Islam en 11 september- 10 punten over religie en geweld

In opinie door Martijn de Koning op 12-09-2010 | 19:00

tekst: Martijn de Koning

Eén van de belangrijkste kenmerken van de nasleep van 9/11 is het gegeven dat veel moslims het gevoel hebben zich voortdurend te moeten verantwoorden over zaken waar ze part noch deel aan hebben (zie het programma ZOZ van de VPRO). Hoewel een groot deel van de aanslagplegers van 9/11 voorafgaand aan hun religieuze radicalisering al in politieke zin geradicaliseerd waren en beide vormen van radicalisering zich bij hen vooral in Europa voltrok, staat toch hun religieuze achtergrond centraal in veel discussies. Soms gebeurt als achtergrond informatie (de geschiedenis van islam, maatschappelijke positie van moslims), soms apologetisch (islam is niet gewelddadig en moslims die geweld gebruiken zijn extremistische idioten en/of begrijpen de echte islam niet goed), soms beschuldigend (islam is een license to kill). Wat het ook is, in alle gevallen wordt er direct of indirect een verband gelegd tussen geweld en islam.

“Het lijkt dan ook tamelijk zinloos om na te gaan of de islam intrinsiek criminogener is dan andere religies zoals sommige islamcritici menen.” Schrijft Bas van Stokkom in een mooi artikel. Daarmee kan ik zeggen, we zijn wel klaar en we kunnen gaan koffie drinken. Hoewel er echter geen enkele directe, dat wil zeggen causale, relatie te bewijzen valt tussen religie en geweld, is de situatie toch wat complexer. Ik wil, kort, enkele punten nalopen vanuit een antropologisch perspectief gericht op de relatie tussen religie en geweld; en dan niet crimineel geweld waar Van Stokkom zich vooral op richt, maar politiek en oorlogsgeweld. Dit is mede gebaseerd op eigen onderzoek maar vooral ook op het de studie van Eller Introducing Anthropology of Religion.

  1. De relatie tussen religie en geweld is mede zo gecompliceerd omdat ten eerste alle religieuze groepen al eeuwenlang discussies hebben over geweld en ongeoorloofd geweld waarover ook subgroepen zich weer afgesplitst hebben wanneer zij het niet eens zijn met de (tijdelijke) consensus. Tegelijkertijd is geweld (niet alleen religieus geweld) niet zo’n overduidelijke categorie als we denken. Geweld is een praktijk die tot stand komt in specifieke tijden en plaatsen en soms zijn mensen het niet eens eens over wat nu precies geweld is of wat legitiem of illegitiem geweld is.
  2. Bijdragen over de relatie tussen religie en geweld vertrekken vaak vanuit twee beperkte standpunten: óf men geeft de schuld aan religie voor het geweld óf men stelt dat religie er geen schuld aan kan hebben omdat ‘authentieke’ of ‘zuivere’ religie niet in staat is tot geweld en alleen een gecorrumpeerde versie geweld voortbrengt. Beide invalshoeken snijden geen hout. Geweld is niet het product van een ‘slechte’ of gecorrumpeerde religie en tegelijkertijd is er niets unieks aan religieus geweld dat ook niet voor andere vormen geldt, al is het maar omdat geweld (of dat criminaliteit is of andere vormen) altijd onderdeel is van een samenleving: het verschil is echter wat gelegitimeerd geweld (bijvoorbeeld van het leger) is en wat niet (bijvoorbeeld van een meute of revolutionaire groep). Wel zijn er verschillen in waardering en oordelen over legitimiteit (zie bijvoorbeeld de tweede helft van deze post over zelfmoordaanslagen).
  3. We kunnen op basis van antropologische studies (onder meer van Eller) een vijftal criteria aanwijzen die basisvoorwaarden vormen voor het zich voordoen van geweld: integratie in bepaalde groepen, opkomen van een individuele en collectieve identiteit, er moet sprake zijn van institutionalisering, er moeten belangen zijn en er moet sprake zijn van een ideologie en doelen die niet of nauwelijks ter discussie staan en die absolutistisch en utopisch zijn. De ene vorm van religie komt hier dichterbij dan de de andere, maar wanneer deze voorwaarden vervuld zijn dan kan geweld door leden van een religieuze beweging als legitiem worden gezien zeker wanneer (en dat geldt vooral voor het Jodendom, Christendom en Islam) er een duidelijke scheiding is tussen wij-zij waarbij de laatste aangewezen wordt als veroorzaker van de problemen en crises van de eersten. Religie wijst namelijk aan waar het kwade zit en wie het kwade vertegenwoordigt. Dit kan leiden tot een gebrek aan empathie met het potentiële slachtoffer iets waar legers zich in specialiseren en ook dit is dus niet specifiek voor religies.
  4. Religie is een verklarend system: het geeft mensen de mogelijkheid om de wereld om hen heen te interpreteren en te verklaren. Religie is ook een legitimerend system: het kan mensen (vooraf en achteraf) een reden tot geweld geven. Degenen die het geweld uitvoeren zijn dan geen agressievelingen of barbaren, maar verdedigers en strijders of zelfs martelaars. Niet vechten tegen het kwaad kan dan zelfs als immoreel bestempeld worden. Wat geweld is of wat goed of slecht geweld is, is daarmee cultureel bepaald maar ook een politieke beslissing waarbij macht en belangen komen kijken. Religie geeft een moraal kader waarmee geweld kan worden gerechtvaardigd en kan zeer intens zijn. Religie geeft ook voorstellingen en beelden van strijd en transformatie waarbinnen bestaande gevallen van ervaren onrecht hun plaats kunnen krijgen en zo bij kunnen dragen aan de idee dat de eigen morele gemeenschap onder vuur ligt. Vergelijkingen met nationalisme liggen hier zeker voor de hand en ook deze aspecten zijn niet specifiek voor islam maar gelden voor alle religies.
  5. Vrijwel alle religies kennen diverse varianten van individuele (of zelfs collectieve) zelf-doding en zelfkastijding: variërend van piercings, tattoos, besnijdenis tot martelaarschap en zelfs ge-institutionaliseerde legers zoals Boeddhistische Sohei en de Ikko-Ikki (toegewijde groep). Vrijwel alle religies kennen ook doctrines die te maken hebben met geweld. Jihad is een mainstream islamitische doctrine met veel verschillende betekenissen waarbij de ‘kleine jihad’ (niet door iedereen zo ge-accepteerd, maar hier even bedoeld als de gewelddadige jihad) door de eeuwen heen zo ingeperkt dat (in mainstream) alleen geweld ter verdediging en onder leiding van een kalief nog mogelijk is. De voorwaarden die gesteld worden doen denken aan de doctrine van de rechtvaardige oorlog zoals het Christendom die kent (en voor u begint…ja er zijn ook genoeg serieuze verschillen).
  6. Het is verleidelijk om het daadwerkelijk voorkomen van geweld te baseren op die ideologie of religie als die er zo vaak mee in verband wordt gebracht (onder meer door de daders zelf). Dat kunnen we, in de woorden van antropoloog Marranci, scripturegenosis noemen; een manier van denken die sterk gerelateerd is aan culturalisme waarin cultuur homogeen en duidelijk herkenbaar zou zijn en die de menselijke geest zou controleren. Bij scripturegnosis gaat om het idee dat een heilige tekst dit zou kunnen doen. De oplossing is simpel: het verwijderen van radicale, haatvolle en tot geweldoproepende passages van een religie of, het zal u niet verbazen simpelweg verbieden van deze teksten. Het omgekeerde geldt overigens ook: dat een religieuze tradities per definitie vreedzame teksten bevat en dat afwijkingen van die tekst dus makkelijk opgespoord en verwijderd kunnen worden. Beide opvattingen reduceren mensen tot robotten en het negeert de complexe cognitieve en emotionele processen van mensen. In de praktijk moeten mensen zelf de religie interpreteren of hun interpretative mede laten afhangen van religieuze gezaghebbers die, over het algemeen, de ideeen van mensen bevestigt. De vraag of er een samenhang is tussen religie en geweld kan beantwoord worden, zie het verhaal van Bas van Stokkom, de vraag of religie leidt tot geweld kan door sociale wetenschappers niet zo beantwoord worden en zou ook niet door beleidsmakers moeten gebeuren; het beantwoorden van die vraag gaat er vanuit dat religie een helder, samenhangend, homogeen verhaal is en komt uiteindelijk erop neer dat beleidsmakers religie gaan interpreteren. De vraag die wel gesteld kan worden, is hoe mensen tot het idee komen dat een bepaalde interpretatie van een religieuze traditie de correcte en authentieke interpretatie is.
  7. Op basis van een stuk dat ik recent schreef samen met mijn collega Roel Meijer over de Hofstadgroep gaat het daarbij om twee belangrijke processen die kunnen leiden tot geweld: politisering en radicalisering. Politisering vindt plaats wanneer een identiteit of religie gebruikt wordt om bepaalde frustraties en gevoelens van onrechtvaardigheid onder één noemer te brengen, wanneer een outsider de schuld krijgt van die crisis en wanneer er claims ter compensatie worden gesteld om de problemen op te lossen. We krijgen dan een gepolitiseerde religie; daar is in principe niets mee aan de hand omdat een gepolitiseerde groep zal proberen meestanders te zoeken en coalities te sluiten. Wanneer de groep vervolgens echter radicaliseert, dat wil zeggen zich in woord en daad verwijdert van de maatschappelijke consensus die door bepaalde instituties en elites bewaakt wordt, kan er een isolement optreden. De overgang van gepolitiseerde naar geradicaliseerde religie is daarbij van belang en daarbij dienen we te kijken naar hoe mensen met behulp van ideologie of religie betekenis geven aan de wereld om hen heen. Religie geeft hen daarbij zoals gesteld een begrip van onrechtvaardigheid, het geeft hen een doel en programma voor actie en een sterke identiteit. De uiteindelijke beslissing om geweld te gebruiken is daarbij vaak opmerkelijk pragmatisch en niet zo principieel (dat komt pas later) en wordt mede versterkt door het opgelegde en zelfgekozen isolement van zo’n groep.
  8. Geweld uitgeoefend door groepen is daarnaast slechts één van de vele verschijningsvormen van religieuze overtuigingen en interpretaties.Religies hebben hun eigen muzikale, wetenschappelijke, liefdadigheids voorstellingen en praktijken. En ook geweld heeft veel verschillende gezichten en is zeker niet alleen beperkt tot religie. Stellen dat een religie verantwoordelijk is voor geweld of zelfs intrinsiek gewelddadig is reduceert de rijke, tegenstrijdige tradities van religies tot slechts één: die van slecht geweld.
  9. De wijze waarop 9/11 zou zijn uitgevoerd, zelfmoordaanslagen, zou typisch zijn voor islam. Maar dat is het niet. De wegbereiders van zelfmoordaanslagen zijn toch echt de Tamil Tijgers en pas later is dit in het Midden-Oosten overgenomen door islamitische en seculiere strijders. Wanneer we de focus leggen op martelaarschap, zoals moslims soms zelf doen, en (op-)offering dan zien we dat dat centrale begrippen zijn in alle religies voor zowel mens als dier. Denk bijvoorbeeld aan het einde van de belegering van Masada waar de gehele bevolking zich doodde in plaats van zich gevangen te laten nemen door de Romeinen.
  10. Islam en cultuur van moslims zijn zo divers (zeker wanneer we sociaal-economische verschillen daar nog eens bij optellen) dat ze eigenlijk nooit een verklarende factor voor wat dan ook zijn (en dat geldt opnieuw voor religie en cultuur in het algemeen). Temeer omdat we zien dat mensen met uiteenlopende religies en etnische afkomst vaker wel dan niet vreedzaam met elkaar omgaan. Als dat niet gebeurt, zoals in het geval van 9/11 en de war on terror, dan kunnen we niet zeggen zie je wel er is een conflict dus is religie of cultuur belangrijk of is religie zelfs de unieke causale factor; dan kun je immers niet verklaren waarom mensen meestal wel vreedzaam samenleven (zie ook het artikel de Verklaringskracht van cultuur van Nan Dirk de Graaf.

Martijn de Koning is cultureel antropoloog. Deze tekst is uitgesproken op een bijeenkomst die op 18 juni werd georganiseerd door ACB Kenniscentrum en is ook verschenen op Closer, het blog van Martijn de Koning, en met zjin toestemming op Republiek Allochtonie geplaatst.
Hieronder het NOS-journaal van 11 september 2001.


Meer over 11/9, geweld, islam, islamdebat, martijn de koning, radicalisering.

Delen:

Reacties


Max - 15/09/2010 16:49

Islam is een gewelddadige ideologie[niet geloof] zoals het communisme en fascisme.De Koran van de extremisten is precies dezelfde Koran als die van 'gematigden.Wat de islam ons leert? Niets dan haat dragen. Wie niet in de islam gelooft, moet gedood worden. Dat stelt de Koran duidelijk: doden of gedood worden.

Jan Hollander - 13/09/2010 09:55

Dit verhaal is m.i.z. nogal academisch, in de zin van waarden neutraal. De inhoudsverschillen tussen de verschillende religies wordt hier geheel buiten schot gelaten zoals een waardenvrij academicus betaamd, geloof ik. Uw conclusie: alle religies geven wel een zekere mate van rechtvaardiging van een of meerdere vormen van 'rechtvaardige oorlog'.
Echter: er zijn maar weinig religies die oorlogvoering als primaire vorm van geloofsverspreiding opgenomen hebben in de religieuze leer en de primaire 'heilige' geschriften zoals de Islam dat wel doet. Jihad is dus niet een zomaar toevallig in heel bepaalde situaties toegestane vorm van geweld maar een RELIGIEUS VOORGESCHREVEN vorm van versterking en uitbreiding van het werkingsgebied van deze ‘religie’.
Ik som hier een paar specifieke voorschriften op van de leer van Islam die (gelukkig) afwijken van de leer van de overige grote wereldreligies:

1. Islam is de enige ‘religie’ die geweld sanctioneert en zelfs voorschrijft bij de verspreiding van haar werkingsgebied, de Dar al-Islam. Er is sprake van de term werkingsgebied bij het vergroten van de Dar al-Islam omdat niet bekering binnen dat gebied vooropstaat, maar onderwerping aan Allah’s wetten (Sharia) volstaat. Term in Islam: Jihad
2. Islam is de enige ‘religie’ die deceptie sanctioneert indien dit batig is voor de vergroting van haar werkingsgebied* of ter versterking van haar positie. Term in Islam: Taqiyya
3. Islam is de enige ‘religie’ die alle niet Islamitische regeringen (met geweld) omverwerpen wil omdat deze gezien worden als niet-toelaatbaar. Term in Islam: Kalifaat, alleen deze is toegestaan.
4. Islam is de enige ‘religie’ die alle niet-volgelingen juridisch, economisch en maatschappelijk tot 2e rangs burgers maakt, feitelijk zelfs tot ondergeschikten van haar volgelingen maakt waarover naar willekeur beschikt kan worden, ook m.b.t. leven en dood. Term in Islam: Dhimmi.
5. Islam is de enige ‘religie’ die genocide als onderdeel van racisme in haar doctrine heeft opgenomen. De Joden worden vele malen in de Koran en andere ‘heilige’ boeken genoemd mèt de expliciete oproep deze te doden.

Duidelijk moge zijn dat deze ‘religieuze’ voorschriften niet passen binnen de regelgeving en binnen de kaders van datgene wat als wenselijk en onwenselijk wordt beschouwd binnen het Westen, gezien als beschaving en als de verzameling landen die deze Westerse beschaving hopelijk in stand wil houden. Een eventueel gematigde Islam zal in ieder geval oprecht afstand moeten doen van déze voorschriften (maar niet alleen van deze want op mensenrechtengebied ligt er ook nog een forse problematiek binnen de Sharia) om kans te maken op acceptatie binnen het Westerse beschavingsdomein.