De hypocrisie van het 'vrije' woord

In opinie door Cemil Yilmaz op 26-04-2016 | 08:33

Tekst: Cemil Yilmaz

Xenofobe, racistische en haatzaaiende opiniemakers, politici en media hebben onder de mom van vrijheid van meningsuiting de maatschappij jarenlang vergiftigd en gevoed met vooroordelen en negatieve denkbeelden. En mediaorganisaties werk(t)en hier maar al te graag aan mee, want het verkoopt en/of levert kijkcijfers op. Geen rede, geen inhoud, geen kwaliteit maar kwantiteit en populisme als opium voor het volk. Vaak stijlloos, smakeloos, inhoudloos en racistisch. Toepasselijke woorden waarmee Ebru Umar ook mee te omschrijven is. Desalniettemin is deze blaaskaak de afgelopen dagen als martelaar van het vrije woord getorpedeerd. Politici, opiniemakers, journalisten staan te dringen om haar slachtofferschap te cultiveren en het 'vrije' woord te verdedigen.

Want 'alles' mag en kan gezegd worden in Nederland. Zolang het over allochtonen gaat en het past binnen de kaders van een vaag elitair groepje die zich zelf als de gehele samenleving ziet en denkt de norm van vrijheid van meningsuiting te bepalen. In de tussentijd doen ze zaken met Saoedie-Arabie waar een opiniemaker stokslagen krijgt, lachen ze opgepakte activisten in Rusland uit, pakken ze in Den Haag een Franse journalist op en willen ze Abou JahJah de mond te snoeren. Ook spreken ze van mislukte integratie en antidemocratische houding als grote groepen Turkse- en Marokkaanse Nederlanders zich precies op dezelfde smakeloze manier hun mening uiten als dat ze dagelijks teruglezen en zien in vele betreurenswaardige Nederlandse media.

Dat je van journalisten, opiniemakers, kunstenaars of wie dan ook moet afblijven is een ding wat zeker is. Echter staat de zogenaamde vrijheid van meningsuiting, wat vaak de belangrijkste waarde in Nederland wordt genoemd, in ons land meer onder druk door zowel de linkse als rechtse elite dan door een of ander buitenlandse staatshoofd als Erdogan. Daar waar de bobo's terecht opkomen voor een idioot als Ebru, die trouwens blij is als vluchtelingen verdrinken en Marokkanen onopgevoed tuig vindt en nog tig onzin uitkraamt over moslima's, weigeren ze dezelfde onvoorwaardelijke verdediging van het vrije woord als het om de afwijkende mening gaat van vele minder bekende Turkse- en Marokkaanse Nederlanders.

De hele discussie rondom Ebru geeft maar weer eens aan dat de vrijheid van meningsuiting niet zo absoluut is als dat we beweren. Enerzijds omdat je kan worden opgepakt en anderzijds omdat je gedemoniseerd wordt door de gevestigde orde op het moment als je een afwijkende mening uit. Hoe tenenkrommend of aanstootgevend meningen ook kunnen zijn in jouw ogen als 'intellectueel'. Juist dan zou je ruggengraat moeten tonen en niet vervallen in selectieve verontwaardigen als burgers middels hun mening blijdschap tonen als een xenofobe racist is opgepakt.

De manier waarop nu de vrijheid van meningsuiting ingevuld wordt is hypocriet wordt bepaald door de extremen terwijl
het midden genegeerd en overschreeuwd wordt. Mij lijkt het tijd geworden voor een publiek debat waar we in gezamenlijkheid gaan bepalen wat die vrijheid van meningsuiting is, hoe absoluut die is en in welke mate je verantwoordelijkheid moet nemen voor de mogelijke shit die je uitkraamt.

Cemil Yilmaz is inclusie- en acceptatie-expert. Deze tekst verscheen ook op joop.nl. Meer artikelen van Cemil Yilmaz leest u hier.

Meer artikelen over de vrijheid van meningsuiting hier

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.  

Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook! 


 

-


Meer over cemil yilmaz, ebru umar, turkije, vrijheid van meningsuiting.

Delen:

Reacties


Hans - 26/04/2016 13:21

Als we ophouden ons te identificeren met een nationaliteit, dat is ons immers opgedrongen, kunnen we veel leed bij voorbaat tackelen. Deze anarchistische houding ten aanzien van nationaal bewustzijn en staatsinrichting is een aanwijzer voor veel meer zaken waarmee mensen kunnen ontkomen aan valse identificatie. Door te spreken over tukse of marokkaanse nederlanders houd je deze identificatie in stand. Taal is zowiezo een manier om legitimiteit aan zaken te geven die dat misschien niet waard zijn. Om te ontsnappen aan het benauwende discours waarin discussies en dialogen op dit moment worden gevoerd is het absoluut noodzakelijk om je bewust te worden van de kracht van taal en woordgebruik. Zo vind ik het zinloos om verschijnselen te blijven omschrijven in termen die de zaak van de spreker niet steunen. Het feit dat ook de schrijver nationaliteiten met een hoofdletter schrijft geeft blijk van overgave aan het idee dat een nationaal bewustzijn legitiem is. Wat geldt voor nationaal bewustzijn/identificatie geldt voor bijna alle aspecten waarmee wij ons identificeren, inkomen, beroep, religie, status, uiterlijk, enz.
Om te komen tot een punt waarop Cemil oproept, namelijk een dialoog over de waarde en de absolutie van de vrijheid van meningsuiting, is onderzoek naar identificatie ontontbeerlijk*. Dat zou een stap vooruit in de mentale evolutie kunnen zijn. De impasse in het huidige debat wordt niet gevormd doordat er te weinig onderwerpen ter discussie staan, maar doordat onderwerpen niet aandachtig en contemplatief genoeg worden beschouwd.

Groeten, Hans



* David Bohm - On Dialogue