Allochtone jongeren krijgen andere diagnose in Jeugd GGZ

In achtergronden op 11-10-2014 | 10:51

Jongeren met een niet-Nederlandse achtergrond worden in de kinder- en jeugdpsychiatrie anders gediagnosticeerd dan jongeren van Nederlandse herkomst. De problemen waarmee deze jongeren in de jeugd-ggz terecht komen vaker verklaard door relatie-, communicatie-, of omgevingsproblemen dan door een psychiatrische stoornis.

Het blijkt dat de kans om in de jeugd-ggz behandeld te worden voor psychische problemen kleiner is voor allochtone kinderen in vergelijking met hun autochtone leeftijdgenoten. Deze verschillen worden ook gevonden bij adolescenten, maar bij deze leeftijdsgroep zijn de etnische verschillen veel minder prominent dan bij kinderen.

Dit is een van de uitkomsten van het promotieonderzoek van Anna de Haan: Ethnic minority youth in youth mental health care: utilization and dropout. 

Het is belangrijk dat psychische problemen op tijd worden behandeld, omdat zo vermeden kan worden dat de problemen erger worden. Voorlichting aan potentiële cliënten en hun ouders (vooral in ‘zwarte’ wijken waar nu heel weinig cliënten vandaan komen), voorlichting op scholen en het verbeteren van de relatie met verwijzers (zoals huisartsen, leerkrachten, Bureau Jeugdzorg e.d.), zouden de toegankelijkheid van de jeugd-ggz voor jongeren met een niet-Nederlandse herkomst kunnen vergroten, aldus de onderzoeker. Om het diagnostische proces te verbeteren raadt De Haan onder andere aan om aandacht te besteden aan de culturele achtergrond van de jongere en zijn familie.

Lees meer hier

Dr. Anna de Haan is op 10 september 2014 in Leiden gepromoveerd. Het onderzoek van De Haan is online te lezen

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.  

Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door ons te steunen

 


Meer over anna de haan, ggz, onderzoek, psychiatrie.

Delen: