Veel migrantenvrouwen niet aan het werk vanwege gezondheidsproblemen

In achtergronden op 15-02-2011 | 16:43

12% van de Turks-Nederlandse vrouwen ervaart de eigen gezondheid als (zeer) slecht. Dat is veel meer dan bij de mannen uit die groep (1%) en dan bij vrouwen uit andere migrantengroepen: 9% bij vrouwen van Marokkaanse en 6% bij vrouwen van Surinaamse herkomst.
50% van de vrouwen van Turkse herkomst heeft een baan van ten minste een uur per week, vergeleken met 45% van de Marokkaans-Nederlandse vrouwen, 68% van de Surinaams-Nederlandse vrouwen en 72% van de autochtone vrouwen.
En gezondheidsproblemen spelen een belangrijke rol in de verklaring van de relatief lage arbeidsdeelname van vrouwen van Turkse en Marokkaanse herkomst.

Dit zijn de belangrijkste conclusies uit de SCP-publicatie Moeilijk werken. Gezondheid en de arbeidsdeelname van migrantenvrouwen, die op 15 februari 2011 verschijnt. Deze studie is op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geschreven door dr. Myra Keizer en prof. dr. Saskia Keuzenkamp. Het betreft hier een verdiepende studie in het kader van de rapportageplicht van de regering aan de Tweede Kamer over de uitvoering van het VN-Vrouwenverdrag.

Op basis van secundaire analyses van grootschalige enquêtes, groepsinterviews met vrouwen van Turkse en Surinaamse herkomst en gesprekken met artsen is onderzocht wat de rol is van gezondheid ter verklaring van de relatief lage arbeidsdeelname van met name migrantenvrouwen.

Veel gezondheidsproblemen bij migrantenvrouwen
Er zijn duidelijke verschillen in gezondheid tussen vrouwen en mannen uit de verschillende herkomstgroepen. Vrijwel alle langdurige aandoeningen worden vaker gemeld door etnische minderheden dan door autochtone Nederlanders. Binnen alle groepen ook vaker door vrouwen dan door mannen. Vooral hoofdpijn en migraine, rugpijn, nek- en schouderklachten en depressie en angststoornissen komen veel voor.
Meting van de gezondheid op basis van een internationaal gevalideerde vragenlijst leert dat alleen autochtone mannen beter dan gemiddeld scoren; autochtone vrouwen en migranten van beide seksen scoren slechter dan gemiddeld.
Op de vraag hoe goed over het algemeen de gezondheid wordt ervaren, beoordeelt de meerderheid van de vrouwen en mannen die als (zeer) goed, maar er zijn wel duidelijke verschillen. Autochtone mannen vinden zichzelf het vaakst (heel) gezond (88%), gevolgd door Antilliaans-Nederlandse mannen (84%) en autochtone vrouwen (82%). De groep die de eigen gezondheid het minst als (zeer) goed beoordeelt, is die van Turks-Nederlandse vrouwen (58%); 12% van hen kwalificeert de gezondheid zelfs als (zeer) slecht.

Lage arbeidsdeelname van vrouwen van Turkse en Marokkaanse herkomst
Zowel bij autochtonen als bij migranten is het aandeel werkenden hoger onder mannen dan vrouwen. In het rapport is uitgegaan van de (internationaal als standaard gehanteerde) definitie van arbeidsdeelname van ten minste een uur betaald werk per week. Bij Surinaamse Nederlanders is het sekseverschil erg klein (68% van de vrouwen van 15-64 jaar verricht betaalde arbeid en 70% van de mannen), bij Turkse Nederlanders het grootst (50% van de vrouwen versus 71% van de mannen). In de Marokkaanse groep werkt 45% van de vrouwen en 66% van de mannen, bij autochtonen 72% van de vrouwen en 84% van de mannen.
 

Gezondheid is na leeftijd de belangrijkste determinant van arbeidsdeelname
Er zijn tal van factoren van invloed op de arbeidsdeelname. Er is op basis van een grootschalige enquête onder de Nederlandse bevolking nagegaan welke factoren nu het meest gewicht in de schaal leggen. Leeftijd heeft de grootste verklaringskracht: de kans dat iemand in de leeftijdsgroep van 25-64 jaar werkt neemt met het ouder worden af. Op de tweede plaats komt de invloed van het lichamelijk welbevinden. Naarmate men de lichamelijke gezondheid negatiever beoordeelt is de kans dat men werkt kleiner . Op de derde plaats volgt sekse: de kans dat vrouwen werken is kleiner dan die van mannen. Op de vierde plaats volgt opleiding en op de vijfde plaats het psychisch welbevinden. Gezondheid speelt dus een hele belangrijke rol voor het verklaren van verschillen in arbeidsdeelname.
Met name bij Turks-Nederlandse vrouwen spelen gezondheidsproblemen een grote rol ter verklaring van hun geringe arbeidsdeelname. Dat grote verklarende gewicht van gezondheid geldt ook, maar in iets mindere mate, voor Marokkaans-Nederlandse vrouwen.
 

Beleid en de cumulatie van factoren
Gezondheidsproblemen spelen dus een belangrijke rol bij de arbeidsdeelname. Dat geldt voor vrouwen en mannen, en voor migranten en autochtonen op dezelfde manier. Maar groepen met meer gezondheidsproblemen zijn minder actief op de arbeidsmarkt. Zo blijkt dat met name bij Turks-Nederlandse vrouwen de relatief slechte gezondheid een grote rol speelt bij het verklaren van hun geringe participatie op de arbeidsmarkt. Daar komen bij hen echter nog tal van andere nadelige omstandigheden bij: een relatief laag opleidingsniveau, een gebrek aan steun uit hun sociale omgeving en een gering vertrouwen in hun kansen op de arbeidsmarkt. Het staande beleid, gericht op vergroting van taalvaardigheid en opleiding of op uitbreiding van voorzieningen voor het combineren van arbeid en zorg, is zeker niet onbelangrijk. De resultaten van dit onderzoek wijzen er echter op dat het om de arbeidsdeelname te vergroten van belang is meer aandacht te besteden aan het verbeteren van de gezondheidsbeleving.

SCP/publicatie 2011-5 Moeilijk werken. Gezondheid en de arbeidsdeelname van migrantenvrouwen. Myra Keizer en Saskia Keuzenkamp. Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau, ISNB 978 90 377 0524 9, prijs € 19,90.
De publicaties zijn verkrijgbaar bij de (internet)boekhandel of te bestellen via de website: www.scp.nl.
Voor meer informatie: prof. dr. Saskia Keuzenkamp, tel: 070 – 340 7813/7000, e-mail: s.keuzenkamp@scp.nl.

Bron: persbericht SCP

Zie ook: Jonge Turkse en Marokkaanse vrouwen nauwelijks economisch zelfstandig

en meer emancipatie hier


Meer over allochtonen, arbeid, emancipatie, onderzoek, verborgen vrouwen, vrouwen, vrouwenemancipatie.

Delen: