Halil Karaaslan nieuwe voorzitter CMO

In achtergronden door Roemer van Oordt op 14-06-2018 | 09:45

Het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) heeft sinds afgelopen weekend een nieuwe voorzitter: Halil Karaaslan. Hij volgt Rasit Bal op, die ‘de koepel der islamitische koepels’ jarenlang naar binnen en buiten toe representeerde. Met Karaaslan (1988) kiest het CMO niet alleen voor verjonging, maar ook voor een meer open en tegelijkertijd kritische houding richting de overheid. Karaaslan staat bekend als iemand met een duidelijke visie, die zich niet met een kluitje in het riet laat sturen. Daarmee is hij voor de nieuwe generaties moslims een veel aansprekender boegbeeld. En dat is maar goed ook. Er liggen nogal wat uitdagende en controversiële dossiers op hem te wachten, waar binnen en buiten ‘de’ moslimgemeenschap flink wat discussie over wordt gevoerd.

Over Halil Karaaslan

In een vandaag verschenen persbericht wordt Rasit Bal bedankt ‘om zijn leiderschap en inzet de afgelopen jaren voor de islamitische gemeenschap in het bijzonder en de Nederlandse samenleving in het algemeen’. Zijn opvolger, Halil Karaaslan, komt voort uit de  Nederlandse Islamítische Federatie (NIF), de koepelorganisatie van Milli Görüş in het zuiden van Nederland die onderdeel uitmaakt van het CMO. Kaaraslan is docent burgerschap bij een MBO, speciaal voor jongeren die het door uiteenlopende problemen niet is gelukt om een startkwalificatie te halen. Hij is daar ook verantwoordelijk voor het inhoudelijk vormgeven van het vak levensbeschouwing. Verder is Kaaraslan oprichter van Kennis Industrie, waar het concept WAARDENloos onderwijs werd ontwikkeld. een concept waarin je als docent jezelf ondergeschikt stelt aan de wensen en ideeën van je leerlingen en je eigen opvattingen zoveel mogelijk buiten beschouwing laat. Halil Kaaraslan schrijft regelmatig scherpe columns in diverse media. Die gaan vaak over het gebrek aan acceptatie van de aanwezigheid van de islam en moslms in Nederland. Kaaraslan benadrukt daarbij dat moslims net zo goed eigenaar zijn van Nederland als ieder ander.

Over het CMO

Het CMO is vanaf het begin van deze eeuw de belangrijkste gesprekspartner van de overheid over zaken die van belang zijn voor integratie, emancipatie, godsdienstvrijheid en gelijke behandeling van een groot deel van de Nederlandse moslimgemeenschap. Voor de aangesloten moslimorganisaties was het orgaan nodig voor collectieve belangenbehartiging en projectontwikkeling.

In het CMO zijn op dit moment tien islamitische koepelorganisaties vertegenwoordigd, die voornamelijk bestaan uit moskeeën. In eerste instantie sloten de grote soennitische organisaties met Turkse, Marokkaanse en Surinaamse roots zich aan. In een later stadium volgden onder meer de Bosnische moskeeën in Nederland en een organisatie voor bekeerlingen (Landelijk Platform Nieuwe Moslims). Het CMO representeert naar eigen zeggen 380 (meer dan 80%) van de Nederlandse moskeeën. Alevieten, seculiere moslims en Ahmadiyya waren en zijn niet vertegenwoordigd.  De Overkoepelende Sjiitische Vereniging is, na tijdelijke deelname, een paar jaar geleden uit het CMO gestapt.

Na een aantal jaren van vooral intern gerichte diplomatie, startte het CMO in 2004 als bestuurlijke organisatie met twee primaire taakstellingen. De eerste is de belangenbehartiging van de moslimachterban op het gebied van integratie en emancipatie. Daarvoor treed het CMO in periodiek overleg met de overheid, bijvoorbeeld over radicalisering van moslimjongeren, ritueel slachten, moslimdiscriminatie en huwelijksdwang. De andere taak is die van ‘Zendende Instantie’, noodzakelijk voor het verwezenlijken van de wettelijke mogelijkheden om geestelijke verzorgers voor gevangenissen, ziekenhuizen en de krijgsmacht aan te stellen en voor het verzorgen van godsdienstonderwijs op openbare scholen.

Ook heeft het CMO sinds haar oprichting een belangrijk rol gespeeld bij de (discussie over een) imamopleiding in Nederland, bij de (perikelen rondom) de moslimomroep en bij interreligieuze ontmoeting en dialoog. Het CMO werd in de periode 2008-2012 vanuit het Rijk gefaciliteerd voor organisatieontwikkeling en bureaukosten. Momenteel wordt er op projectbasis met de overheid samengewerkt.

Kritiek

Makkelijk zal het voor de kersverse voorzitter zeker niet worden. Op het functioneren van het CMO is namelijk altijd en vanuit de meest uiteenlopende kanten veel en forse kritiek geweest. Die kritiek is zowel gericht op vorm als op inhoud en heeft te maken met representatie, persoonlijke vetes, politieke meningsverschillen, machtspelletjes, competenties en generatieconflicten. Toch bestaat het CMO inmiddels al bijna anderhalf decennium en heeft het vele stormen overleefd. 

Vaak gaat de discussie over representativiteit. Niet zozeer op papier, maar vooral over de vraag in hoeverre moskeeën, islamitische organisaties en moslims zich vertegenwoordigd voelen door het CMO of de organisatie überhaupt kennen. Daar valt voor Kaaraslan en zijn medebestuurders nog een wereld te winnen. 

Maar in het verlengde daarvan draait het ook om inhoud. Veel critici betichten het CMO van ‘meelopen met de overheid’ of gebrek aan eigen visie en ruggengraad. Hoewel dat beeld door tegenstanders graag gechargeerd wordt, is het zeker zo dat de visie van het CMO vaak te weinig en vooral op een nogal ontoegankelijke of weinig aansprekende manier voor het voetlicht werd gebracht. Alleen in de periode met Yassin Elkforkani als woordvoerder was die zichtbaarheid - los van de inhoud - veel groter.    

Het is aan Halil Karaaslan om te bewijzen of hij met het CMO de komende periode op actuele thema’s als buitenlandse financiering, opruiende/extremistische predikers, de Scheiding van Kerk en Staat en imamopleidingen in Nederland, een weg weet te bewandelen die voor veel moslims herkenbaar is, intern de boel bij elkaar houdt en tegelijkertijd het gesprek en de samenwerking met de overheid niet blokkeert.

In een interview met Trouw zegt Kaaraslan daarover:

"We gaan vaker van ons laten horen. Actiever worden. Daar hoort bij dat we een duurzamere samenwerking willen met de overheid. Ons voorstel is om een professionaliseringstraject op te zetten voor moskeebestuurders: nu nog vaak eerste generatie migranten die de taal niet goed spreken en regels onvoldoende kennen. Zo kunnen we hen de Nederlandse regelgeving uitleggen: over werkvergunningen voor buitenlandse predikers, over de anbi-status, over buitenlandse financiering, enzovoort. Ook gaan we ons meer roeren in het debat. Bij Pegida-demonstraties, die op de stoep van moskeeën varkensvlees op barbecues zouden braden, bleven we stil. Gebeurt zoiets nog eens, dan doen we dat anders."


Meer over het CMO op dit blog: hier


Waardeert u ons werk? We kunnen uw steun goed gebruiken. U kunt Republiek Allochtonië steunen en een klein (of groot) bedrag doneren (nu ook via I-deal)



Neem een abonnement op onze dagelijkse nieuwsbrief: Subscribe to Republiek Allochtonië by Email

 


Meer over cmo, halil karaaslan, milli gorus, rasit bal.

Delen: