Een pragmatische kijk op multiculturaliteit

In opinie door Armand Sag op 30-12-2011 | 13:13

Tekst: Armand Sag

Er gaat te veel subsidiegeld naar moskeeen en culturele verenigingen. Dat stelt Armand Sag. Tegelijkertijd worden Turkse en Marokkaanse zenders uit de lucht gehaald en verdwijnt Turkologie aan Nederlandse universiteiten. Armand Sag pleit in onderstaand artikel voor een pragmatische benadering.

Politiek correctheid; het is een term waar menig lezer de buik van vol zal hebben. Door politieke correctheid komt het helaas steeds vaker voor dat problemen niet aangekaart (durven) te worden en dat Nederland achter de feiten aanhobbelt in plaats van deze problemen adequaat te kunnen aanpakken. Zo is bijvoorbeeld multiculturaliteit een belangrijk discussiepunt in Nederland, maar de problematiek rondom dit vraagstuk wordt vertroebeld door politici en beleidsmakers die erg voorzichtig - te voorzichtig naar mijn idee - te werk gaan.

Want multiculturaliteit is en blijft een moeilijk onderwerp in Nederland. Maar wat is het nu precies? Is het alleen maar dat er Turkse kebab- en shoarmabroodjes beschikbaar zijn in Nederland? Of gaat het om iets anders?

Integratie is een ander woord dat nauw aansluit bij de term ‘multiculturaliteit’. Als we nu eens zeer pragmatisch kijken naar het onderwerp, dan kunnen we het wellicht verduidelijken. Multiculturaliteit betekent niets meer dan mensen van verschillende culturen die toch op de éne of andere manier vredig en in harmonie kunnen samenwonen.

Hoe realiseert men nu eigenlijk een multiculturele samenleving? Kan je dit bereiken door verschillende etnische groeperingen subsidies te geven om hun eigen faciliteiten op te kunnen richten? Wellicht, maar een overschot aan moskeeën en culturele verenigingen werkt dit niet perse in de hand.

Wat in praktijk beter zou werken, zou een constructie zijn waarbij er minder moskeeën door de overheid gesubsidieerd worden. Alleen moskeeën die levensvatbaar zijn door hun eigen leden, kunnen dan een doorstart maken. Hetzelfde geldt voor de meeste culturele verenigingen. Indien we het hier hebben over multiculturaliteit, dan moeten we ook duidelijk maken dat het gaat om een kans voor eenieder om zijn of haar cultuur uit te dragen. Dit betekent echter niet dat het door middel van overheidsgeld gerealiseerd moet worden.

In gebieden waar islamitische inwoners een overgrote meerderheid vormen, denk aan de Haagse wijk Schilderswijk of het Utrechtse Lombok, kan de overheid er serieus over nadenken om een neutrale moskee op te richten. Voor plaatsen waar dit niet het geval is, is het slechts een geval van particuliere inzamelingsacties. Indien er genoeg moslims daadwerkelijk een moskee willen, dan moeten ze dit ook laten blijken. Want nu zijn er genoeg moskeeën die eigenlijk niks meer doen dan belastinggeld verslinden. Dit moet stoppen en dit heeft niks met racisme of discriminatie te maken, maar wel alles met pragmatisme.

Ook voor culturele stichtingen en verenigingen kan hetzelfde gezegd worden, het overgrote merendeel is slechts op papier actief. Voor de rest zijn het corrupte bestuursleden die de subsidiegeldstromen in hun eigen zak steken. Dit moet streng gecontroleerd worden, desnoods door ambtenaren die erover gaan. Niet alle subsidieaanvragen zijn namelijk te beoordelen vanuit een achterkamertje op het stadhuis. Ook in dit geval moeten we eens pragmatisch te werk gaan; indien een vereniging of stichting bij een activiteit slechts 25 tot 50 deelnemers heeft, dan is het niet levensvatbaar. Hoeveel geld je er ook in blijft pompen, het blijft een zinkend schip.

Wat moet dan wel gesubsidieerd worden door de Nederlandse overheden? Erg simpel: om de multiculturaliteit op de voorgrond te laten treden, moet men de migranten het gevoel geven dat ze een belangrijk deel uitmaken van de Nederlandse samenleving. Hiermee doel ik op een tweetalig zender voor bijvoorbeeld Turkse Nederlanders. En dan niet één om zeven uur ’s ochtend op een zondag als er toch niemand kijkt, maar een redelijke tijd die men mag verwachten voor een bevolkingsgroep van ruim 450.000 mensen. Hiernaast moet men ook zeer pragmatisch kijken naar de huidige zendverdeling op de Nederlandse televisie. Hebben we echt vier Duitse zenders (te weten ARD, ZDF, WDR, ARTE) en drie Britse zenders (te weten BBC 1, BBC 2 en BBC World) nodig? Wonen er echt zoveel Duitsers en Britten in Nederland? Of is het dat de gemiddelde Nederlander dol is op Duitsers en Britten? Aan de andere kant heeft Frankrijk slechts één vertegenwoordiger op de Nederlandse televisie met TV5, kan dit ook niet met de Duitse zenders? Is vier eigenlijk niet geheel overdreven? Kan dat niet beter vervangen worden naar zenders op basis van migrantenaantallen in Nederland? Twee Turkse zenders, een Marokkaanse en/of Arabische zender (uiteraard met Nederlandse ondertitels en een duidelijke nadruk op Nederland gedurende de uitzending) lijkt me veel pragmatischer op dit gebied. Maar helaas besloot Nederland (middels de Programmaraad) om juist deze Turkse en Marokkaanse zenders uit de lucht te halen in cruciale gebieden zoals Utrecht, Amsterdam, Eindhoven, Nijmegen etcetera.

Het waarom is mij een compleet raadsel, daar de Turkse TRT INT veel hogere kijkcijfers had dan alle vier Duitse zenders bij elkaar. Er is dus duidelijk een pragmatische kijk nodig op dit soort zaken. Tevens kan dit aspect doorgetrokken worden naar universiteiten. Veel universiteiten hebben een rijke en immense vakgroep voor westerse culturen, denk hierbij aan Amerikanistiek en Westerse Antropologie etcetera. Tot 2006 was er op de Universiteit Utrecht dan ook een invloedrijke Faculteit Arabisch, Nieuw-Perzisch en Turks (ANPT) met daaronder een vakgroep Turkologie, waar jaarlijks ongeveer 30 studenten aan deelnamen. Beduidend hoger dan het aantal studenten dat Keltische Taal en Cultuur studeerde, namelijk twee. Toch werd op de Universiteit Utrecht ANPT afgeschaft en Keltisch niet. Als we zeer pragmatisch kijken naar deze beslissing, welke verdedigd werd met het argument dat “Nederland zich wilde richten op de Westerse cultuur”, zien we een aantal grote nadelen.

Ten eerste zorgde Turkologie voor een opleiding waarbij een gemiddelde student meer inzicht kreeg in onderwerpen omtrent Turkije en Turken. Juist omdat er een vrij grote gemeenschap Turken in Nederland woonachtig is, konden deze afgestudeerde turkologen een belangrijke rol spelen in de integratie van deze groep in Nederland. Het subsidiëren van moskeeën en culturele stichtingen heeft uiteraard niet hetzelfde effect als het subsidiëren van een faculteit op de universiteit. Dit is een gemiste kans geweest. Nog los van de binnenlandse problematiek dat opgelost kon worden aan de hand van deze bijna tien jaar oude vakgroep, is het natuurlijk ook internationaal van groot belang met de Turkse toetreding tot de Europese Unie.

Het voorbeeld van Utrecht is door te trekken naar andere universiteiten waar Turkologie ook werd opgeheven, zoals de Radboud Universiteit in Nijmegen. Waarom is deze voorziening dan geannuleerd, terwijl beduidend onbelangrijkere voorzieningen zoals moskeeën en culturele stichtingen wel subsidiegelden krijgen? De twee simpele voorbeelden die ik hierboven heb gegeven, omtrent zendtijd en onderwijs, zullen Nederland geen extra geld kosten. Tenslotte kan het geld dat nu gaat naar een derde en vierde Duitse zender, voortaan naar een Turkse zender gaan. Juist omdat die Turkse zenders meer kijkcijfers zullen vergaren, zal Nederland ook meer inkomsten tegemoet kunnen zien op de lange termijn door reclame-inkomsten. Nog naast de voordelen die het teweeg zal brengen voor integratie van Turkse Nederlanders. Hetzelfde kan gezegd worden voor de financiering van de universitaire opleiding Turkologie in plaats van de subsidiering van moskeeën en culturele verenigingen. Meer geld zal Nederland er niet aan kwijt zijn, een hoger resultaat zal het wel bereiken. De vele moskeeën en culturele stichtingen/verenigingen proberen informatie aan de man te brengen, maar zijn daar meestal niet succesvol in. Deels omdat de bestuursleden meer bezig zijn om het subsidiegeld in hun eigen zak te steken en deels omdat ze niet de capaciteit hebben om dit te doen. Een gemiddelde moskee heeft geen hoogopgeleide wetenschapper onder haar gelederen. Een universitaire opleiding zorgt hier echter wel voor, een afgestudeerde turkoloog kan op een hoger niveau zorgen voor informatievoorziening over Turkije en/of Turken.

Dus waarom kijkt men niet gewoon pragmatisch naar de zaken omtrent multiculturalisme?

Armand Sag is promovendus geschiedenis en bestuursvoorzitter van het Instituut voor Turkse Studies in Utrecht. Daarnaast is hij adviserend lid van Stedelijk Adviesorgaan Interculturalisatie (Saluti) bij de Gemeente Utrecht.

___
Dit artikel verscheen eerder in een flink aangepaste vorm in NRC Next (29 december 2011, p.18) onder de titel 'Wij willen Turkse tv'.


Meer over armand sag, media, migrantenorganisaties, multiculturaliteit, turkologie, turks.

Delen:

Reacties


Mehmet - 20/12/2012 18:38

antwoord:

01 - Het kan binnen de kaders van Europese Politiek zijn waar Nederland zich aan moet houden... kan bij sommigen in de oren als Paramoid klinken maar dit gebeurd door heel Europa Systematisch. Bv Finland is een land dat kwa taal enig verwantschap heeft met het Turks. Daarom hadden de Finnen intresse in Turklogie of iets in die Richting en hadden een aparte faculteit daarvoor ....toen ze de Europese Unie in gingen moest dat opeens dicht....

Of toen de VN in Kosovo kwamen werd als eerste wet het Turks verboden...

Het is geen toeval, het is Europees Politiek...

--- Reden 2 --- Nederlanders zijn soms echt kaaskoppen...met alle respect. Het best goed volk alleen kwartje is soms vierkant en rolt niet goed door.

Mehmet