Stop met stigmatiserende rapporten over criminaliteit en etnische herkomst

In opinie door Gwen van Eijk op 16-04-2019 | 08:30

Stichting Ocan (belangenvereniging voor Caribische Nederlanders), Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders (SMN) en het Inspraakorgaan Turken in Nederland (IOT) roepen de overheid op hun communicatie over criminaliteit en etnische herkomst aan te passen.

De drie belangenverenigingen doen deze oproep omdat zij zien dat al sinds de jaren negentig op een onvolledige en stigmatiserende wijze wordt gerapporteerd over verschillen in criminaliteitscijfers tussen groepen. Onder andere het CBS, het SCP en het WODC publiceren met regelmaat rapporten waarin criminaliteitscijfers worden uitgesplitst naar een selectie van herkomstlanden (waaronder meestal de ‘klassieke’ migratielanden: Marokko, Turkije, Caribisch Nederland). Het gaat om jaarlijkse overzichtsrapporten zoals Criminaliteit en Rechtshandhavingmaar ook om andere jaarlijkse publicaties zoals het Jaarrapport Integratie en De sociale Staat van Nederland.

John Leerdam, voorzitter van Stichting Ocan:

“Wat is daarvan de toegevoegde waarde? Dat blijft nog altijd vaag! Overheidsonderzoek over criminaliteit gaat over het blootleggen van achterliggende factoren, zoals economische positie, opleidingsniveau of opvoeding. Dan zijn die uitsplitsingen naar herkomst niet nodig. Het kan bijna niet anders dan dat dit soort communicatie schadelijk is geweest voor Caribische-Nederlanders, bijvoorbeeld voor de positie op de arbeidsmarkt. Het is daarom tijd om ons hierover uit te spreken in een samenleving die inclusie voorstaat. Vooral met het oog op gelijke kansen voor onze opgroeiende jeugd vinden wij dat herkomst er niet telkens moet worden bijgehaald als wordt gepraat over criminaliteit.” (bron: persbericht SMN, IOT en OCAN)

Herkomst kan niet verklaren

Tussen 2008 en 2018 zijn 47 rapportages verschenen waarin cijfers over criminaliteit werden uitgesplitst naar etnische herkomst. Verdachten en veroordeelden worden als aparte groepen uitgesplitst op basis van geboorteland van henzelf of één van de ouders (volgens de formele definitie van ‘allochtoon’) en soms zelfs het geboorteland van grootouders.

In slechts 7 van de 47 rapportages werden statistische analyses gedaan waarbij ook sociaaldemografische kenmerken worden meegenomen, wat belangrijk is omdat groepen verschillen in bijvoorbeeld sociaaleconomische status en leeftijd. Als blijkt dat na ‘correctie’ voor sociaaldemografische factoren een verschil tussen de herkomstgroepen overblijft dan worden niet zelden ‘culturele factoren’ geïntroduceerd om verschillen te verklaren. In bijvoorbeeld Integratie in zicht uit 2016 gaat het over ‘de tweede generatie die zich moet manoeuvreren tussen meerdere culturen’.

Zoals John Leerdam stelt is de toegevoegde waarde hiervan twijfelachtig. Bovendien rammelt de verklaring omdat ‘herkomst’ of verwante begrippen zoals ‘cultuur’ of ‘etniciteit’ op zichzelf geen afdoende verklaringen zijn: je moet dan altijd nog uitzoeken wat achter dat verschil zit en dan kom je uit bij factoren zoals achterstand, opvoeding, trauma of andere zaken waar in principe alle mensen uit alle culturen mee te maken kunnen krijgen. Verschillen die onderzoekers niet kunnen ‘wegverklaren’ kunnen dus niet automatisch worden toegeschreven aan ‘herkomst’ of ‘cultuur’.

Een fundamenteel probleem in onderzoek is dat de leefomstandigheden van mensen vaak erg onvolledig worden gemeten. Daar komt bij dat onderzoek ook laat zien dat er sprake is van etnisch/raciaal profileren of vooroordelen onder agentenofficieren van justitie en rechters en die kunnen zich opstapelen in opeenvolgende beslissingen in de strafrechtsketen.

‘Feiten’ zonder context

Het CBS publiceerde afgelopen maart weer criminaliteitscijfers uitgesplitst naar herkomstgroepen – en weer zonder enige context of leeswijzer. De aanleiding was een verzoek van het Directoraat-Generaal Politie van het Ministerie van Justitie en Veiligheid ‘in het kader an een vooronderzoek naar achtergrondkenmerken van personen die door de politie staande worden gehouden op straat’. Het DG wil ‘op basis van bij het CBS beschikbare gegevens bekijken of personen met een niet-westerse migratieachtergrond in bepaalde stadia van de strafrechtketen oververtegenwoordigd zijn ten opzichte van personen met een Nederlandse achtergrond.’ Vervolgens publiceerde het CBS deze gegevens zonder erbij te vermelden hoe deze cijfers (door de leek) gelezen moeten worden.

Nu wil het dat deze ‘feiten’ de stelling ondersteunen dat oververtegenwoordiging van sommige groepen het gevolg is van selectief optreden door politie en justitie: bij elke volgende beslissing, van aanhouding naar vervolging naar schuldigverklaring naar bestraffing met gevangenisstraf, wordt de oververtegenwoordiging van groepen ten opzichte van mensen met een Nederlandse achtergrond groter. Maar zonder duiding van de context door het CBS gaan de cijfers een eigen leven leiden en trekken mensen verkeerde conclusies (bijvoorbeeld hier door racistisch rechts).

Beladen classificaties

De drie organisaties vragen het kabinet en overheidsbestuurders dan ook om betere verantwoording van communicatie over groepen van specifieke ‘etnische’ of ‘culturele’ herkomst. “Zonder veel uitleg worden bij verdachtencijfers nog steeds uitgesplitst naar herkomstland. Hoe ziet die afweging er dan precies uit? En moet je dan niet wat meer weten over de vraag hoe dit soort cijfers door burgers worden opgevat?”, aldus Bouchaib Saadane, voorzitter van SMN (bron: persbericht).

Niet voor niets besloten de WRR en het CBS in 2016 om in hun rapportages niet zomaar meer te spreken over ‘allochtonen’ versus ‘autochtonen’ en ‘westerse’ versus ‘niet-westerse’ groepen, omdat ‘de tweedelingen steeds meer ter discussie staan vanwege hun beladen, rangschikkende karakter.’ In plaats daarvan zouden de organisaties telkens aan de hand van de empirische of beleidsmatige vraag moeten beoordelen welke classificatie passend en relevant is.

Bij die afweging moet volgens de drie organisaties ook aandacht worden geschonken aan de kritiek van de European Commission against Racism and Intolerance (ECRI). De ECRI benadrukte zowel in hun derde (2007) en vierde (2013) rapport over Nederland dat de overheid een norm overschrijdt met de herkomstuitsplitsingen in verdachtencijfers. De richtlijn is dat overheidscommunicatie niet stigmatiserend mag zijn. Dat het CBS vindt dat het slechts rapporteert over ‘wat er feitelijk gebeurt’ doet daar niet aan af. Bovendien maakt het uit waarvoor de cijfers worden gebruikt. Bij rapportages over discriminatie kan uitsplitsing gelegitimeerd zijn, maar bij criminaliteitscijfers is dat niet evident.

Beter onderzoek, meer verantwoording

Helaas blijven keuzes voor bepaalde classificaties vragen oproepen en de afweging wordt bovendien niet of nauwelijks inzichtelijk gemaakt. Als overheden in de toekomst willen doorgaan met de herkomstuitsplitsingen in criminaliteitscijfers dan zouden in ieder geval groepen met dezelfde sociaaleconomische kenmerken met elkaar vergeleken moeten worden, aldus de drie organisaties. Verder moeten overheidsorganisaties dan ook betere data verzamelen om beter te kunnen vergelijken tussen groepen, waaronder in elk geval ook data over etnisch profileren.

Dat laatste vind ik dan ook de belangrijkste overweging die Ocan, SMN en IOT aan de onderzoekers van overheidsorganisaties meegeven: voor goed onderzoek naar de factoren die crimineel gedrag veroorzaken is de uitsplitsing naar etnische afkomst niet relevant. Het gaat er overigens met klem niet om dat ‘het niet gezegd mag worden’ maar om het feit dat ‘afkomst’ op zichzelf geen verklarende kracht heeft. Met één mogelijke uitzondering, zoals Zeki Baran, voorzitter IOT, zegt:

“Het uitgangspunt moet zijn dat criminogene factoren kenmerken zijn die over de hele wereld voorkomen, bij welke herkomstgroep dan ook. Een duidelijke uitzondering hierop is selectiviteit bij politieaanhoudingen. Wij juichen het dan ook toe als dit soort selectiviteit meer aandacht verdient in analyses over criminaliteit.” (bron: persbericht SMN, IOT en OCAN)

 

Dit artikel van Gwen van Eijk verscheen eerder op Sargasso

Zie ook: 

Minderhedenorganisaties roepen overheid op anders te communiceren over criminaliteit

Vier op de vijf publicaties over criminaliteit en herkomst benadrukken slechts de verschillen tussen groepen

Wat weten we over Nederlanders met een migratieachtergrond en criminaliteit?

Meer artikelen over criminaliteit

Wilt u dat Republiek Allochtonië blijft bestaan? Waardeert u ons vrijwilligerswerk? We kunnen uw steun goed gebruiken. U kunt Republiek Allochtonië steunen en een klein (of groot) bedrag doneren (nu ook via I-deal)

Neem een abonnement op onze dagelijkse nieuwsbrief: Subscribe to Republiek Allochtonië by Email


Meer over cbs, criminaliteit, herkomst.

Delen: