me dat de film zoveel meer aandacht krijgt dan alle andere Noord-Afrikaanse films die het afgelopen jaar verschenen bij elkaar.

Waarom irriteert dat me zo?, vroeg ik me af. Komt het omdat de censuur zo overdreven veel aandacht krijgt? Het verbod werd afgekondigd door de Marokkaanse regeringspartij PJD, zegmaar de Marokkaanse christen-democraten, die automatisch in een verdedigingspositie schieten bij te veel bloot, wat de links-laïeke culturele elite in Marokko weer aangrijpt om de islamisten in een hoekje te drukken. Wat me dan weer doet denken aan de manier waarop islambashers en antiracisten in Nederland al jaren in kringetjes om elkaar heen lopen. Voorspelbaar en vermoeiend.

Ik vraag me trouwens af of de censuur niet vooral is opgelegd vanwege de beschamende rol die de Saoedi’s in Ayouch’ film hebben. Hoewel zowel bloot als grof taalgebruik eerder bij films voor problemen zorgden, wil Marokko ook erg graag een goede relatie houden met bondgenoot Saoedi-Arabië.
De seksuele uitspattingen van Golfarabieren en de hypocrisie rondom hun aanwezigheid in Egypte werden al eens beschreven door schrijver Gamal El Ghitani, en ook in de Egyptische film The Yacoubian Building, naar het gelijknamige boek van Al Aswany, wordt ‘verboden’ seks niet geschuwd - hoewel het een stuk minder expliciet in beeld is dan in Much loved. Toch kreeg die film veel minder aandacht dan Much loved.

Het is niet alleen die nadruk op de censuur, mijn irritatie zit dieper. ‘Do Muslim Women Really Need Saving ?’ is de titel van een artikel, waar ik aan moest denken toen ik de gretigheid zag waarmee journalisten zich op Much loved stortten. In dit artikel, dat een aantal jaren geleden verscheen, verwondert Lila Abu-Lughod zich erover dat bij allerlei discussies over de islam te pas en te onpas de positie van vrouwen wordt aangehaald. Het enthousiasme waarmee witte mannen én vrouwen zich opwerpen als bevrijders van moslimvrouwen toont hun superioriteitsgevoel, een hardnekkig overblijfsel uit de koloniale tijd.
Wat heeft dat met deze film te maken? Het zit hem denk ik in de manier waarop veel filmgangers en recensenten naar Much loved lijken te kijken : kijk, vrouwen die zich niets aantrekken van de islamitische geboden en zich blootgeven voor de camera, en kijk, een verlichte moslimman die zich tegen de uitbuiting van prostituees verzet door deze film te maken en die dan prompt, zie je wel, wordt tegengewerkt door de achterlijke autoriteiten van dat moslimland.

Het zit hem in de selectieve verontwaardiging die maakt dat we niet zoveel media-aandacht schenken aan de Marokkaanse journalisten die op dit moment in de gevangenis zitten en dat we het niet hebben over – om maar een voorbeeld te noemen- de winning van in Nederland gebruikte fosfaat, die in Marokko immense schade aanricht aan het milieu en aan de gezondheid van arbeiders. Natuurlijk, seks sells, dat is een universeel gegeven, maar er is meer aan de hand dan dat. Zo heb ik in geen enkele recensie iets gelezen over het probleem dat Fransen die een deel van het jaar in Marokko wonen een rol spelen in de toenemende prostitutie, terwijl de film toch alle aanleiding biedt om dit onderbelichte onderwerp op de agenda te zetten. Ter herinnering: Marrakech dreigde een aantal jaren geleden het Bangkok van Noord-Afrika te worden, totdat de autoriteiten met name de kindprostitutie enigszins aan banden legden. Maar nee, alleen als een imam een gekke uitspraak doet of als er iets met seksuele onderdrukking speelt dat niet met ons, maar met moslims te maken heeft, zijn we geïnteressseerd.

In Desiring Arabs, stelt Joseph Massad dat:

‘cultural production as a whole has been marshaled, consciously and unconsciously, toward a teleological end that accords with nineteenth- and twentieth-century European Orientalist ideas of shaming non-Europe into assimilation.’
‘The struggle of modern Arabs [...] is to prove to all Arabs and all Europeans that Arabs (or at least those among them not inhabiting the Gulf) [sic!] are just like Europeans in civilizational and cultural terms, even though Europeans insist on treating Arabs lesser than they.’ (Joseph A. Massad (2007), Desiring Arabs, University of Chicago Press, p.416-417)

Misschien komt mijn wrevel hieruit voort. Ook al is het waarschijnlijk maar één van de redenen waarom Ayouch deze film maakte: deze beweegreden – laten zien dat Arabieren (in elk geval zij die niet in de Golflanden wonen) net zo beschaafd en cultureel onderlegd zijn als Europeanen - overheerst door de sterke nadruk die wordt gelegd op het belang van de film in Europese filmrubrieken en de buzz over de censuur van de film in Marokko (‘they are lesser than we’).

A peine j’ouvre les yeux, daarentegen, laat zien dat islamitische vrouwen helemaal niet gered hoeven te worden; zij redden zichzelf wel! Farah is daar het springlevende voorbeeld van, ook al stuit ze keihard op de patriarchale structuur van de Tunesische maatschappij. Regiseusse Bouzid schuwt er niet voor om de afhankelijkheid van vrouwen te tonen. Zo probeert Farah’s moeder met seksuele gunsten een informant van de politie voor zich te winnen. Maar we zien ook hoe zij haar best doet om haar dochter in haar eentje op te voeden en hoe ze van zich afbijt als die in gevaar is. We zien hoe de huishoudster van de familie een dienende rol heeft, maar absoluut geen onderdanig gedrag toont - integendeel. En zo zou ik nog een heel aantal voorbeelden kunnen noemen: de kracht van de film is dat niets zwart-wit is en dat niets zo eenvoudig is als het misschien lijkt.

Ga vooral naar Much loved; het is een goede film. Maar vergeet niet om ook al die andere prachtige films te zien, en dan dus vooral A peine j’ouvre les yeux, dat een veel completer en complexer beeld van een Noord-Afrikaanse samenleving schetst dan Much loved dat doet. Het zou zonde zijn als onze focus op moslims en seks andere films uit de Arabische wereld die iets minder seks, drugs en rock’n roll zijn in de schaduw lijkt te zetten, zoals dit prachtige debuut van Leyla Bouzid – hoewel daar veel rock in zit! - maar bijvoorbeeld ook de liefdevolle film Ymma van Rachid El Ouali, die vorig jaar in Franse filmzalen draaide, maar Nederland niet eens lijkt te hebben gehaald.

Ellen van de Bovenkamp is PhD-student aan de Vrije Universiteit Amsterdam, maar woont in Lyon, waar ze docente Antropologie is aan de School for Business and Development 3A.

Trailer van A peine j’ouvre les yeux

 

Trailer van Much Loved

 

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.  

Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!  

 

 


Meer over A peine j’ouvre les yeux, cinema, ellen van de bovenkamp, film, Much loved.

Delen: