Racisme en discriminatie treffen Surinaamse-Nederlanders op de arbeidsmarkt

In achtergronden door Roemer van Oordt op 13-06-2017 | 12:40

Eerder dit voorjaar presenteerden het Surinaams Inspraak Orgaan (SIO) en New Urban Collective (NUC) het onderzoek "Je moet twee keer zo hard werken", waarin racisme tegen en discriminatie van Surinaamse-Nederlanders in het onderwijs en op de arbeidsmarkt centraal staan. De conclusies zijn veelzeggend.

De onderzoekers stellen dat het beeld heerst dat Surinaamse-Nederlanders 'goed geïntegreerd' zijn. Cijfers ondersteunen dat beeld gedeeltelijk. Surinaamse-Nederlanders doen het steeds beter in het onderwijs. De tweede generatie weet vaker het hoger onderwijs en hogere niveaus van het MBO te bereiken. Maar ondanks de verbeterde positie in het onderwijs is de werkloosheid onder Surinaamse-Nederlanders (13,3%) nog meer dan twee keer zo hoog dan die onder mensen van Nederlandse origine (4,9%).

Ervaren discriminatie en racisme
Van alle Surinaams-Nederlandse respondenten uit de enquête van SIO en NUC ervaarde meer dan 70% de afgelopen 2 jaar discriminatie op de werkvloer, veelal in de vorm van "kwetsende grappen" ofwel microagressies. “Ik ben heel vaak zwarte piet genoemd, ik heb een hekel aan het woord neger maar zo word ik ook vaak genoemd. Ook als ik als zwart persoon wordt aangesproken word ik gedegradeerd en voel ik me uitgesloten” zei een Surinaams-Nederlandse zorgmedewerker bijvoorbeeld. Jeffrey Koorndijk, de sollicitant die werd afgewezen omdat hij “een (donkergekleurde) neger” zou zijn, vertelde in een interview over de impact die de kwestie op hem heeft gehad.

Microagressies en alledaags racisme blijken volgens de onderzoekers van New Urban Collective er ook in het onderwijs nog voor te zorgen dat Surinaams-Nederlandse kinderen worden uitgesloten . "Je moet twee keer zo hard werken", is een uitspraak die de onerzoekers vaak optekenden.

 

 

Uit: Je moet twee keer zo hard werken. Racisme, discriminatie en de sociale mobiliteit van Surinaamse Nederlanders


Conclusies
• Discriminatie en racisme op de arbeidsmarkt:
Meer dan 70% van de respondenten uit dit onderzoek heeft de afgelopen twee jaar met racisme of discriminatie op de arbeidsmarkt te maken gehad. • Micro agressies:
34% van de respondenten heeft te maken gehad met kwetsende grappen ofwel micro agressies: goedbedoelde opmerkingen die wel degelijk racistisch of discriminerend zijn en mensen op de werkvloer uitsluiten.
• "Je moet twee keer zo hard werken":
38% van de respondenten wordt extra gemotiveerd om harder te werken of zichzelf te bewijzen door ervaringen met racisme en discriminatie.• Strategieën voor sociale mobiliteit:
Surinaamse-Nederlanders hebben strategieën ontwikkeld om ondanks racisme en discriminatie hun positie in onderwijs en op de te verbeteren. 

Daarover veel meer in het onderzoek: Je moet twee keer zo hard werken. Racisme, discriminatie en de sociale mobiliteit van Surinaamse Nederlanders

Voor vragen of opmerkingen kunt u terecht bij New Urban Collecive: info@nucnet.nl. 

Meer over discriminatie op dit blog: hier en meer over racisme: hier

 

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.  

 

Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!  

 


 


Meer over arbeidsmarkt. onderwijs integratie, discriminate, New Urban Collective, onderzoek, racisme, Surinaams Inspraak Orgaan, Surinaamse-Nederlanders.

Delen:

Reacties


Drs. Ir. Ph.D Rabin Gangadin - 11/10/2017 10:33

Hollanders hebben een lage dunk voor de kwaliteiten van allochtonen

Hollanders gillen en brullen op het ene front dat ook allochtonen moeten (kunnen)werken en op het andere front koestert men één en al minachting en wantrouwen jegens hun kwaliteiten.

"Intussen is de stoelzitting van de Nederlandse werknemer verworden tot een dummy van zijn/ haar achterwerk"

Anno 2017 vragen vele allochtonen zich nog steeds af hoe en op welke wijze je in Nederland op een trefzekere en niet mis te verstane wijze voor een baan bemiddeld kunt worden. Al het giswerk dat hieraan te pas komt begint langzaamaan de vormen aan te nemen van een soort sterrenwichelarij. De zogeheten arbeidsdeskundigen en magistraten hebben het air van de reclameman en de psychiater om zoveel mogelijk geld verdienen met een winderig vuistregeltje en met de invalshoek van een scheet.

Vroeger werd er van allochtone kandidaten haast geroutineerd gezegd dat ze de Nederlandse taal niet machtig zouden zijn, niet over de juiste diploma's zouden beschikken of anders te laag zouden zijn opgeleid, op sollicitatiegesprekken niet een eclatante figuur zouden slaan als hun Nederlandse collega's etc, waardoor het voor de werkgever voldoende reden werd liever geen risico te nemen met allochtonen, vooral wanneer er enig denk - en schrijfwerk aan te pas moest komen.

Bovenaan op de ranglijst
Ik durf te wedden dat de gemiddelde Nederlandse werknemer, wiens stoelzitting inmiddels verworden is tot een dummy van zijn/ haar achterwerk, zich door bovenstaand predicaat dat hem/ haar is toegedicht, enkel gevleid zal voelen maar zich er diep in zijn/ haar hart beslist niet in zal vinden. Deze bevoorrechting voltrekt zich zelfs over de oceaan, op de voormalige Antillen en Aruba. Steeds komen Hollanders er als eerste aan bod of worden ze bovenaan op de ranglijst geslingerd. Het feit dat velen onder hen vanwege het mooie weer aldaar liever niet willen werken, hindert gewoon niet en wordt men kunstmatig in het arbeidszadel gehouden.

In 2000 bracht het SCP een onderzoeksrapport uit volgens welke het leeuwendeel van de werkgevers spijt zou hebben van de keus die men ooit op haar werknemers liet vallen. Het weekblad HP/De Tijd had een hele rapportage gewijd aan Nederlandse werknemers die onder baas z'n tijd rustig een eigen administratieve rompslomp zouden opknappen, langere pauzes zouden nemen, naar vrienden, kennissen etc. zouden bellen en zich in het gunstigste geval stipt zouden houden aan een 09.00 uur 07.00 uur mentaliteit. De verslagen, rapporten etc. die ze schrijven zouden zowel qua opbouw als qua taalkundige verzorging eerder neigen naar het ezelachtige dan naar enige voorname cognitieve ontwikkeling van betrokkene.

Foefjes
Reeds in 1986 maakte de Utrechtse hoogleraar in de criminologie, Frank Bovenkerk, vanuit zijn toenmalige hoedanigheid als universitaire docent in de sociologie, er gewag van dat Nederlandse werkgevers zich tegenover allochtone kandidaten uitsluitend zouden bedienen van leugens en foefjes om hen te kunnen afwijzen. Zijn bevindingen die voortvloeien uit een onderzoek dat hij in opdracht van de EU deed, is vervat in een boek, getiteld: EEN EERLIJKE KANS. Bovenkerk schrijft in dit essay dat zelfs in het als Nazistisch gebrandmerkt Duitsland werkgevers veel beter genegen zijn met allochtone kandidaten dan hun Nederlandse collega's.

Het (gewezen) Tweede Kamerlid Hirschi Ali die hoofdzakelijk furore heeft gemaakt met haar zweetangst jegens de Islam, dacht zich ook een keer te kunnen begeven op het veld van de arbeidsmarkt en gaf een reeks interviews af aan SPITS en METRO. Volgens haar zouden allochtonen hun baan niet langer behouden omdat ze het niet te nauw zouden nemen met de Nederlandse bedrijfscultuur, in welk geval ze zich niet keurig netjes zouden houden aan de aanvangstijd van het werk, de duur van de pauze, de instructies van de baas etc.

Gedragscorrectie
Als we deze opsomming volgen, kunnen we ons één ding afvragen: wat is hier precies waar. Zou een gedragscorrectie c.q. mentaliteitsverzuiveringsmethode bevorderlijk werken in het belang van allochtone werkzoekenden om ooit aan een baan te komen of zou het een idee zijn allochtone werkzoekenden, Nederlandse werkers te laten assisteren/vergezellen, teneinde op termijn bepaalde noodzakelijke vaardigheden in het Nederlandse arbeidsproces op te doen.

Is dit euvel bij iedere beroepsgroep onder de allochtonen constateerbaar? Indien niet, hoe moet het met de categorie 'allochtoon OK' waar verder niets bij op en aan te merken is, behalve het feit dat men bijvoorbeeld te hoog kan zijn opgeleid, nooit werk heeft kunnen verrichten op kader/ staf- niveau waardoor men niet aan de bak kan komen of dat hun werkervaring. Hoewel op een behoorlijk niveau, inmiddels tengevolge van een ongewilde langdurige werkloosheid, verouderd is c.q. niet meer actueel.

Selfsupporting
Ik denk zelf dat de Nederlandse werkgever niet meer geborneerd is maar nog steeds gevoelig is voor wat zijn werknemers als eis stellen. Hoewel de werknemers zelf blij mogen zijn erin te mogen, leggen zij hun allochtone collega's strobreed in de weg. Ze houden gevraagd en ongevraagd ruggespraak met hun chef t.a.v. het vermeende disfunctioneren van de allochtone collega, met als gevolg dat deze bij een functioneringsbeoordeling als eerste eruit vliegt.

Allochtonen die aan selfsupporting denken i.p.v. zich te storten op de arbeidsarena zijn pas realistisch bezig, tenzij men als hobby ontdekt heeft om bijvoorbeeld met hun talloze sollicitatieafwijzingen, bloemlezingen samen te stellen.

De auteur studeerde in 1986 af als arbeidssocioloog, promoveerde in 1998 op een proefschrift op het gebied van de sociale economie waarvoor hij zijn onderzoek op Laguna ( Filippijnen deed) en slaagde in 2001 voor zijn ingenieursexamen landbouwwetenschappen( rurale ontwikkelingen ) aan de toenmalige landbouwuniversiteit te Wageningen. Zijn tweede proefschrift op het gebied van de vrijheid van meningsuiting aan de universiteit te Twente, werd door UvA hoogleraar in de Caraibische letteren, Michiel van Kempen in samenwerking met Paroolredacteur Patrick van Meershoek geboycot middels toepassing van verlammende leugens over de auteur.