Noemt u mij maar trut

In opinie door Dilan Yesilgöz op 27-10-2012 | 09:46

Tekst: Dilan Yesilgöz

Van links mag u mij geen allochtoon meer noemen. Rechts heeft liever scherp in beeld in welk hokje ik thuishoor. Midden heeft de voorkeur om mij als ‘medelander’ te bestempelen.
Ikzelf? Ik ben graag wat mij op dat moment uitkomt. De ene keer een Nederlander, dan een Turk of Koerd, een ander moment een wereldvrouw en als ik zin in heb: een trut.
Bottom line: ik maak zelf graag uit wat ik ben en voel er bijzonder weinig voor om me in hokjes op te laten sluiten door politieke ideologieën of droge statistieken.

Dat de wereld niet zo in elkaar steekt, in elk geval onze Hollandse wereld niet, dat besef ik maar al te goed. Wij hebben onze samenleving zo ingericht dat iemands afkomst telt. Je kunt het positief invullen of negatief, maar je kunt het niet negeren, het telt. Ik zal vast vaker dan ik zelf door had zowel positief als negatief gediscrimineerd zijn. Ik hou me zelf maar voor dat het per saldo ergens in het midden uit komt.

Maar dat hokjes-denken zal toch ook wel een nut hebben? Zo’n belangrijk element van onze Nederlandse cultuur, het zal toch wel ergens op gebaseerd zijn? De vraag is alleen waarop?
Is het alleen om ons te helpen om de wereld beter te begrijpen? Of om onze eigen identiteit vorm te geven? Of is het echt zo dat we het gewoon niet in ons hebben om openminded naar diversiteit te kijken?
Ik ben bang dat het eigenlijk nog veel simpeler is dan dat. Politici en beleidsmakers hebben hokjes nodig om hun gedachten te ordenen, problemen te benoemen en oplossingen te bedenken. Het hokje ‘allochtoon’ is wat dat betreft een van de meest populaire. Want laten we eerlijk zijn, onze allochtone medemens is bij een aantal sociale probleemgebieden buitengewoon goed vertegenwoordigd. Dus hoe fijn is het dan niet om dat gewoon zo te kunnen zeggen? Immers, problemen moet je benoemen en de schuldigen helemaal!

Tot zover kan ik mij erin vinden en ben ik zelfs voorstander van het registeren van etniciteit op verschillende terreinen, zoals bij criminaliteit.

Maar bij de stappen erna maken we grote denkfouten in Nederland.

Want wat doen we als we weten dat bijvoorbeeld Marokkaans-Nederlandse jongens oververtegenwoordigd zijn in de criminaliteitscijfers?

Klassiek: links Nederland laat de moeders van deze jongens hoofddoeken beschilderen in het kader van preventie en rechts Nederland schreeuwt van de daken dat specifiek beleid niet mag.
Echter, het wordt pas interessant om afkomst te registeren en te benoemen als je vervolgens in je aanpak specifieke programma’s op durft te nemen. En dan heb ik het niet over preventie, voor de jongens in de criminaliteitscijfers is preventie te laat. Nee, je moet durven speciale programma’s te ontwikkelen voor deze jongens, mede gericht op afkomst. Dus in de bajes, in de GZZ, in de hulpverlening etc. En als professionals zeggen dat dat geen nut heeft, moet je durven dat hokje los te laten. Dan heeft labelen namelijk geen zin, behalve als categoriseren of stigmatiseren je enige doel is.

Het recht opeisen om het beestje bij de naam te noemen, brengt dus verantwoordelijkheden met zich mee. Zolang politici deze verantwoordelijkheid niet durven te nemen, blijf ik lekker van hokje naar hokje fladderen.

Dilan Yesilgöz is redactrice van Republiek Allochtonië. Meer artikelen van Dilan op Republiek Allochtonië hier.

Het logo 'trut' is afkomstig van de gelijknamige musical.

Meer artikelen over het gebruik van de term allochtoon vindt u hier

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook. Republiek Allochtonië (voorheen Allochtonenweblog) bestaat 7 jaar. Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.


 

 


Meer over allochtoon, dilan yesilgöz.

Delen: