Wie agendeert hoe en waarom moslimhaat of niet?

In opinie door Roemer van Oordt op 15-11-2017 | 21:50

Rabbijn Lody van de Kamp vroeg gisteren om meer aandacht voor de door PowNed gefilmde actie die Pegida Nederland afgelopen weekend voerde tegen de bouw van een moskee van de Islamitische Stichting Nederland (ISN) in Enschede. Aan (media) aandacht en (politieke) verontwaardiging was dit keer echter geen gebrek. De vraag naar wie er om die aandacht verlegen zit, is volgens mij minstens zo relevant.

In een open brief stak Lody van de Kamp een hart onder de riem van de toekomstige moskeebezoekers, die waarschijnlijk via het NOS-journaal, teletekst of tal van andere media hadden meegekregen dat 14 ‘strijders tegen islamisering’ op de bouwplaats een 'kerk' met een kruis plaatsten die door een 'pastoor' werd ingewijd met varkensbloed. Een woedende, naar juridische stappen zoekende burgemeester refereerde aan de Ku Klux Klan. Minister Dekker noemde de actie misselijkmakend en zet het OM aan het werk

Strategie
Vast staat dat de harde kern van Pegida Nederland en andere nationaal-populistische en extreemrechtse bewegingen bewust en gericht kiezen voor maximale media-exposure. Ze kondigen hun acties ‘tegen de islamisering van Nederland‘ tegenwoordig aan bij de autoriteiten en nodigen media uit om ‘mee te draaien’. Soms eisen ze acties die in hun straatje passen zelfs achteraf op.

Verder is tekenend dat doelen die worden uitgekozen meestal al onder het kritische vergrootglas van politiek en samenleving liggen. Er wordt daarbij bewust gebruik gemaakt van de sterk gepolitiseerde en versimplificeerde discussie over zaken als salafisme, opruiend prekende imams, buitenlandse financiering van moskeeën en ‘de lange arm van Ankara’. Bij het besluit over de bouwvergunning van de moskee in Enschede speelt die discussie mee. Maar ook acties tegen betwiste aanbouw van AZC’s en de ‘vluchtelingenstroom’ maken onderdeel uit van deze strategie. Hiermee proberen deze harde kernen de aandacht af te leiden van hun ideologische drijfveren en achtergronden, die inmiddels vooral sterk islamofoob en xenofoob zijn, maar hun oorsprong meer dan eens vinden in het antisemitisme.

Graag refereren ze aan het breed levende idee over de onmacht en het gebrek aan daadkracht bij de politiek, zelfs van geestverwante partijen als de PVV en het Forum voor Democratie.  ‘De tijd van toekijken is afgelopen en hopen op doortastende daden van onze politici is voorbij….Wij stappen in waar de overheid faalt’, is het credo. Ondanks hun geringe actieve aanhang, krijgen ze met deze strategie een belangrijke stem in het voeden van islamofoob en xenofoob sentiment in de Nederlandse samenleving. En dat is hoe dan ook gevaarlijk.

De burgemeester van Enschede zei in een interview met de regionale nieuwszender dat je Pegida eigenlijk niet groter moet maken dan wat het is, maar dat hij reageerde omdat PowNed toch al landelijke aandacht had gegenereerd. En dan maar 'loud en clear'. De poll die de regionale krant Tubantia aan de actie weidde, en die later werd overgenomen door The Post Online, plaatste de kwestie onbegrijpelijk genoeg in een volstrekt eenzijdig perspectief. Kon er echt geen keuzemogelijkheid bij met 'geen bezwaren tegen de komst van een nieuwe moskee', of zoiets? (….en dan heb ik het natuurlijk niet over begrijpelijke zorgen over zaken als parkeeroverlast, die al lang zijn gepasseerd).

(screenshot van de resultaten van de Tubantiapoll)

Melden of binnenshuis houden
Of het bekritiseren of juist negeren door media en politiek van dit soort acties van Pegida en aanverwante bewegingen de meest heilzame weg is, lijkt mij ondergeschikt aan het belang van agendering en aanpak van moslimhaat door de overheid. Gezien het regeerakkoord zijn de ambities op dat vlak zeer beperkt en ook nog eens voorwaardelijk, omdat ze in één adem worden genoemd met de aanpak van - al dan niet veronderstelde - problemen binnen ‘de moslimgemeenschap’.  

Essentieel is de vraag  hoe die ‘gemeenschap’ zelf op het (gewelddadige) verzet tegen de institutionalisering van de islam reageert. Het bestuur van de moskee in aanbouw in Enschede noemt het gedrag van de Pegida-aanhangers ongepast. Eerder werd door verschillende islamitische (koepel)organisaties uitgesproken dat het in hun optiek niet langer om incidenten gaat, maar om een georganiseerde trend. Zij proberen - net als de overheid overigens - het  draagvlak voor melden en aangeven te vergroten en vragen om gepaste (veiligheids)maatregelen en vervolging van daders. ISN adviseert alle moskeeén aangifte te doen, en geeft die lijst met incidenten en wat daar mee is gebeurd actief door, ook aan Republiek Allochtonië. Afhankelijk van eerdere ervaringen zoeken ze (pro)actief naar aandacht van de media.

Tijdens bijeenkomsten over incidenten bij moskeeën is mij de afgelopen maanden opnieuw duidelijk geworden dat bij afwegingen van plaatselijke bestuurders angst voor represailles, groeiende gevoelens van onveiligheid onder de bezoekers, slechte ervaringen met de politie of andere betrokken instanties en het idee dat er toch niets mee gebeurd of dat het inmiddels ‘gewoon’ wordt gevonden meespelen. Dat in 2016 slechts een kwart van de aangiftes van (alle vormen van) discriminatie door het OM in behandeling werd genomen, helpt daarbij niet.


Roemer van Oordt is redacteur van Republiek Allochtonie en doet (actie)onderzoek naar processen van radicalisering en uitsluiting en naar de institutionalisering van de islam in Nederland.


Foto: screenshot Powned nieuwsflits

 

 

 

 


Meer over enschede, extreemrechts, isn, moskeeën, moslimhaat, nationaal populisme, pegida.

Delen: