Etnische tweedeling in Amsterdam neemt toe

In achtergronden door Ewoud Butter op 23-05-2011 | 15:07

Tekst: Ewoud Butter

De segregatie langs etnische lijnen in Amsterdam neemt nog altijd toe. Vooral buiten de ring is er sprake van een stijging van het aandeel niet-westerse allochtonen. Onder deze groepen is de werkloosheid fors hoger, ligt het opleidingsniveau lager, is er sprake van een slechtere gezondheid, heeft men minder vaak een eigen woning en voelt men zich vaker eenzaam en gediscrimineerd. Turken hebben de meeste problemen met hun gezondheid, de ontwikkeling van Surinaamse Amsterdammers stagneert en maar liefst 42% van de Marokkaanse kinderen leeft in armoede.

Wat ook niet vrolijk stemt is dat steeds meer Amsterdammers alleen vrienden uit de eigen etnische groep hebben. Dit geldt voor Surinamers, Turken en Marokkanen en ook voor autochtonen.

Dat zijn enkele conclusies uit de vorige week gepresenteerde participatiemonitor De Staat van de Stad VI en de Diversiteits- en Integratiemonitor 2010. Beide onderzoeken zijn uitgevoerd door het Amsterdamse onderzoeksbureau O+S.

Lichtpuntjes
Er zijn ook lichtpuntjes te noemen en dat werd bij de presentatie van de rapporten dan ook met nadruk gedaan: Amsterdam heeft weinig te lijden onder de economische crisis, de werkloosheid in de gehele stad neemt af, Amsterdam blijft onverminderd aantrekkelijk als woonomgeving en kende in 2010 maar liefst 37000 nieuwe inwoners, Amsterdammers waarderen hun woonomgeving hoger dan bij de laatste meting, de meeste Amsterdammers zijn bovendien tevreden over hun buurt en voelen zich veilig. En tot slot voelen minder Amsterdammers zich gediscrimineerd.

Segregatie
Het klinkt misschien heel erg 1990, maar toch kan de conclusie niet anders zijn dan dat er in Amsterdam nog steeds sprake van een voortschrijdende tweedeling, tussen etnische groepen en tussen buurten. 

in Amsterdam Zuidoost vormen niet-westerse allochtonen de meerderheid, in Nieuw-West ligt hun aandeel op de helft en in Noord is het aandeel niet-westerse allochtonen toegenomen. In Amsterdam Oost en West ligt het aandeel niet-westerse allochtonen op het gemiddelde van de stad, maar in die stadsdelen is sprake van een afname van het aantal niet-westerse allochtonen. In de stadsdelen Centrum en Zuid is het aandeel niet-westerse allochtonen onveranderd laag (15%) en is er amper sprake van toename.
Ontmoetingskansen tussen autochtonen en niet-westerse allochtonen worden door de ruimtelijke segregatie kleiner en dit kan een negatief effect hebben op de integratie.

Interculturele contacten
Ondanks de segregatie is er wel sprake van een toename van het aandeel interculturele contacten (van 71% in 2007 naar 77% in 2009), vooral onder Surinaamse Amsterdammers en autochtonen. Toch neemt het aandeel gemengde vriendengroepen af. Hoopgevend is dan weer dat niet-westerse migranten van de tweede generatie vaker gemengde vriendengroepen hebben dan de eerste generatie. Trouwen gebeurt vooral binnen de eigen etnische groep, dit geldt in het bijzonder voor Turkse en Marokkaanse Amsterdammers.

Werkloosheid
De buurten met relatief veel niet-westerse allochtonen maken een grotere kans op bepaalde sociaal-maatschappelijke problemen, bijvoorbeeld werkloosheid.

Vooral onder niet-westerse allochtonen is de werkloosheid namelijk gestegen. Op 1 oktober 2010 stond 6,7% van de Amsterdammers tussen 15 en 64 jaar, vooral lager opgeleiden, ingeschreven als werkzoekende. Hierbij waren grote verschillen tussen etnische groepen: 4% van de autochtonen is werkzoekend, 9% van de Antillianen en Surinamers en rond de 15% van de Turken, Marokkanen en de overige niet-westerse allochtonen. Vooral onder die laatste groep is er sprake van een forse stijging.
Bijna een kwart van de niet-westerse allochtone jongeren is werkloos, tegenover een tiende van de autochtone jongeren.

Vrouwen
Hoewel allochtone vrouwen steeds beter zijn opgeleid en zij gezinsvorming steeds vaker uitstellen, is hun participatie op de arbeidsmarkt (68%) nog altijd lager dan bij mannen (79%). Vooral de participatie van Turkse (42%) en Marokkaanse vrouwen (37%) is schrikbarend laag.

Onderwijs
Basisschoolleerlingen van niet-westerse herkomst krijgen betere schooladviezen, vooral Turkse jongeren. Toch krijgen de meeste niet-westerse allochton leerlingen veel vaker een laag schooladvies dan autochtone leerlingen. Dit komt ook omdat autochtone leerlingen steeds hogere adviezen krijgen. Ongeveer 50% van de autochtone leerlingen volgt Havo of VWO; onder niet-westerse allochtone leerlingen ligt dit percentage op 20%.

Verschillen tussen jongens en meisjes in het onderwijs ontstaan tijdens het voortgezet onderwijs. Ze beginnen op gelijke niveaus, maar meisjes doen uiteindelijk vaker VWO eindexamen.

Gezinsvorming
De gemiddelde leeftijd waarop Amsterdamse vrouwen aan kinderen beginnen is de afgelopen 10 jaar gestegen van 29,4 jaar naar 31,0 jaar. Vooral Turkse vrouwen krijgen later kinderen.

Marokkaanse en Turkse vrouwen krijgen minder kinderen, terwijl het kindertal onder autochtone vrouwen toeneemt.

Eenzaamheid en gezondheid
Opvallend veel Turkse Amsterdammers geven aan zich eenzaam te voelen (28%). Dit ligt lager bij Marokkaanse (16%) en Surinaamse Amsterdammers (11%) en nog lager bij autochtonen (6%). Van de Turkse en Marokkaanse Amsterdammers heeft maar 60% een goede gezondheid; dit geldt voor 70% van de Surinamers en 80% van de autochtonen.

Criminaliteit
De objectieve criminaliteit is in Amsterdam is gedaald en de ervaren veiligheid is toegenomen. Wel melden bewoners vaker overlast van vooral jongeren. Toch is het aantal overlastgevende, hinderlijke en criminele jeugdgroepen gedaald.

Vooral jonge mannen (18-25 jaar) vertonen crimineel gedrag en daarbinnen gaat het vooral om Marokkaanse jongens van de 2e generatie (20% verdacht van een misdrijf in 2006) en Surinaamse (18%) en Antilliaanse (17%) jongens van de 1e generatie. Sinds 2006 neemt de jeugdcriminaliteit wel wat af.

Discriminatie
Van de Marokkaanse Amsterdammers voelde 38 % zich in 2010 wel eens gediscrimineerd. Dat was in 2007 nog 53 procent. Ook andere groepen hebben minder vaak het gevoel gediscrimineerd te worden: onder Turkse Amsterdammers nam dit percentage af van 39 naar 32 procent, bij Surinamers van 38 naar 29 procent en bij autochtonen van 20 naar 13 procent. Van de groep overige niet-westerse allochtonen ervoer juist een groter deel (42 procent) discriminatie dan in 2007 (37 procent).

Het aantal aangiften van discriminatie was in 2010 desondanks hoog: 293 tegen 181 in 2009.

Marokkanen hebben nog steeds het slechtste imago: slechts 23 procent van de Amsterdammers had in 2010 een positief beeld van Marokkanen. Over Turken was dat 41 procent, over Surinamers 44 procent en van autochtonen had 62 procent van de Amsterdammers een positief beeld.

Tot slot
De Amsterdamse wethouder Andrée van Es, wethouder Burgerschap en Diversiteit, trok bij de presentatie van de rapporten de volgende conclusie: "Betaald werk en genoten opleiding zijn het meest bepalend voor een goede leefsituatie. Dit onderstreept hoe ongelooflijk belangrijk het is dat zoveel mogelijk mensen aan het werk zijn. Dat zie ik als mijn belangrijkste opgave."

Een terechte conclusie, want het verbeteren van de onderwijsprestaties en het verminderen van vooral de werkloosheid onder lager opgeleiden, zijn de enige effectieve methoden om op langere termijn de (etnische) segregatie tegen te gaan. Opleiding, werk en een hoger inkomen zijn bevorderlijk voor de participatie en daarmee integratie van bevolkingsgroepen. Het komt de huisvesting ten goede, zorgt voor etnisch diverser samengestelde wijken en vergroot de kansen op een betere gezondheid.

in het bijzonder zal hierbij aandacht moeten zijn voor het verbeteren, eventueel met lichte dwang, van de arbeidsparticipatie van jongeren en zeker van vrouwen. Vooral de arbeidsparticipatie van Turkse en Marokkaanse vrouwen is schandalig laag. Die moeten dus aan het werk. Werkende moeders zijn niet alleen goed voor het gezinsinkomen, werkende moeders (en vaders trouwens ook) weten ook eerder wat er speelt in de samenleving en kunnen hun kinderen dan beter begeleiden.

Ewoud Butter is schrijver, onderzoeker en redacteur van Republiek Allochtonië. Meer artikelen van Ewoud op dit blog hier

Bronnen/ verder lezen:

Website O+S

De Staat van de Stad VI (pdf)

Diversiteit en integratie 2010 (pdf)

Diversiteits en integratiemonitor 2010 (pdf)


 

 


Meer over amsterdam, criminaliteit, discriminatie, diversiteit, ewoud butter, integratie, interetnische contacten, onderwijs, onderzoek, overlast, segregatie, vrouwen, werkloosheid.

Delen:

Reacties


Faatje - 23/05/2011 16:51

Goed stuk. Opvallend dat andere media niet de moeite hebben genomen de rapporten van O+S te lezen en elkaar vooral nakakelden over de afname van discriminatiegevoelens en het slechte, maar iets betere imago van Marokkanen. Er valt zoveel meer uit die rapporten te halen.
Overigens is er ook sprake van toenemende tweedeling binnen etnische groepen.