Hosni Mobarak vertrekt in goed overleg

In opinie door Saïd Bouddouft op 23-05-2011 | 08:22

Tekst: Said Bouddouft

De huidige roep om de verandering in de Arabische wereld kent een zeker analogie met de militaire staatgrepen en opstanden van de jaren 50 en 60. De internationale verhoudingen verschillen wel. Said Bouddouft zoekt in een serie artikelen de overeenkomsten en verschillen met het verleden. Nu deel 2: Hosni Mobarak vertrekt in goed overleg.

Op 10 februari 2011 gaat de Veldmaarschalk Mohammed Hussein Tantawi het presidentiële Paleis binnen en zegt tegen president Mobarak: Sidi Rais (mijnheer de president) het is tijd om afscheid te nemen van het Egyptische volk. Waarop Mobarak zegt: maar waarom afscheid nemen? Waar gaan zij naar toe?

Dit is natuurlijk een grap. Hoe `de machtoverdracht’ in zijn werk is gegaan en welke heftige scènes zich hebben afgespeeld tussen Tantawi en Mobarak zal ongetwijfeld bekend worden als een van de aanwezigen zijn memoires uitgeeft. Het punt is wel dat in Egypte de macht is overgegaan uit handen van de President naar anderen zonder al te veel bloedvergieten (al blijft het natuurlijk zo dat elk slachtoffer er een te veel is). Ondanks de spontaniteit en de grote massaliteit, zijn de volksopstanden in Egypte zeer beheerst verlopen met duidelijk identificeerbaar leidersfiguren. Demonstranten maakten zelfs de Midan At-Tahrir (Tahrirplein) schoon na het vertrek van Mobarak.

Koning Farouk van zijn troon gewipt
In Egypte gaat het kennelijk op deze manier. Want de volgende scene is geen grap, ten minst als wij generaal Mohammed Naguib mogen geloven.

Op 26 juli 1952 stonden de Egyptische Koning Farouk en zijn generaal Mohammed Naguib op de kade van de haven van Alexandrië. Koning Farouk stond op het punt om aan boord te gaan van het koninklijk jacht ‘de Mahroussa’. Generaal Naguib laat eenentwintig saluutschoten afvuren ter afscheid. In zijn Memoires Egypt’s Destiny, schrijft hij:
'Ik salueerde voor hem (koning) en hij salueerde terug,'
Daarop volgde een lange, pijnlijke stilte. Geen van beiden wisten wat we moesten zeggen.
'U, effendim (mijnheer) hebt ons (de Vrije Officieren) gedwongen te doen wat we hebben gedaan.'
Farouks antwoord zal me mijn hele leven blijven verbazen. 'Dat weet ik,' zei hij. 'U hebt gedaan wat ik zelf altijd had willen doen.'
Ik was zo verrast dat ik niets meer wist te zeggen. Ik salueerde, en de anderen (collega Vrije Officieren) deden hetzelfde. Farouk salueerde terug, en allemaal schudden we elkaar de hand.
'Ik hoop dat u goed voor het leger zult zorgen,' zei hij. 'U weet dat mijn grootvader het heeft opgericht.'
'Het Egyptische leger is in goede handen,' zei ik.
'U hebt een moeilijke taak voor u. U moet weten dat het niet makkelijk is om Egypte te regeren’.

Deze scene beschrijft hoe het Egyptische leger zijn eigen koning de ballingschap instuurt en de macht in Egypte overneemt. In de nacht van 22 juli 1952 nemen de Vrije Officieren, onder leiding van kolonel Gamal Abdel Nasser, de macht over in Egypte. De officieren bezetten, na een kort gevecht met de bewakers, het legerhoofdkwartier en de strategische punten in Cairo. De stafchef wordt onder huisarrest geplaatst en sommige hoge officieren worden gearresteerd. Anwar Sadat maakt de staatsgreep bekend via de radio. De Egyptenaren slapen nog en de koning en zijn regering bevinden zich in hun zomerverblijven in Alexandrië. Om de koning te dwingen afstand te doen van de troon, sturen de Vrije Officieren de militairen die aan hun kant staan naar Alexandrië om het paleis van de koning en de zomerverblijven van de ministers `onder toezicht te stellen’. In zijn autobiografie schrijft Sadat hoe de koning van zijn Troon wordt gestoten: `Luister, Anwar’, zei Nasser terwijl we in de hal van het legerhoofdkwartier stonden, `laten we die vent zo snel mogelijk kwijt zien te raken! Wil jij daarvoor zorgen, alsjeblieft? Geef hem een ultimatum om te vertrekken! We willen hem zo snel mogelijk uit de weg hebben om orde op zaken te kunnen stellen.’ `Uitstekend,’ zei ik.

Zo eenvoudig is het niet om van de koning af te komen. De troepen komen te laat in Alexandrië aan. Onder tussen wordt de koning zoet gehouden met zogenaamde eisen tot hervormingen. De Vrije Officieren doen net als of zij niet uit zijn op de afzetting van de koning, maar alleen politieke hervorming willen. De koning moet onder andere een nieuwe premier benoemen.

Dat de staatsgreep geslaagd is, is trouwens meer geluk dan militair precisiewerk. De eerste opzet was om in november 1955 de macht over te nemen. De datum is vervroegd omdat de opstand van moslimbroeders tegen de koning en de Britten meer steun krijgt onder brede lagen van de bevolking.

In 1948 direct na `de Arabische’ nederlaag tegen Israël, komen Moslimbroeders in opstand tegen de heersende regime in Egypte. De opstand breidt zich uit naar de rest van de bevolking. Begin jaren 50 beginnen Egyptische guerrillagroepen aanslagen te plegen op Britste militaire basis in de kanaalzone. De Britten reageren met grote militaire geweld. Door dit conflict neemt
de druk op de Egyptische regering toe. In oktober 1951 zegt de premier van Egypte het verdrag met de Britten op om de gemoederen te kalmeren. De gemoederen blijven verhit. In januari 1952 is de hitte letterlijk voelbaar in Cairo. Er breekt een enorme brand uit. Wie er achter zit is niet bekend, maar het signaal voor de Vrije Officieren is duidelijk. Zij moeten ingrijpen anders zal het er bloedig aan toe gaan. De koning voelt het gevaar ook en begint de schatkist te plunderen. Hij smokkelt goud en andere bezittingen het land uit. De acht leden van Constituerende vergadering, de leiding van Vrije Officieren, beginnen te schuiven met de data voor de revolutie: november 1955 wordt november 1952. November 1952 wordt vervolgens augustus ’52. Dan lekt het plan tot staatgreep uit. Een deelnemer aan het complot praat zijn mond voorbij. De hoge officieren worden opgeroepen om op 23 juli 1952 naar legerhoofdkwartier in Cairo te komen om te praten over het neerslaan van de staatgreep.

Nasser moet snel handelen voordat de generaals bij elkaar komen en de informatie over de beweging van Vrije Officieren met elkaar uit wisselen. Zo kan het gebeuren dat Anwar Sadat naar de bioscoop gaat terwijl zijn collega’s bezig zijn de macht in Cairo over te nemen. Het bezoek aan de bioscoop wordt als een geniale zet beschouwd. Het land is immers vergeven van binnenlandse en buitenlandse geheimdiensten, die ook nog de leden van Constituerende Vergadering in de gaten houden. Een officier die samen met zijn vrouw naar de film gaat, is niet bezig met staatsgrepen. Maar de arme Sadat is vergeten door zijn collega’s. Op het moment dat Sadat eindelijk de boodschap krijgt van Nasser is het legerhoofdkwartier al lang overgenomen. Als Sadat bij de poort aankomt, wordt hem de toegang geweigerd. Hij kent het wachtwoord niet!. Zelfs Nasser mist op het moment suprême bijna de hele operatie. Hij vaardigt een order uit om alle militairen van de rang van kolonel en hoger te arresteren. Hij wil immers de bijeenkomst van hoge officieren voorkomen. Dan trekt hij zelf zijn kolonelsuniform en gaat naar het legerhoofdkwartier om de staatsgreep te leiden. Hij wordt gearresteerd. Het is puur toeval dat hij opgemerkt wordt door één van zijn collega’s die hem goed kent.

Militairen op tijd krijgen in Alexandrië is dus niet het enige probleem. Op 26 juli zijn in Alexandrië eindelijk genoeg militairen om de confrontatie aan te gaan met de Paleiswacht. Na een kort schietpartijtje, wordt het Paleis overmeesterd en de koning krijgt het ultimatum direct het land te verlaten en afstand doen van de troon. De troonopvolger, zijn jonge zoon Ahmed Fouad II neemt zijn plaats in. De nieuwe koning is nog jong en wordt opgezadeld met een regent.

De macht grijpen is één ding. De macht uitoefenen is een heel ander. Dat merken de leden van Constituerende Vergadering al heel snel. Gamal Abdel Nasser wil terugtreden en de macht aan de politieke partijen overdragen. Zijn collega’s willen een militaire dictatuur installeren. Na een heftige discussie wordt besloten met zeven stemmen tegen een voor de dictatuur. Nasser neemt hiervan afstand en legt zijn functie neer. De aarzeling bij de rest slaat toe. Niemand durft de leiding op zich te nemen. Nasser wordt met smeekbedes teruggehaald en zijn voorstel voor herstel van de democratie wordt geaccepteerd. De Constituerende Vergadering wordt omgedoopt tot Revolutionaire Raad en Nasser wordt unaniem als voorzitter gekozen. De Revolutionaire Raad begint met het uitvaardigen van decreten voor landbouw- en politieke hervormingen. De landbouwhervorming komt er op neer dat grootgrondbezitters onteigend worden. Om de politiek te hervormen, moeten de Politieke Partijen hun gelederen ‘zuiveren’: de corrupte leden uit de partijen zetten. De partijen krijgen tot februari 1953 de tijd om zich te reorganiseren en op de algemene verkiezingen voor te bereiden. Politieke Partijen doen precies het tegenovergestelde. Corrupte politici zijn ook de machtige leden. Zij zetten hun zwakke broeders uit de partijen en melden zich aan bij de Revolutionaire Raad. Grootgrondbezitters die het niet eens zijn met de landbouwhervormingen richten eigen partijen op. Om de macht naar zich toe te trekken, beginnen de partijen leden onder de militairen te werven. Militairen hebben immers de macht in handen. Voor de Revolutionaire Raad is dit een stap te ver. In januari 1953 worden alle Politieke Partijen ontbonden, de militairen die zich in laten met de politiek worden gearresteerd en de Revolutionaire Raad trekt de macht naar zich toe. Op 18 juni 1953 schaft de Revolutionaire Raad de Monarchie af, roept Egypte uit tot een republiek en benoemt Generaal Naguib tot de president. Heel lang President zal hij niet blijven.

De Moslimbroeders zijn niet blij met de stap van
militairen. De kans op de regeringsmacht wordt hen voor
de neus weggekaapt. Dit is niet wat zij willen. Zij
hebben jarenlang de Vrije Officieren ondersteund. Zelfs
toen sommige officieren in de gevangenis belanden.
De moslimsbroeders zorgen o.m. voor de achter
gebleven families. Dit deden zij niet om voor de
eeuwigheid aan de zijlijn te blijven. In oktober 1954
plegen zij een aanslag op Nasser. Tijdens een
toespraak wordt hij beschoten. Acht kogels
missen hun doel. Soms moet je niet alleen kogels
hebben, maar ook een goede schutter. De aanslag
mislukt. Tijdens het schieten blijft Nasser onbewogen.
Na een korte onderbreking, zet hij zijn toespraak voort.
Hiermee vestigt hij zijn naam als leider van de revolutie.
De militairen reageren op de aanslag met arrestaties.
Duizenden moslimbroeders worden gearresteerd. Zes
van hen worden opgehangen. De vereniging van
moslimbroeders wordt verboden verklaard. Hiermee is
de enige concurrent om de macht voorlopig
uitgeschakeld.

Nasser wil een democratisch regeringsysteem installeren,
maar dan wel naar eigen inzicht. En dat betekent vanzelf
dictatuur. En dat is wat het uiteindelijk wordt. De leden van de Revolutionaire Raad nemen bezit van de ministeries en beginnen zelf een Politieke Partij, alleen mocht het niet zo worden genoemd. Na de verschillende experimenten, richten zij Al Ittihad Al Ishtiraki Al Arabi (de Arabisch Socialistische Unie, ASU) op. De opzet is om binnen deze unie `de werkende’ bevolkingsgroepen te verenigen: arbeiders, boeren, militairen, intellectuelen en middenstand.

Geen Facebook, geen El Jazeera
Op dit moment zou je het niet geloven, maar de Vrije Officieren hebben de orde in Egypte radicaal veranderd. Landbouwhervormingen, waarbij de staat het land van grootgrondbezitters zich toe-eigent en onder kleine boeren verdeelt. Grote bedrijven zijn genationaliseerd. Het Suezkanaal is wat dat betreft een groot voorbeeld. Buitenlandse, vooral Britse, macht op de Egyptische politiek en economie is beëindigd. De Egyptenaren krijgen hun waardigheid, hun trots en Egypte terug. Het Egyptische volk steunt massaal de staatsgreep.

Gamal Abdel Nasser groeit uit tot Arabisch leider van formaat. Hij roept op tot solidariteit en eenheid onder Arabieren en krijgt daardoor veel aanhang onder de Arabische bevolking én militairen. In de jaren 50 moesten Facebook en El Jazeera nog worden uitgevonden. De drager van de revolutionaire geluiden van Egypte naar de rest van de Arabische wereld was de ether. Radiozenders voor langere afstand worden krachtiger en transistorradio (wat is dat ook weer?) is in opkomst: een bruikbaar middel voor de bevolking met hoog analfabetisme en nog betaalbaar ook. De Revolutionaire Raad zet de radiozender sawt al Arab (stem van Arabieren) op en maakt krachtige propaganda voor de revolutie. Voor de militairen in de rest van de Arabische wereld vormt het Egyptische voorbeeld een sterke inspiratiebron. In de Arabische landen schieten in eens de bewegingen van `Vrije Officieren’ en Nasseristische partijen als paddenstoelen uit de grond.

De positie van Nasser als leider van het land is onbetwist. Zelfs niet na de nederlaag van juni 1967 in de oorlog met Israël. Na deze nederlaag treedt Nasser af. De Egyptenaren gaan massaal de straat om zijn terugkeer te eisen. De demonstratie duurt 17 uur. Zelfs de veiligheidstroepen krijgen de Egyptenaren niet van de straat. Als de demonstratie te lang doorgaat, verklaart Nasser dat hij terugkomt als President. Alleen zijn collega-militairen en de Moslimbroeders willen hem er graag uitwerken. De nederlaag van 1967 wordt door Nasser en zijn regering toegeschreven aan slecht functioneren van de opperbevelhebber van de strijdkrachten, hun makker en collega vrij officier van het eerst uur, Abdel Hakim Amer. Nasser wil hem ontslaan. De oppermachtige bevelhebber is het hiermee niet eens. Hij probeert samen met bevriende officieren de macht te grijpen. Het plan mislukt en hij wordt onder huisarrest geplaatst. Uiteindelijk pleegt hij zelfmoord en lost het probleem op voor zijn collega’s en vrienden. Dan is het de beurt aan de Moslimbroeders om een nieuwe kans te wagen. Na de mislukte aanslag van 1954, proberen zij het weer in 1965. Nu zijn de militairen er snel bij en wordt het complot in de voorbereidingsfase beëindigd.

Contrarevolutie
Het zijn niet de moslimbroeders of grootgrondbezitters die de revolutie van Nasser ongedaan maken, maar zijn collega Anwar Sadat. Op 28 september 1970 krijgt Nasser hartaanval en overlijdt. Hij wordt opgevolgd door Anwar As Sadat. In de beweging van Vrije Officieren is Sadat eerder een reserveband, dan een stuur of een gaspedaal. Alle leiders van Vrije Officieren krijgen een machtige functie binnen de regering toegewezen. Hij niet. Hij mag voorzitter zijn van de Volkscongres (een soort 2de kamer) en hij mag ook wat vage functies bekleden. In 1969 wordt hij door Nasser als vicepresident benoemd. Hij mag zaken behartigen die Nasser niet zo leuk vindt. Hij is constant aan de zijlijn tot dat de President komt te overlijden en dan is hij in eens op de juiste plek. Hij begint direct zijn machtbasis te versterken. Hij ontslaat sommige ministers, o.a. Minister van Binnenlandse Zaken, die hij van Nasser heeft geërfd. Sommige leden van de regering en de leden van heersende ASU bieden zelf hun ontslag aan. Sadat beschuldigt deze ministers en politici agenten van Sovjet-Unie te zijn en plaatst hen onder huisarrest. Hij benoemt zijn vrienden in de regering en begint alles terug te draaien wat eerder aan hervormingen waren doorgevoerd. Hij schaft het socialisme af. Dan begint economische elite zich te verrijken ten koste van de armen. In 1977 voelt hij zich bedreigt door de ASU. Hij hakt de partij in drie delen op zodat het geen machtsfactor meer is. Hij voert in eens een meerpartijenstelsel in en richt een eigen politieke partij op, Nationale Democratische Partij. Kennelijk is Sadat tot nieuwe inzichten gekomen. Want direct na de revolutie was Sadat een hartstochtelijk pleitbezorger van de militaire dictatuur en afschaffing van Politieke Partijen. Alle leden van de Volkscongres stappen over naar de nieuwe partij. In eens heeft de partij een absolute meerderheid. Ja, de waarde van de reserve band wordt pas zichtbaar als je een klapband krijgt. Sadat mist toch het charisma van Nasser. Een echt leider wordt hij niet, ondanks de regeringsmacht en de oorlog van 1973. Tijdens deze oorlog was het de beurt aan Egypte om haar buurland Israël te verassen.

De militairen maken uiteindelijk een einde aan de regeerperiode van Sadat door hem op 6 oktober 1981 tijdens een parade dood te schieten. Algemeen wordt aangenomen dat hij vermoordt wordt door de Egyptische Islamitische Jihad, een gewelddadige tak van Moslimbroeders. Deze aanname houdt geen rekening met een aantal feiten. Sadat is heel goed bevriend met de beweging van moslimbroeders. Om die reden is hij door Nasser voor de Vrije Officieren geworven. Voor de staatsgreep onderhoudt hij de contacten tussen de moslimbroeders en de Vrije Officieren. De beweging van moslimbroeders wordt na de aanslagen op Nasser zware onderdrukt. Als Sadat President wordt, laat hij weliswaar de teugels een beetje vieren. Het is alleen de vraag of de moslimbroeders in de periode na Nasser zich goed hebben kunnen herstellen, zodat zij in het militaire apparaat kunnen infiltreren en de President vermoorden. Voor de militairen is het op dat moment nog steeds verboden om zich in te laten met politieke groeperingen en de geheimendiensten hielden dit goed in de gaten. Aan de andere kant heeft Sadat tijdens zijn presidentschap genoeg vijanden gemaakt bij de (voormalig) legertop.

Noodtoestand als regeerstijl
Sadat wordt opgevolgd door de vicepresident Housni Mobarak. De noodtoestand wordt uitgeroepen. Als Mobarak zijn regering stabiliseert, maakt hij van de noodtoestand, een tijdelijke maatregel om de crises te boven te komen, een regeerstijl. Kritisch geluid of eigen initiatief worden niet getolereerd. Politie- en veiligheidsdiensten krijgen alle ruimte om de Egyptenaren te onderdrukken en af te persen ter aanvulling van eigen salarissen. Van de hele samenleving wordt een grote verklikkerij gemaakt en wie geen verklikker is, durft niets te doen. Want je weet nooit met wie je te maken hebt! De rechtelijke macht die enige onafhankelijkheid probeert te bewaren, wordt omzeild door de installatie van militaire rechtbanken. Grondwetswijzigingen die per referenda worden aangenomen, zijn alleen maar ingesteld om de noodtoestand voor de eeuwigheid te bestendigen. De politiestaat waartoe Egypte is verworden wordt democratisch verpakt. Er worden verkiezingen gehouden. Altijd handig voor het westen, alleen jammer voor de Egyptenaren die niets te kiezen hebben. In de gemeente- en districtsraden en in het parlement blijft El Hizb (De partij, Nationale Democratische Partij) `ongekend populair’. Bij de presidentsverkiezingen van 1987, 1993, 1999 en 2005 wordt Mobarak met een enorm aantal stemmers herkozen. Zoals andere Arabische regimes is Mobarak aan het begin van de 21ste eeuw bezig om het presidentschap voor zijn zoon te ritselen. De spelregels voor de presidentsverkiezingen worden zodanig gemanipuleerd dat alleen de kandidaat van El Hizb in staat zal zijn daaraan deel te nemen. Hoewel hij grondwettelijk daartoe verplicht is, benoemt hij geen vicepresident. Je weet maar nooit. Want in Egypte kun je de uitslag van verkiezing van te voren goed regelen, maar het overlijden van een president? Dat lukt niet!.

Na 23 jaar Mobarak is het zelfs voor de zeer geduldige Egyptenaren genoeg geweest en zij starten in 2004 beweging Kifya (genoeg). In maart 2003 valt Amerika Irak binnen. De Amerikanen zijn van mening dat niet alleen Irak, maar het hele Midden Oosten democratischer moet worden. Mobarak wordt ook onderdruk gezet om te democratiseren. Er mogen daarom bij de presidentsverkiezing van 2005 meer kandidaten mee doen. De meeste kandidaten voeren een verkiezingscampagne voor… hun concurrent Mobarak. De enige serieuze tegenkandidaat is de advocaat Ayman Nour. Hij haalt 7% van de stemmen, wordt na de verkiezing gearresteerd en veroordeelt tot vijf jaar gevangenisstraf. Politiek in Egypte kan heel gevaarlijk zijn.
Ondanks de Kifyabeweging en de concurrenten is Mobarak nog steeds populair. Hij wordt met 88% van de stemmen gekozen. Een Franse of een Amerikaanse president neemt genoeg met een lagere score. Kennelijk moet je als President van een Arabisch land hoe dan ook meer dan 80% van de stemmen halen. Anders verlies je! Je verliest niet de macht, maar het gezicht.

Op 14 januari 2011 wordt Zine El Abidine Ben Ali gedwongen om als President van Tunesië af te treden en het land te ontvluchten. Egyptenaren denken dat wat Tunesiërs kunnen, kunnen zij ook en komen in actie. De activisten van de zes-april-beweging, een beweging die in april 2008 is ontstaan, duiken de volksbuurten van Cairo in en mobiliseren mensen. Zij starten ook een campagne via Facebook en andere internetfora. Op dinsdag 25 januari 2011 komen voor het eerst duizenden Egyptenaren samen op Midan At Tahrir in centrum van Cairo. Wat beweging Kifya niet lukt, massamensen op de been krijgen, lukt het `zes-april’ wel. Zoals gebruikelijk beginnen de veiligheidstroepen een terreurcampagne tegen de demonstranten. Dit keer lukt het gewoon niet de opstand neer te slaan. De mensenmassa neemt alleen maar toe. Mobarak probeert met wat kunstgrepen zijn presidentschap te redden. In eens benoemt hij een vicepresident. Te vergeefs. De opstand waait uit naar andere steden. Vrijdag 11 februari maakt Vicepresident voor 12 dagen, Omar Soleiman bekend dat de Opperste Raad van het leger (chefs van staven) de macht overneemt en dat Mobarak zijn functie neerlegt. Eindelijk heeft Mobarak naar de demonstranten geluisterd. Bijna twee weken lang roepen zij Irhal! (verhuis).

Nizam staat nog steeds
Tijdens de volksopstand publiceert een Egyptische krant een cartoon waarin Mobarak op de TV demonstranten ziet roepen ‘Ashaab yoried iskaat An-nizam’ (het volk wil de val van het systeem) en roept tegen zijn vrouw: gelukkig heet ik geen An-nizam. Het is maar goed ook voor de Nizam. Want Mobarak is weg, maar het systeem is gebleven. Het is de vraag of die gaat vallen. Vanaf de staatsgreep van 1952 heeft het leger de macht in handen. Inmiddels is het een machtig instituut. Veldmaarschalk Mohammed Hussein Tantaw is vanaf 1991 Minister van Defensie in Mobarak’s regeringen. Afgelopen 20 jaar heeft hij kennelijk geen acht geslagen op de omstandigheden van Egyptische bevolking. Waarom zou hij het nu wel doen. De top van het leger zal er alles aan doen om de verhoudingen in Egypte te houden zoals die nu zijn. De grondwet wordt gewijzigd. Hierin zal ongetwijfeld de positie van de President worden beperkt: bevoegdheden, het aantal zittingstermijnen enz. De volkswoede is immers gericht op de President. Het is heel goed mogelijk dat het leger de positie van President gaat gebruiken om eigen machtspositie te versterken. Het leger kan bijvoorbeeld voor zich zelf de rol van ‘de beschermheer’ van de democratie bedenken en in de grondwet vastleggen. Om democratie te krijgen, zal het Egyptische volk nog heel hard moeten werken. Niet alleen het leger moet terug in de kazerne, letterlijk en figuurlijk, maar de burgermaatschappij moet worden opgebouwd. En als het eerste snel lukt, zal het laatste nog jaren duren.

Het leger heeft niet alleen politieke macht, maar heeft economisch ook heel wat in de melk te brokkelen. En dit is precies het probleem van de grote meerderheid van Egyptenaren. De bevolking wil een redelijk inkomen om in het eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. Onafhankelijke verkiezingen zijn belangrijk, maar belangrijker nog is gevrijwaard worden van de dagelijkse afpersing en vernedering door het staatsapparaat en veiligheidsdiensten. Om dit voor elkaar te krijgen zullen heel wat volksopstanden moeten komen.

Said Bouddouft publiceert de komende weken een serie artikelen op Republiek Allochtonië waarin hij recente veranderingen in de Arabische wereld vergelijkt met het verleden. Bouddouft is directeur van de Stichting Meander, Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling in Zuid-Holland.

Eerder verscheen:

De geschiedenis van de Arabische wereld herhaalt zich (deel 1)


 


Meer over anwar sadat, arabische landen, arabische lente, democratie, democratisering, egypte, geschiedenis, hosni mubarak, koning farouk, marokko, said bouddouft, tunesie.

Delen:

Reacties


said - 31/05/2011 10:36

@Berben
Het punt is waar het om gaat is dat de bevolking in Egypte (maar ook in andere Arabische landen) zich heel moeten inspannen om de vicieuze cirkel van dictatuur te doorbreken. Als de president weg is, betekent het nog niets, zolang het staatsysteem nog functioneert. Daarom moeten zij waakzaam blijven en voor lange periode `de revolutionaire sfeer’ in stand moeten houden. Anders is de kans groot dat na `de revolutie' een machtbeluste dictator de macht grijpt en alles weer vervalt in oude patronen. Want dat is precies wat er is gebeurd na de vestiging van revolutionairen van de jaren 50 en 60 en de jonge staatshoofden van 2000. Zij werden de nieuwe onderdrukkers. In dit artikel is aangegeven hoe het in Egypte is gegaan. De poppetjes worden vervangen, maar de onderdrukking blijft.
Dit artikel is ingeleid in het 1ste deel:
http://www.republiekallochtonie.nl/de-geschiedenis-van-de-arabische-landen-herhaalt-zich-deel-1

Antoine Berben - 24/05/2011 02:55

Goed artikel met heel veel informatie.
Maar wat wordt hier nu exact met publicatie van dit artikel beoogd? Kan iemand mij daar een antwoord op geven?