Migranten weggezet door wetsvoorstel 'geen Nederlands geen bijstand'

In opinie door Linda Voortman op 12-11-2014 | 21:38

Tekst: Linda Voortman

Taal is de manier om met andere mensen te communiceren. Om deel te kunnen nemen aan de samenleving in een land waar je niet geboren bent is het dus van groot belang dat je de taal leert. Dat vergemakkelijkt je kansen op werk, geeft je de mogelijkheid je verder te kunnen ontwikkelen middels een studie en helpt je bij bijvoorbeeld de opvoeding van je kinderen. Ook voor de samenleving is het van belang dat mensen de taal van het land spreken: elkaar direct kunnen begrijpen bevordert al het intermenselijke verkeer. Taal verkleint de afstand tussen mensen en bevordert de integratie.

Daarom is het ook terecht dat de overheid van mensen die nog geen Nederlands spreken mag vragen om Nederlands te leren. Dat is immers in het belang van zowel de overheid als de persoon zelf. Zo mogen gemeenten als mensen er niet genoeg aan doen om de kennis en vaardigheden die zij nodig hebben om werk te vinden te verkrijgen of te behouden, al korten op de uitkering of deze zelfs stopzetten. En van mensen wordt al gevraagd Nederlands te leren voor zij de Nederlandse nationaliteit kunnen krijgen.

Onuitvoerbaar en overbodig
Daarom is het dus raar dat het kabinet nu met een taaleis in de Wet Werk en Bijstand (WWB) komt. Die te snel moet worden ingevoerd, onuitvoerbaar en overbodig is. Die niet besproken is met de uitvoerders van deze wet, de gemeenten. Het kabinet heeft bovendien zelf bezuinigd op inburgeringscursussen!

Ten eerste heet het wetsvoorstel 'geen Nederlands geen bijstand'. Ik hoor u denken 'Nederlands leren is toch juist heel belangrijk om aan het werk te komen?' Natuurlijk! GroenLinks vindt kennis van de Nederlandse taal een cruciale voorwaarde voor economische zelfstandigheid en om uit de uitkering te geraken. Maar laten wethouders sociale zaken met de Wet Werk en Bijstand al mogelijkheden hebben om mensen ertoe te brengen Nederlands te leren. Als mensen zich niet genoeg inspannen om de kennis en vaardigheden die nodig zijn om aan het werk te komen aan te leren, dan kan de gemeente er al voor kiezen om te korten op de uitkering of deze zelfs stop te zetten. Dit nieuwe wetsvoorstel is dus dubbelop en creëert ten onrechte het idee dat de kaartenbakken van de sociale diensten in Nederland vol zitten met werkweigerende migranten. Niets is minder waar: veel werklozen, allochtoon en autochtoon, willen niets liever dan uit de uitkering komen. Als het kabinet dus echt werk wil maken van mensen aan het werk helpen zou ze juist moeten investeren in taal- en inburgeringsonderwijs. Maar laat hier nou juist de laatste jaren flink op bezuinigd zijn.

Werkschuwe migranten
Los van de praktische argumenten, is het beeld dat de kaartenbakken van sociale diensten vol zitten met werkschuwe migranten die geen vinger uitsteken om aan het werk te komen, nergens op gebaseerd en het miskent de inspanningen van gemeenten en werklozen om aan het werk te komen in crisistijd.

Net als het illegalenquotum dat de politie opgelegd heeft gekregen, het oprekken van de naturalisatiegrens van 5 naar 7 jaar, uitspraken van Asscher ('code oranje'!) en Teevens schromelijke overdrijvingen van de hoeveelheid asielzoekers die er naar Nederland komen past dit voorstel in een kabinetsframe waarin migranten vooral worden weggezet en zich allesbehalve welkom voelen. Daarmee vergroot je juist kloven in plaats van ze te overbruggen. Van de VVD die vooral wil laten zien net zo flink te zijn als de PVV verbaast me dat niks, maar van een PvdA die bijvoorbeeld afgelopen week bij de onderwijsbegroting nog mooie woorden sprak over 'mensen kansen geven' valt me dat vies tegen.
 

Hardwerkende Nederlander
Ik pleit ervoor dat we ervoor gaan zorgen dat mensen die hierheen komen echt zo snel mogelijk deel uitmaken van de Nederlandse samenleving. Ten eerste door een asielbeleid te voeren dat humaan is in plaats van op de uitzetcijfers zo hoog mogelijk te houden, een asielbeleid waarin mensen mogen deelnemen aan de samenleving middels vrijwilligerswerk en indien mogelijk ook werk. Ten tweede door wanneer mensen een verblijfsvergunning krijgen ze zo snel mogelijk een huis aan te bieden. Het is idioot dat er nu Syrische vluchtelingen in sporthallen moeten overnachten terwijl het rijk alleen al meer dan genoeg gebouwen leeg laat staan die zo omgebouwd kunnen worden tot woningen. Ten derde door mensen eerder Nederlander te laten worden: de naturalisatie-termijn moet eerder omlaag dan omhoog. Dat geeft mensen allerlei mogelijkheden om deel te nemen aan de Nederlandse samenleving, bijv door te stemmen.

Maar wat misschien nog we belangrijker is: mensen moeten in de gelegenheid gesteld worden om Nederlands te leren. De bezuinigingen op inburgering moeten daarom worden teruggedraaid. Op die manier stel je iedereen in staat op termijn een hardwerkende Nederlander te worden. Dat is goed voor de mensen om wie het gaat, maar ook voor Nederland. Hoe kleiner de afstand tussen mensen hoe gezonder de samenleving.

Linda Voortman is Tweede Kamerlid namens GroenLinks, Dit stuk verscheen eerder op joop.nl en is in overleg met de auteur ook op Republiek Allochtonië geplaatst. Meer van of over Linda Voortman op Republiek Allochtonië hier

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.  

Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door ons te steunen


 


Meer over bijstand, linda voortman, taal.

Delen:

Reacties


Rudi Dierick - 16/11/2014 17:46

Welk een uitschuiver, die veralgemening tot 'Migranten' terwijl het beleid ten gronde enkel de langdurig en hardnekkig 'Nederlandsonwillige' migranten treft?

Karim - 15/11/2014 11:22

Een beetje vreemd om een taaleis in de WWB op te nemen als je tegelijkertijd bezuinigt op inburgeringscursussen. :)