Vluchteling

In opinie door Lody van de Kamp op 11-12-2017 | 14:46

Even ben ik terug in die jaren tachtig. Regelmatig zit ik, als rabbijn, tegenover die meneer. Het ligt zo voor de hand om de man onredelijk te vinden. Soms is het een beetje een strijd om hem nu maar even niet te woord te hoeven staan aan de telefoon, of om op te komen draven wanneer hij daar om vraagt. Altijd is hij boos. Niemand kan ook maar iets goed voor hem doen. Niet zijn buren, niemand van zijn weinige familie die hij nog heeft, ook niet zijn enige dochter. Helemaal niemand kan iets voor hem doen.

Er was hem ooit verschrikkelijk veel onrecht aangedaan. Niet door zijn buren of door zijn familie. Ook niet door die ene dochter. Nee, al het onrecht kwam van die ‘Moffen’. De geschiedenis van de onderduik, het verraad, de vlucht, het concentratiekamp, weer een vlucht, opnieuw het kamp, vijf lange jaren. Dan eindelijk naar huis, terwijl er geen thuis meer was. Tenslotte de strijd om ergens weer opnieuw te beginnen met een nieuw leven dat hem niet gegund werd. 

In de jaren tachtig, veertig jaar na wat de samenleving de bevrijding noemde, zat hij tegenover mij. Altijd weer met die gebalde vuisten, opgezwollen aders op zijn voorhoofd, kwijlend van woede.  ‘Die Moffen, het is hun schuld’ en ‘niemand, maar dan ook niemand heeft mij ooit geholpen’. Soms lukte het mij hem een beetje gekalmeerd terug te krijgen in zijn stoel voordat ik afscheid nam. Veertig jaar na die oorlog, de man nog altijd op de vlucht.

Het glasgerinkel, de man zwaaiend met zijn stok en zijn vlag. Een Israëlisch restaurant in Amsterdam moet het ontgelden omdat een president in Amerika het over Jeruzalem heeft.

Deze man zaait onrust en angst in onze stad. Natuurlijk maakt dat boos. Het schept angst. Het maakt woedend. Ik ken de man niet. Ik weet niets van hem, behalve dat hij 29 jaar oud blijkt te zijn.

Dan hoor ik het woord ‘vluchteling’. Het is een asielzoeker.

Even ben ik terug in dat asielzoekerscentrum. Doelloos lopen de bewoners de ene zaal in de andere zaal uit. Kleine kinderen rennen schreeuwend en krijsend door de gangen.

Die jonge knul zit en staart voor zich uit. Samen met een vader is hij vier weken geleden uit het oorlogsgebied naar ons veilige Nederland gekomen. Het wachten is nog steeds op de psychiater die deze vluchteling zal gaan begeleiden vanwege die trauma’s die zich meester hebben gemaakt van dit jonge mensenkind. Zo nu en dan springt hij op en barst hij uit in een gekrijs dat letterlijk door merg en been gaat.

Hulpeloos zie ik hoe de moeder haar kleine dochtertje ruw van zich af duwt. Na de gruwelen van het door oorlogsgeweld verwoeste Aleppo kan zij haar eigen kind niet meer in haar eigen nabijheid verdragen. Vluchtelingen hebben zo vaak hun eigen geschiedenis.

Ik ken de man met de stok en de vlagniet. Het enige wat ik weet is zijn leeftijd, 29 jaar oud, en dat hij met die stok zijn woede koelde op dat Israëlische restaurant. Natuurlijk moet ik heel boos op hem zijn. Waar haalt hij het lef en de brutaliteit vandaan om zich zo te misdragen? Natuurlijk moet ik boos op hem zijn.

Totdat ik hoor dat hij een vluchteling is.

Ik zwijg verder. Laat de rechter hem maar beoordelen.

 

Rabbijn Lody B. van de Kamp studeerde voor rabbijn aan talmoedscholen in Zwitserland en Engeland. Hij was daarna als rabbijn verbonden aan verschillende orthodox-Joodse gemeenten.

Foto: Pixabay

 


Meer over jeruzalem, vluchteling.

Delen:

Reacties


Frank - 12/12/2017 13:05

Mooi.