Ruud Koopmans presenteert een onvolledige analyse van moslimradicalisme

In opinie door Jean Tillie op 10-01-2017 | 10:16

De Nederlandse socioloog Ruud Koopmans geeft een onvolledig beeld en overschatting van de omvang en de dreiging van de radicale en extremistische islam (in Nederland).

Dat stelt hoogleraar Jean Tillie. Zijn onderzoek naar salafisme in Nederland was één van de bronnen waarnaar Ruud Koopmans verwees. In onderstaand betoog legt Tillie, die eerder ook onderzoek naar moslimradicalisme deed, uit waarom de analyse van Koopmans tekortschiet.

In een interview in het Algemeen Dagblad van 4 januari jongstleden, stelt de Nederlandse socioloog Ruud Koopmans dat Westerse democratieën zich veel weerbaarder moeten gaan opstellen tegen de hardere, intolerante cultuur van de islam: “Je ziet dat de onbuigzamen aan het langste eind trekken. Radicalen stappen naar de rechter als ze hun zin niet krijgen, wij ergeren ons alleen.” Om aan te tonen dat het gevaar van radicalisering binnen de islamitische gemeenschap groot is, presenteert Koopmans drie onderzoeksuitkomsten: “Van de moslims van Turkse en Marokkaanse komaf in Nederland moet 45 procent als 'fundamentalistisch' worden beschouwd: zij tolereren maar één interpretatie van de Koran (1) en stellen die boven de Nederlandse wet (2)” en “Je moet vaststellen dat van het miljard moslims in de wereld bijna de helft een intolerante vorm van de islam aanhangt. Van die 500 miljoen mensen, blijkt uit onderzoek, is tien tot twintig procent bereid om geweld te accepteren (3) - ook tegen burgers - om de islam te verdedigen. Dat zijn minstens 50 miljoen moslims.”

Nu kun je veel van deze cijfers vinden. Zo leven die 50 miljoen moslims wereldwijd in zeer verschillende landen, waaronder conflictgebieden. En uit mijn eigen onderzoek naar het salafisme in Nederland uit 2010 blijkt dat 8% van de Nederlandse moslims orthodox te noemen is. Het punt dat ik hier echter wil maken is dat we, om de dreiging te kunnen inschatten, onderscheid moeten maken tussen radicalisme en extremisme en dat we daarvoor méér nodig hebben dan de drie kenmerken die Koopmans presenteert.

Radicalisme en extremisme beperken zich niet tot de islam. Je hebt links-radicalen, rechts-radicalen en religieuze radicalen. Radicalisme (binnen Westerse landen) kenmerkt zich door de combinatie van zes kenmerken. Let op, het gaat om de combinatie van alle zes de kenmerken en niet om een selectie uit deze kenmerken.

Allereerst vindt ieder radicaal dat de eigen groep onder vuur ligt en bedreigd wordt. De radicale moslim in Nederland vindt dat de moslims onder vuur liggen en bedreigd worden, de PVV-stemmer vindt dat autochtoon Nederland onder vuur ligt en bedreigd wordt.
Ten tweede, radicalen vinden dat de ‘eigen’ elite verraders zijn. Radicale moslims vinden Nederlandse Imams verraders en Wilders vindt ‘de elite’ verraders.
Ten derde, de radicaal verdedigt een orthodoxe interpretatie van het eigen gedachtengoed. De radicale moslim stelt dat er maar één interpretatie van de Koran is en de PVV-kiezer verdedigt met hand en tand zwarte piet en de ‘echte’ Nederlandse cultuur.
Ten vierde, het eigen gedachtengoed is superieur. De radicale moslim vindt de Koran superieur aan de Nederlandse wet en de PVV-kiezer vindt onze cultuur superieur aan die van de islam.
Ten vijfde, radicalen vinden dat verzet tegen de autoriteiten gerechtvaardigd is. Radicale moslims verdedigen de moslimgemeenschap actief (ik heb het hier over geweldloze actie) en Wilders twittert #kominverzet.
Tenslotte, volgens de radicaal heeft het ‘echte’ lid van de groep een actieve rol. Radicale moslims vinden dus dat je actief moet zijn en Wilders vraagt dat ook van zijn achterban.

Extremisme voegt hier drie kenmerken aan toe en heeft dus negen kenmerken.
De extremist vindt, ten zevende, dat de creatie van de ideale samenleving het hoogste doel is. Het leven van Mohammed B. en Anders Breivik stond volledig in het teken van hun idealen.
Het achtste kenmerk van het extremisme is dat ‘de Ander’ het absolute kwaad, de duivel, is. Voor Mohammed B. vertegenwoordigde Theo van Gogh een duivels gedachtengoed. Voor Breivik waren de sociaaldemocraten in Noorwegen het absolute kwaad.
Ten negende, de extremist vindt geweld geoorloofd om zijn of haar doel te bereiken. Dit leidde bij Mohammed B. tot de moord op Theo van Gogh en bij Breivik tot het vermoorden van 77 mensen (waarbij hij zich expliciet beriep op het gedachtengoed van Wilders).

Radicalisme mag in een democratie en extremisme uiteraard niet. Je mag in Nederland vinden dat er maar één interpretatie van de Islam is en dat die boven de Nederlandse wet staat. Net zoals je in Nederland orthodox Christen mag zijn en je, zoals Wilders, geen vertrouwen in de rechterlijke macht mag hebben.

Koopmans benoemt twee van de zes kenmerken van radicalisme (één interpretatie van de Koran en het eigen superieure gedachtengoed) en één van de drie extra kenmerken van extremisme (geweld). Hij geeft hiermee een onvolledig beeld en overschatting van de omvang en de dreiging van de radicale en extremistische islam (in Nederland).

Extremisme (geweld op basis van een overtuiging) komt voort uit radicalisme en veronderstelt een bredere en diepere overtuiging dan fundamentalisme. Binnen ons salafisme onderzoek scoort 4,2% van de Nederlandse moslims 4 of hoger op een 6-punts radicalisme schaal. Voor 5 of hoger is dat 1%. Dat is dus maar een klein deel van de 45% die Koopmans noemt. Als hiervan 10 tot 20% geweld legitimeert om zijn geloof te verdedigen, zoals Koopmans inschat, dan gaat dat om een kleine groep. Een niet te verwaarlozen en belangrijke groep, maar niet zo omvangrijk als Koopmans suggereert.

Om radicalisme en extremisme tegen te gaan moet je het begrijpen en daarvoor is een volledige analyse nodig. Hierbij kunnen we ons niet alleen beperken tot moslims. Het zou zo maar kunnen zijn dat een radicale politieke partij de grootste wordt bij de komende Tweede Kamerverkiezingen. En ook onder deze radicalen is een bepaald percentage extremistisch en bereid geweld te accepteren om zijn idealen te verdedigen.

 

Jean Tillie is decaan Faculteit Maatschappij en Recht Hogeschool van Amsterdam en hoogleraar Politicologie Universiteit van Amsterdam. Dit artikel verscheen eerder in het NRC en is in overleg met de auteur ook op Republiek Allochtonie geplaatst. Meer van Jean Tillie op Republiek Allochtonië hier 

Lees ook:

Onderzoek naar PVV-stemmers; schokkende resultaten

Reactie van Martijn de Koning op Ruud Koopmans

Jonas Slaats factcheckte de factcheck van het NRC van de uitspraken van Koopmans

Meer over radicalisering hier

Meer feiten hier, meer onderzoek hier.

 

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.

Republiek Allochtonië wordt op vrijwillige basis onderhouden. Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!

 


Meer over extremisme, geweld, islam, jean tillie, radicalisering, ruud koopmans, salafisme, terrorisme.

Delen:

Reacties


Hans Naaktloper - 12/01/2017 19:04

Beste Jean Tillie,

In de zesde alinea van je betoog: "Allereerst vindt ieder...en bedreigd wordt" spreek je over 'de eigen groep'. Is dit een omschrijving van een groep mensen zoals jij die indeelt of zoals de mensen die zichzelf tot deze groep vinden behoren zich indelen? In beide gevallen vind ik dit een verwerpelijke manier van benaderen.
Zoals je sexisme niet kunt bestrijden door mannen en vrouwen telkens als gedefinieerde groepen te benaderen, te benoemen en te onderzoeken, zo kun je culturele- en andere diversiteiten niet verdedigen door telkens de 'eigenheid' van een groep te benoemen of te definiëren. In mijn visie is 'eigenheid' een illusie, welliswaar een zeer hardnekkige, maar een die aanval verdient.
Als je wilt uitgaan van multiculturaliteit is spreken over 'de eigen groep' in mijn ogen een contradictio in terminis. Want uiteidelijk kun je die eigen groep ook weer verdelen in sub-sub-subgroepen, totdat je bij het individu uitkomt.
In de woorden van J. Krishnamurti is spreken over 'de eigen groep' een daad van agressie, en het wordt mij steeds duidelijker hoe waar en hoe wijs zijn woorden waren.

Groeten,
Hans Naaktloper