Wie haat nu eigenlijk wie?

In opinie door Ineke van der Valk op 30-01-2017 | 22:54

Door Ineke van der Valk

Op maandag 24 januari 2017 vond in de Balie, Amsterdam een discussiebijeenkomst plaats met de titel’ Waarom haten ze ons eigenlijk?’, een initiatief van de Stichting Werkelijkheid in Perspectief van ex-VVD voorman Frits Bolkestein, rechtsfilosoof Paul Cliteur (lijstduwer Forum voor Democratie) en emeritus professor Meindert Fennema.

Aanleiding was het uitkomen van een boek onder de gelijknamige titel met bijdragen van verschillende vooral rechtse en extreemrechtse anti-islam auteurs waarvan een aantal geen of weinig onderscheid maakt tussen islam en islamistisch extremisme.

In de discussie na inleidingen door medeauteurs, de ex-Pegida Vlaanderen woordvoerder Wim de Rooy en arabist Halim el Madkouri werd het panel waarin ook Cliteur zat, door Jan Jaap de Ruyter, arabist bij de Universiteit van Tilburg gevraagd naar oplossingen voor de ménsen, voor de moslims.

De Rooy, die overigens de hele bijeenkomst nogal domineerde en zwaar inzette op propaganda voor zijn boeken en lezingen, vond het een nogal kerkelijk-christelijke vraag, zei er geen te hebben maar riep in één moeite door wel op om moslims te discrimineren en hun vrijheden in te perken. Mijn oplossing verhoudt zich niet tot internationale verdragen, zo stelde hij. ‘Er is geen oplossing voor de islam in de liberale rechtsorde’. Er zou onderscheid moeten worden gemaakt tussen het christendom en jodendom aan de ene kant en de islam aan de andere kant. Ook betuigde hij steun aan programmapunten van de PVV als moskeeën en islamitische scholen sluiten en de koran verbieden.

Uit de zaal deed publicist en voorheen PVV-medewerker van Hans Jansen bij het Europees Parlement, Bernadette de Wit, er nog een schepje bovenop: een beperking tot 1 a 2% moslims per land, daar gaat een goed signaal van uit voor gematigde moslims, die zich vervolgens zullen realiseren dat ze niet te veel moeten eisen, zo redeneerde zij. ‘Hans Jansen zei altijd: laten we beginnen met het uitzetten van beroepsmoslims.’ - zonder aan te geven wie daar dan wel onder verstaan moeten worden.’(Dan realiseren zij zich) we moeten dimmen en gaan ze hun geloof privé beleven en is het probleem opgelost’, aldus het doel van de deportatiemaatregel in de Wits betoog.

Vervolgens richtte de discussieleider – ook één van de auteurs - zich tot Cliteur met de vraag of hij dit juridisch rond kon krijgen. Cliteur vond wel dat de sprekers ‘gelijk het meest controversiële, uiterste’ bepleitten. ‘Terwijl je ook voorzichtiger kan beginnen; nou ben ik misschien een beetje een poezelaar hierin,’ aldus de rechtsfilosoof die vervolgens met een aantal voorzichtige begin opties kwam. Inhoudelijk was met die voorstellen niet veel mis, maar het probleem was uiteraard dat zij werden gepresenteerd als de opmaat naar een rigoureus programma van deportatie.

De zaal bleef opmerkelijk stil evenals de andere auteurs en organisatoren waaronder een dommelende Frits Bolkestein van wie je ondanks zijn opvattingen over de islam toch minimaal zou kunnen verwachten dat hij op de bres staat voor grondrechten en elementaire waarden en normen van de rechtsstaat. Een spreker uit het publiek vroeg nog even naar de uitvoerbaarheid.

Niemand kwam op voor de waarden en normen die we hoog achten in onze samenleving en die we moslims zo veelvuldig voorhouden. Niemand kwam op voor het non-discriminatiebeginsel, de vrijheid van godsdienst, de rechtsstaat. De enige die tegenwicht bood door een ander geluid te laten horen was Jan Jaap de Ruyter die eerder de vraag stelde wat de oplossing moest zijn voor de mensen. Hij wees erop dat moslims hier al meer dan dertig jaar leven en wel varen bij een democratische orde die zij ondersteunen.

Niet veel later werd de discussie gesloten en sprak Cliteur zijn tevredenheid uit over de gang van zaken. Zijn woorden spreken voor zich: iedereen was keurig blijven zitten en had elkaar laten uitspreken. Er was veel op tafel gekomen dat het overwegen waard was. Het was een geweldig succes!

Opmerkelijk waren de reacties na afloop. Verschillende kranten berichtten over de gang van zaken op de bijeenkomst. Er was felle kritiek op de voorstellen van De Rooy en De Wit. Jan Jaap de Ruiter sprak in het blad Zaman (27 januari) van endlösung (blendle), een hard gelag en een slag in zijn gezicht, wat goed voorstelbaar is. Ook nam hij het op voor Madkouri die een nogal impertinente persoonlijke vraag voor zijn kiezen had gekregen van een mede-auteur.

In de gemeenteraad van Amsterdam vond een discussie plaats. Een wethouder wees op het discriminerende karakter van de uitlatingen. GroenLinks overwoog aangifte te doen. Lodewijk Asscher distantieerde zich op Twitter en noemde de uitspraken afschuwelijk en niet NORMAAL.

De organisatoren echter kozen voor de tegenaanval. De site Joop.nl die als eerste over de bijeenkomst berichtte (‘onvervalste moslimhaat’) en naast een volledig videoverslag een compilatie liet zien met de gewraakte passages werd door de directeur van de Balie in NRC van 26 januari beticht van het brengen van ‘nepnieuws’, ‘moedwillige vertekening’ en’ moedwillig beschadigen van personen.

’Vanzelfsprekend is de Balie tegen racisme en discriminatie, aldus een verklaring naar aanleiding van de bijeenkomst op de site van het debatcentrum, maar het centrum ondersteunt nu eenmaal het vrije woord en onderzoekt de grenzen van de rechtsstaat door ideeën te bevragen, toetsen, onthullen en zichtbaar te maken. Onthullend was het zeker en zichtbaar ook maar bevragen, toetsen? Niets van te merken tijdens de bijeenkomst hoewel er bij uitstek alle aanleiding voor was.
Een nogal onbenullig klinkende aanpak trouwens voor een debatcentrum dat op andere momenten goed laat zien oog te hebben voor de constituerende werking van het (vrije) woord: if you repeat a lie often enough it becomes truth waarbij truth is doorgestreept en vervangen door politics staat iets verderop op de Balie-site te lezen. 

Cliteur vond in hetzelfde NRC-artikel dat het Joop.nl was die een hetze creëerde. Dit soort geluiden leven nou eenmaal in de samenleving en die moeten wij laten horen. Alsof de kritiek niet ook zijn optreden betrof.

De miskenden in de samenleving, jawel, de Vlaamse familie van Rooy – de vader ex Pegida woordvoerder, de zoon Vlaams Belang en voorheen medewerker van de PVV. Van Rooy voert als publicist al langere tijd samen met zijn zoon, die ook een artikel schreef in de bundel, actief campagne tegen de islam. Zij stelden in 2010 een eerdere bundel over hetzelfde onderwerp samen De islam: kritische essays over een politieke religie. Ook deze bundel draagt deels een sterk islamofoob karakter.

Maar van Rooy jr. liet het niet bij woorden alleen. In juli 2011 zette hij, destijds beleidsmedewerker van de PVV in Den Haag, een zelf gemaakt filmpje op YouTube en op zijn eigen Facebookpagina waarop te zien is hoe hij in een winkelcentrum in Scheveningen enkele vrouwen in een nikaab lastig valt. Op Facebook schreef hij: 'Opeens kwam dat tuig langslopen. Dus besloot ik ze maar gelijk te filmen. Of moet ik het normaal vinden dat mijn rust in Scheveningen wordt verpest door dat soort geïmporteerde achterlijkheid van de islamitische zandbak?’
Op de vraag op Facebook waarom hij de vrouwen als 'tuig' omschrijft, zonder hen te hebben aangesproken, antwoordde Van Rooy: 'Wat een onzin dat je mensen niet tuig mag noemen. Mensen die de westerse waarden afwijzen ten faveure van een racistisch, fascistisch en inhumaan systeem als de sharia is gewoon tuig, net als nazi's en andere fascisten.' 

Nadat Elsevier aan het filmpje en de uitspraken van van Rooy jr. een artikel had gewijd, ( 'PVV'er valt moslimvrouwen lastig en noemt hen tuig', Elsevier 16 juli 2011) liet de PVV weten de gang van zaken te betreuren en werd Van Rooy op non-actief gesteld.

Ongetwijfeld waren er mensen in de Balie zaal die zich niet herkennen in de uitlatingen die werden gedaan maar juist hun zwijgen was veelzeggend. Haatspraak kan mensen letterlijk hun zeggingskracht ontnemen of hen op sleeptouw nemen, haatspraak werkt intimiderend, groepsdruk doet de rest. Hier werd verder invulling gegeven aan de door de rechter veroordeelde ‘minder, minder’ oproep gedaan door Geert Wilders tegenover Marokkanen maar sindsdien al vele malen in verschillende virtuele toonaarden naar analogie toegepast op moslims. Wie haat nu eigenlijk wie? Halim el Madkouri wees al in het begin van de bijeenkomst op de dubbele betekenis van deze vraag. Na afloop is de vraag actueler dan ooit.

Ineke van der Valk is als onderzoeker verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Zij doet onderzoek naar discriminatie en extremisme, de laatste jaren vooral naar moslimhaat. Meer van en over Ineke van der Valk: hier

 

Zie ook over een vergelijkbaar debat in 2010:

Een flutdebat over de islam in De Balie


Meer over moslimhaat op dit blog: hier

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.

Republiek Allochtonië wordt op vrijwillige basis onderhouden. Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!

 


Meer over de balie, ineke van der valk, moslimhaat.

Delen:

Reacties


De Graeve Freddy - 31/01/2017 11:52

Er is een tijd geweest dat we Fransen haatten ...een tijd dat we Nederlanders haatten ...een tijd dat we Duitsers haatten ....de reden was omdat we aangevallen werden en dat we ons moesten aanpassen aan hun wetten.