Marokkaanse draaideurpolitiek - de heersende koning en zijn elite

In opinie door Abdelghafour Ahalli op 23-06-2011 | 16:02

Tekst: Abdelghafour Ahalli

Afgelopen vrijdag presenteerde koning Mohammed VI van Marokko de ontwerptekst voor een nieuwe grondwet. Volgende week vrijdag al wordt deze tekst in een referendum aan de bevolking voorgelegd: kort dag voor een maatschappelijk debat. De Koning blijft de bevelhebber van de gelovigen. Hij zal dahirs (koninklijk besluiten) mogen uitspreken. Het zeer betwiste Artikel 19 dat (dat alle staatsmacht toekent aan de koning) verdwijnt, Tamazight wordt als officiële taal erkend, de eerste minister wordt "Voorzitter van de regering", de macht van het parlement wordt versterkt en een Nationale Veiligheidsraad zal worden ingesteld. Verder maken afschaffing van de heiligheid van de koning en versterking van de positie van de vrouw deel uit van het grondwetsvoorstel.

Veranderingen in de grondwet zijn niet alleen voor de bevolking van Marokko van belang. Zij gaan – direct of indirect – ook de Marokkaanse Nederlanders aan. Juridisch, economisch en politiek heeft de Marokkaanse overheid ten aanzien van Marokkaanse migranten in de diaspora vanaf de jaren zeventig op verschillende manieren invloed proberen uit te oefenen. Dit had en heeft invloed op onze positie en emancipatie in de Nederlandse samenleving. Uitgangspunt daarbij is: de Marokkaanse Nederlander – ‘Marokkaans onderdaan’ - moet ook in de toekomst als melkkoe een stroom aan buitenlandse deviezen blijven opleveren.

De jongeren in Marokko die sinds 20 februari van dit jaar demonstraties organiseren hebben een aanzet gegeven tot verandering. Zij koesteren als ideaal wat voor de jonge generatie Marokkaanse Nederlanders allang een vanzelfsprekendheid is. Zij vinden dan ook dat democratie en transparantie normaal zou moeten zijn in Marokko. Wanneer we in Marokko zijn zien we corruptie, willekeur en armoede. Wij zien dat de 7,5 miljard Euro overboekingen van migranten langs corrupte financiële instellingen die gelieerd zijn aan het regime moeten verlopen. Wij zien schendingen van mensenrechten, dagelijkse vernederingen waar gewone mensen mee te maken hebben, door armoede gedreven prostituees, kinderen zonder toekomst op straat en duizenden jongeren die willen oversteken naar Europa. Jong of oud, man of vrouw, analfabeet of hoogopgeleid: iedereen wil emigreren. Een irreële wens met een Fort Europa dat inmiddels praktisch op slot is. De uitdrukking “Marokko is een gevangenis van werkloosheid, vernedering en armoede” wordt in zoveel gesprekken gehoord.

De discussies die nu rond het voorstel tot grondwetswijziging spelen richten zich op de vraag of de voorgestelde veranderingen ver genoeg gaan. Klassieke vraag: is het glas half vol of half leeg ? Is gedeeltelijke democratie ook democratie? De meningen zijn verdeeld. Dat Marokko ook na het aannemen van dit voorstel nog geen echte parlementaire democratie zal zijn is voor iedereen helder. Volgens sommigen “moet je realistisch zijn en gebruikmaken van de mogelijkheden die je nu gegeven worden”. Anderen zijn van mening dat volkssoevereiniteit de kern van de democratie vormt en door het volk zelf gewonnen en vormgegeven moet worden.

De kans is groot dat het wijzigingsvoorstel wordt aangenomen. Er is immers weinig tijd tot de datum van 1 juli waarop het referendum zal plaatsvinden. En de machthebbers bezitten het monopolie op de massamedia, zoals de door de staat gecontroleerde televisie: dit is van cruciaal belang in een land met 49 procent analfabetisme. De geschreven media staan onder grote druk en controle.
De aanzet tot grondwetswijziging is tot stand is gekomen vanuit de bevolking, vanuit de jongeren en de democratische krachten van Marokko. Het initiatief kwam niet voort uit een plotselinge inblazing van mededogen, sociale betrokkenheid en democratische geest bij de heersende elite die economisch de touwtjes in handen heeft. Deze heeft er juist alle baat bij haar invloed achter de schermen bij de Makhzen (de koning en zijn directe kring ) te kunnen blijven uitoefenen.

Het heeft geen zin bestaande corrupte praktijken voor het oog van het publiek de voordeur uit te zetten wanneer de achterdeur daarvoor wagenwijd open blijft staan. Kortom: het is voor Marokkaanse Nederlanders van belang en legitiem om juist nu steun te geven aan de onafhankelijke jongeren van de 20 februari beweging die geen banden hebben met de oude partijpolitiek en het corrupte establishment.

Om deze beweging effectief te kunnen steunen zullen Marokkaanse Nederlanders over hun eigen schaduw moeten springen. De bemoeienis van de Marokkaanse overheid met Marokkaanse Nederlanders over de afgelopen decennia heeft - niet verrassend - ook sporen in de onderlinge verhoudingen nagelaten. Met als resultaat onderling wantrouwen ongeacht of daar wel of geen grond voor is. Nu er verandering in de lucht hangt en ‘de boel zou kunnen gaan schuiven’ worden alle betrokkenen gedwongen positie in te nemen. Er van uitgaande dat allen een positieve bijdrage willen leveren aan de ontwikkelingen in Marokko, zou de discussie hier constructief gevoerd moeten worden. Juist op dit historische moment is het daarom ook onder Marokkaanse Nederlanders nodig transparant op te treden. Debat mag – ja moet – open en zakelijk. De discussie mag hard worden gevoerd maar met argumenten. Daarbij hoort zeker niet bij het wegzetten van tegenstanders van het huidige voorstel tot grondwetswijziging als ‘anti-Marokko’-figuren.

Voor heel Europa en dus ook voor Nederland is het verdere verloop van de ontwikkelingen in Noord Afrika inclusief Marokko de komende jaren van extreem groot belang. Gelukkig zien we het besef hiervan de laatste weken steeds meer doordringen in de commentaren in de media. Nederland ontkomt er niet aan – bij voorkeur in Europees verband – adequaat te reageren vanuit een duidelijke visie en met de middelen die haar ter beschikking staan ten behoeve van het democratiseringsproces en mensenrechten in Marokko. Het versterken van onderdelen van de civil society en organen van een onafhankelijke rechtsorde behoren daar zeker bij.

Abdelghafour Ahalli, lid van het Netwerk Vrijzinnige Marokkaanse Nederlanders. Dit artikel verscheen vandaag ingekort ook in de Volkskrant (Nederland is gebaat bij vrijer Marokko) en is met toestemming van Abdelghafour Ahalli op Republiek Allochtonië geplaatst.

Meer van Abdelghafour Ahalli hier, meer over Marokko en de verhouding met Marokkaanse migranten zie hier

Zie ook:

de Marokkaanse lente leidt tot heftige discussies onder Marokkaanse Nederlanders



 


Meer over 20februari, abdelghafour ahalli, marokko, mohammed VI.

Delen: