Asscher kan zelf meteen aan de slag met uitbannen problemen vrij verkeer

In opinie door Marije Cornelissen op 30-08-2013 | 10:17

Tekst: Marije Cornelissen

Minister Asscher schiet tekort in zijn analyse van de problemen rond Europeanen die in Nederland komen werken en houdt zichzelf buiten schot. In de Volkskrant van zaterdag 17 augustus schreven Asscher en Goodhart dat er meer moet gebeuren om problemen rond vrij verkeer van werknemers in de Europese Unie aan te pakken. Dat ben ik met hem eens. Hij legt de bal echter volledig bij de Europese politiek en laat de actie die hij zelf kan ondernemen om de problemen aan te pakken onbesproken. Er zijn vier zaken waar Asscher meteen mee aan de slag kan.

Ten eerste kan Asscher deze week nog zorgen dat Roemenen, Bulgaren en Kroaten in Nederland als volwaardig werknemer aan de slag kunnen. In plaats van in potentiële uitbuitingsconstructies. Asschers voorganger Henk Kamp besloot in 2011 geen werkvergunningen meer te geven aan Roemenen en Bulgaren. Zelf besloot hij dit voorjaar dat dit ook voor Kroaten geldt. Beleid dat tot meer uitbuiting en verdringing van Nederlandse werknemers heeft geleid. 

Er zijn drie manieren om in een ander EU-land te werken; als werknemer, als zelfstandige of als uitzendkracht. Werknemers vallen onder de Europese wet op vrij verkeer van werknemers. Zij moeten hetzelfde loon, dezelfde sociale premies en dezelfde arbeidsvoorwaarden krijgen als collega’s in Nederland. Als dit goed wordt gehandhaafd zijn ze niet goedkoper dan Nederlandse werknemers en is er dus geen sprake van uitbuiting noch verdringing. Zelfstandigen en uitzendkrachten vallen onder een andere wet, de Europese wet op vrij verkeer van diensten. Zij hebben die gelijke rechten niet. Ze hoeven het eerste half jaar louter het minimumloon of het minimale cao-loon krijgen en werkgevers betalen bijvoorbeeld schamele Bulgaarse in plaats van normale Nederlandse sociale premies. Met deze constructies ligt uitbuiting op de loer. Veel problemen die geweten worden aan het vrij verkeer van werknemers zijn dan ook in werkelijkheid problemen met het vrij verkeer van diensten. Het laat zich raden wat er gebeurde toen de weg naar gelijkwaardig werknemerschap werd afgesloten. Er komt geen Roemeen of Bulgaar minder naar Nederland om te werken. In plaats van als werknemer komen ze als uitzendkracht of (schijn)zelfstandige, met alle gevolgen van dien.

Ten tweede kan Asscher initiatief nemen om het probleem met deze uitbuitingsconstructies structureel op te lossen. Hij kan bij de Europese Commissie aandringen op een wijziging van de wet vrij verkeer van diensten, waarmee ook zelfstandigen en uitzendkrachten dezelfde rechten krijgen als collega’s in Nederland. Helaas willen rechtse partijen, zoals Asschers coalitiegenoot VVD, niet tornen aan deze wetten. Dat zou volgens hen de vrije markt verstoren. Zelfstandigen en uitzendkrachten worden niet beschouwd als werknemers, maar als diensten. Zij worden net als een zonnebril of auto-onderdeel over de grens verkocht aan een opdrachtgever. Meer rechten voor hen betekent minder makkelijk zaken doen over de grens, vindt de VVD.

Een derde actie die Asscher kan ondernemen is om Europese regels voor handhaving aangepast te krijgen, zodat inspecties het recht krijgen om alle relevante informatie in te winnen bij werkgevers. Dat is nu vaak moeilijk. In de Eemshaven, waar ik deze zomer op werkbezoek was met Bram van Ojik, werd uitgelegd dat er weliswaar gecontroleerd kan worden of de duizenden arbeiders uit allerlei Europese landen het minimumloon krijgen, maar niet hoe lang zij werken voor dat loon. Het kan dus best zijn dat zij voor dat minimumloon niet 36, maar 50 of 60 uur per week werken. Maar ook meer mogelijkheden tot handhaving worden door werkgeversorganisaties en rechtse partijen gezien als belemmering voor de vrije markt.

Binnen de bestaande Europese regels kan de handhaving echter al verbeterd worden. Dat is de vierde maatregel waar Asscher meteen mee aan de slag kan. Meer controle, zodat Europese werknemers inderdaad gelijk loon voor gelijk werk krijgen. Meer informatie in eigen taal, zodat ze weten of ze onderbetaald of uitgebuit worden. En meer adressen waar ze aan kunnen kloppen voor ondersteuning als dat het geval is, zodat asociale werkgevers aangepakt worden.

Met deze vier acties kan Asscher ervoor zorgen dat mensen elders uit Europa niet onder de prijs werken, niet uitgebuit worden en geen Nederlandse werknemers verdringen. De code oranje die hij afgeeft voor de negatieve gevolgen van het vrije verkeer van werknemers en diensten zou in eerste instantie hemzelf tot actie moeten aanzetten.

Marije Cornelissen
 is Europarlementariër GroenLinks en kandidaat lijsttrekker GroenLinks Europa. Meer informatie op haar website. Dit artikel verscheen eerder in de Volkskrant en is met toestemming van de auteur op Republiek Allochtonië geplaatst.

 

Link:

Asscher: bescherm Nederlandse werknemers tegen invasie Oost-Europa

Zie ook: Asscher en migratie (van econoom Bas Jacobs)

Meer over Moelanders (Oosteuropeanen) op dit blog hier

 

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook. Republiek Allochtonië (voorheen Allochtonenweblog) bestaat 7 jaar. Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.



Meer over asscher, europa, lodewijk asscher, marije cornelissen, moelanders.

Delen: