"We lijken onvoldoende voorbereid op een stroom aan terugkeerders"

In opinie door Omar Ramadan op 21-09-2016 | 08:36

Het zelfverklaarde kalifaat zal haar driejarige bestaan niet halen. Steeds meer aanhangers zullen eieren voor hun geld kiezen. Dat betekent dat we in Nederland te maken gaan krijgen met meer en verschillende soorten terugkeerders.

Omar Ramadan, directeur van RAN, een EU-kenniscentrum op het gebied van radicalisering, vraagt zich af of we hierop voldoende voorbereid zijn.

Het einde van de zogenaamde Islamitische Staat (IS) is nabij. Net zoals haar opmars zich verrassend snel voltrok, zo zal ook de ineenstorting zich in verhoogd tempo voltrekken. Goed nieuws voor de mensen die in Syrië gebukt gaan onder het tirannieke bewind. Maar hier zijn we nog onvoldoende voorbereid op de ontmanteling. Als IS-‘hoofdstad’ Raqqa valt, keren Europese jihadisten immers huiswaarts.

In 2014 veranderde ISIS haar naam in IS en proclameerde de geboorte van een staat. Alsof dat nog niet potsierlijk genoeg was, claimde terroristenleider Al-Baghdadi de opvolger van de profeet Mohammed te zijn en verkondigde torenhoge ambities voor zijn kalifaat. Het moet gezegd dat IS’ Blitzkrieg ongekend succesvol was. Ongemotiveerde Syrische en Iraakse militairen sloegen op de vlucht. Zo’n 4.000 Europese jongeren verruilden hun kansen hier voor de burgeroorlog daar. Nederland wist de uittocht eerder dan andere landen af te remmen, maar ook hier hebben 200 tot 300 families hun kind aan IS verloren.

Het zelfverklaarde kalifaat zal haar driejarige bestaan niet halen. De Russen en Turken vermeden aanvankelijk een ramkoers met IS, maar Ankara heeft IS inmiddels van haar grens verdreven. De aanvoer van een gemêleerd gezelschap van Europese jihadisten, avonturiers en begoochelde types, die ooit ongehinderd vanuit Turkije hun ‘kalifaat’ binnenstapten, is daarmee moeilijker geworden. Waar men ooit de poorten van Bagdad en Damascus naderde, en een gebied met tien miljoen inwoners controleerde, wordt het nu van alle kanten bestookt. Steeds meer aanhangers zullen eieren voor hun geld kiezen. IS zal ondergronds gaan, de ‘staat’ zal verdwijnen. Raqqa zal in 2017 vallen.

We lijken onvoldoende voorbereid op een stroom aan terugkeerders. Politie en justitie doen er goed aan om jeugdzorg en onderwijs te betrekken. Alleen gezamenlijk kan men onderzoeken of het om gevaarlijke terroristen, ware slachtoffers of twijfelgevallen gaat. Alleen als we die drie groepen kunnen onderscheiden, kan de respons adequaat zijn.

De eerste groep, een fiks deel, heeft bloed aan de handen. Sommigen poseerden met afgehakte hoofden of vergrepen zich aan yezidi-seksslavinnen. Of ze nu afdreven vanwege een slechte opvoeding, discriminatie of een religieuze zoektocht, we mogen niet lichtvaardig oordelen over het zaaien van dood en verderf. Detectie bij terugkeer, vervolging en veroordeling is geboden. Zeker dat eerste laat nog te wensen over. Er zitten namelijk wolven in schaapskleren tussen.

Een tweede groep terugkeerders, is slachtoffer in plaats van dader. Denk aan tieners met een verstandelijke beperking, gerekruteerd als IS-strijder. Het gaat ook om jonge kinderen, soms zelfs daar geboren. Kleuters zijn niet verantwoordelijk voor de misstappen van hun ouders. In andere Europese landen hebben scholen, kinderopvang en jeugdzorg leerzame ervaringen met hun reïntegratie. De trauma’s en gewenning aan geweld vragen om behandeling. Vijanddenken moet plaats maken voor tolerantie, willen we de overerving van extremisme stoppen.

De derde groep op wiens terugkeer we moeten rekenen, is diffuus en zodoende het lastigst te beoordelen. Het zijn geen slachtoffers, maar ook geen terroristen. Een jihadbruid kan een rad voor ogen gedraaid zijn, met de tactieken van een loverboy. Zo iemand, mits weer bij zinnen, hoeft niet per se een gevaar te zijn voor de samenleving. Maar ze kan ook gewiekst zijn geweest in het werven van andere meiden. Dat je afreisde om medicijnen te brengen, kan geen excuus zijn voor gepleegde terreur. Maar een verstandelijke beperking kan wel een excuus vormen. Dat soort duiding is lastig, maar nodig, en moet beter. Nederland is vaardig gebleken in het indammen van de uitstroom naar IS. De preventie van radicalisering is hier beter op orde dan elders. Docenten en jeugdzorgers hebben veel in huis om politie en justitie te helpen bij het beoordelen van terugkeerders. Maar die samenwerking kan nog veel beter. Terugkeerders tot nu toe waren makkelijker te lezen dan de groep die straks komt.

Omar Ramadan is directeur van het Centre of Excellence van het Radicalisation Awareness Network (RAN), een door RadarAdvies uitgevoerd EU-kenniscentrum (www.ec.europa.eu/ran). Dit artikel verscheen eerder in NRC en is in overleg met de auteur ook op Republiek Allochtonië geplaatst.


Meer artikelen over radicalisering op Republiek Allochtonië hier.


Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook

 

Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door een bijdrage over te maken op rekeningnummer NL12INGB0006026026 ten name van de stichting Allochtonenweblog te Amsterdam. Met een donatie van 5 euro zijn we al blij. Meer mag ook!  


 


Meer over daesh, IS, omar ramadan, radicalisering, syrië, terugkeerders.

Delen: