Schuldig omdat het in (complot)theorie zou kunnen – de zaak-Ergenekon

In opinie door Anouk Willemsen op 11-04-2013 | 21:49

Tekst: Anouk Willemsen

Op 19 maart plaatste de Volkskrant het bericht “Levenslang geëist vanwege staatsgreep Turkije”. Daarin stond dat het Openbaar Ministerie in Turkije, na bijna vier jaar procederen, levenslange gevangenisstraffen tegen tientallen officieren, academici en journalisten had geëist. Onder hen bevond zich ook de vroegere legerchef Hursit Tolon. Volgens de aanklagers maakten de veroordeelden deel uit van een extreemnationalistische, seculiere en geheime groepering genaamd Ergenekon. Dit uitgebreide netwerk was volgens de aanklagers het brein achter een serie geruchtmakende aanslagen in Turkije, met als uiteindelijk doel het creëren van de ideale omstandigheden (onrust en chaos) voor het plegen van een militaire staatsgreep.

De Ergenekon-zaak is de afgelopen jaren uitgegroeid tot de meest controversiële en omvangrijke rechtszaak in de geschiedenis van de Turkse republiek en zet de verhoudingen tussen islamisten en nationalisten op scherp. In de Nederlandse media wordt er echter maar vrij weinig bericht over deze zaak. De zaak is ook niet in enkele zinnen te vatten; het proces zeer ingewikkeld en moeilijk te bevatten. De heersende gematigd islamitische Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP) claimt dat het proces dient om Turkije voor eens en voor altijd te ontdoen van illegale groeperingen en corrupte praktijken. De oppositie vreest echter dat het Ergenekon-proces een politiek gemotiveerde jacht is op tegenstanders van de AKP en tegenstanders van het regime op deze manier wil intimideren.

In het begin werd het onderzoek door de Turkse minderheden en Europa gezien als een belangrijke stap op weg naar volwaardige democratie. Naarmate het duidelijk werd dat steeds meer mensen werden opgepakt die lange tijd zonder enig bewijs of duidelijke aanklacht werden vastgehouden, temperde dit enthousiasme. Regelmatig bleek het enige ‘misdrijf’ dat verdachten begaan hadden, het hebben van ‘verdachte’ nationalistische opvattingen of vriendschappen met andere verdachten waarmee het bestaan van een (denkbeeldig) netwerk als Ergenekon geconstrueerd en bewezen kon worden.
In een zaak waar slechts de eerste aanklacht al uit duizenden a4’tjes bestaat, het aantal verdachten zo hoog is dat zij niet eens in één rechtsgebouw passen, is het lastig om uit te vinden wie er gelijk heeft. Zijn bewijzen van complottheorieën te onderscheiden in de Ergenekon-zaak, of lopen feiten en fictie -ook in de rechtszaal- in elkaar over? In dit achtergrondartikel wordt de Ergenekon-zaak in grote lijnen uiteen gezet.

Het ontstaan van een diepere laag in de Turkse politiek: ‘deep state’ (derin devlet)
Om het ontstaan van organisaties als Ergenekon te begrijpen is het van belang om de oorsprong van (theorieën over) Turkse geheime organisaties te kennen. Hierbij speelt het begrip ‘deep state’ een grote rol. ‘Deep state’ is een interessant sociaal fenomeen, gebaseerd op een samensmelting van feiten en samenzweringstheorieën. Veel Turken geloven dat er een ‘deep state’ bestaat. ‘Deep state’ is de benaming van geheime groeperingen en invloedrijke antidemocratische coalities die onafhankelijk binnen het Turkse politieke systeem opereren. Van deze groeperingen zouden o.a. leden van binnenlandse en buitenlandse veiligheidsdiensten, Turkse militairen, leden van het gerechtshof en maffia-achtige figuren lid zijn. Deze groepen, met ieder een eigen agenda, houden zich bezig met illegale zaken en bleken in het verleden vaak immuun voor vervolgingen. Een ‘deep state’ is als het ware een staat binnen de reguliere staat.

De moderne opvatting over de Turkse ‘deep state’ heeft zijn oorsprong in de Koude Oorlog. Ten tijde van deze oorlog creëerde de NATO speciale eenheden om landen die tot de NATO behoorden te beschermen tegen mogelijke aanvallen van de Sovjet Unie. Deze organisaties werden ook wel ‘stay-behind’ organisaties genoemd en opereerden onafhankelijk van het gewone leger. Ook in Nederland was zo’n ‘stay-behind’ organisatie actief. Sinds de jaren ’50 worden deze organisaties in Turkije verantwoordelijk gehouden voor het plegen en ondersteunen van honderden buitengerechtelijke moorden en aanslagen. Hoewel het niet realistisch is om al deze acties aan de ‘stay-behind’ organisaties toe te schrijven, is het zeker mogelijk dat ze bij een aantal misdaden een dikke vinger in de pap hadden.

Aan het einde van de Koude Oorlog kwam er een omslag in de manier waarop de publieke opinie tegen het bestaan van de ‘deep state’ aankeek. Deze ‘deep state’ werd niet langer als gewenst gezien en was hierbij illegitiem. Bij het Susurluk-incident in 1996 werd onomstotelijk bewezen dat er stevige banden liepen tussen de overheid en de onderwereld. Bij een auto-ongeluk, nabij het plaatsje Susurluk, kwamen drie inzittenden om het leven: de hooggeplaatste politiefunctionaris Hüseyin Kocadağ, de voortvluchtige crimineel Abdullah Çatlı en zijn maîtresse Gonca Us. De vierde inzittende, Sedat Bucak, een parlementslid uit oost-Turkije, raakte zwaargewond. Dit gevarieerde gezelschap bevond zich, opvallend genoeg, in dezelfde auto. Het schandaal bracht veel verontwaardiging teweeg in de publieke opinie, maar werd door de situatie van politieke instabiliteit en gebrek aan politieke wil niet diepgaand onderzocht.

Het Ergenekon-netwerk wordt door de aanklagers gezien als een onderdeel van de Turkse ‘deep state’. Het zou het centrum van informatievoorziening zijn (geweest) tussen de staat, andere ‘deep state’-groeperingen en de onderwereld. Hoewel het onderzoek naar Ergenekon in 2007 begon, werd het bestaan van de organisatie voor deze tijd ook al bediscussieerd. Bij de voormalige spion Tuncay Güney werden bij een huiszoeking, documenten over het bestaan van een organisatie genaamd Ergenekon gevonden. Op deze documenten zijn de aanklachten in het Ergenekon-proces gebaseerd. Tuncay Güney’s betrouwbaarheid is echter twijfelachtig; hij staat bekend als een grote fantast. Dat het geloof in het bestaan van een organisatie genaamd Ergenekon volledig op zijn verklaringen is gefundeerd, en hiermee ook het proces grotendeels op hem als ‘getuige’ steunt, is op zijn zachtst gezegd opmerkelijk te noemen.

Verschillende omstandigheden hebben voor de start van het Ergenekon-proces gezorgd. Eén hiervan is de klinkende herverkiezing van de AKP in 2007. De partij kwam met veel zelfvertrouwen uit de verkiezingen. De overwinning van AKP was volgens sommigen een duidelijk signaal dat de bevolking bemoeienis van het leger met de politiek helemaal zat was en resoluut afwees, aangezien het Turkse leger zich kort voor de verkiezingen sterk had verzet tegen een presidentschap van Gül (die in hun ogen te islamitisch was).
Door deze devaluatie van het leger, dat zich voorheen altijd oppermachtig had gewaand als zelfbenoemde beschermheren van de seculiere Turkse staat, deed de mogelijkheid zich voor om met een rechtszaak alle duistere figuren met een dubbele agenda voor het gerecht te slepen. Hoewel de meerderheid van de verdachten in het Ergenekon-proces waarschijnlijk onschuldig is, is het zeker dat sommige verdachten wel degelijk betrokken waren bij criminele activiteiten.

Arrestaties en aanklachten
Bij verschillende huiszoekingen werden wapens en explosieven gevonden. De gevonden granaten werden door de pro-AKP media in verband gebracht met eerder gepleegde aanslagen. Men dacht de bron van politiek geweld in Turkije gevonden te hebben; alle granaten zouden namelijk uit dezelfde serie komen en dus tegelijk gekocht zijn. De aanslagen die met de granaten gepleegd waren, werden omschreven als ‘valse’ aanslagen, gepleegd in de naam van de islam door secularisten om de islamisten en de AKP in een kwaad daglicht te zetten. Daarnaast zouden leden van Ergenekon de controle over NGO’s in Turkije willen overnemen om via die weg chaos te creëren en het uitvoeren van een militaire coup om de AKP-regering omver te gooien, te rechtvaardigen. Als bewijzen voor de planning van een coup werden diverse documenten en telefoontabs aangevoerd waar het plegen van een coup in omschreven werd. Over de echtheid van de documenten bestaan veel twijfels en daarnaast wordt er in geen enkel document of gesprek melding gemaakt van een organisatie genaamd Ergenekon. Hoewel het natuurlijk wel mogelijk is dat er mensen zijn die fantaseren over het plegen van een militaire coup, zijn er geen bewijzen dat deze plannen besproken werden in groepsverband of reeds in een vergevorderd stadium waren. Waarschijnlijk waren het slechts hersenspinsels van enkele gepensioneerde officieren.

De eerste arrestanten waren o.a. gepensioneerde officieren, zakenmensen en Turks-nationalisten. Na de eerste golf van huiszoekingen en arrestaties volgden er nog velen. Het ging het van kwaad tot erger. Zo werden er ook academici, rectors, leden van NGO’s en journalisten opgepakt die zich ‘verdacht’ nationalistisch of anti-AKP opstelden. De wil om een (imaginaire) organisatie op te rollen werd de belangrijkste drijfveer achter de arrestatie en detentie van honderden verdachten. Volgens Gareth Jenkins (schrijver van het boek ‘Between fact and fantasy – Turkey’s Ergenekon Investigation) hebben veel onderzoekers het in deze zaak het nagelaten om vanuit het basisprincipe van juridisch onderzoek te werken; namelijk uitgaan van de bewijzen om daar de veroordeling op te baseren in plaats van andersom.

Kritiek op de gang van zaken
De manier waarop de rechtszaak verlopen is stuit binnen én buiten Turkije op toenemende kritiek. Zo stelt de Turkish Union of Bars dat er illegale methodes zijn gebruikt om bewijsmateriaal te verkrijgen en dat verdachten te lang zonder aanklacht vastgehouden werden. Kritiekpunten vanuit de Turkse oppositie zijn dat de AKP deze rechtszaak gebruikt om tegenstanders te laten zwijgen, dat er geen bewijs is voor het bestaan van een Ergenekon-groepering en dat de AKP op deze manier de ‘deep state’ wil overnemen in plaats van vernietigen.
Ook de internationale mensenrechtenorganisatie Amnesty International verzet zich steeds feller tegen de misstanden in de Ergenekon-rechtszaak en de beperkingen van de vrijheid van meningsuiting in Turkije in het algemeen. Op 27 maart 2013 lanceerde Amnesty een twitteractie om president Erdoğan op te roepen hervormingen door te voeren die ervoor moeten zorgen dat de vrijheid van meningsuiting in Turkije wordt gerespecteerd. Verschillende Europese landen spraken reeds hun zorgen uit over het grote aantal journalisten dat in het kader van deze zaak wordt vastgehouden. De Turkse Vereniging van Journalisten sprak van een ‘klimaat van angst’ onder journalisten in Turkije.
De Turkse bevolking is diep verdeeld over de Ergenekon-kwestie. Uit een poll van Metro Poll gehouden in januari 2009 in Turkije blijkt dat 62,5% van de ondervraagden gelooft dat het Ergenekon-netwerk bestaat, 27,2% denkt dat Ergenekon niet bestaat en 10,3% het niet weet. Minister Erdoğan staat nog steeds achter ‘zijn’ Ergenekon-zaak en beschuldigt mensen met kritiek op de zaak van een gebrek aan vertrouwen in de onafhankelijke Turkse rechtspraak. Dit is echter waarschijnlijk niet altijd Erdoğan’s mening geweest over de Turkse rechtspraak, zeker niet toen ‘zijn’ AKP in 2008 bijna verboden werd door diezelfde ‘onafhankelijke’ Turkse rechtspraak.

Hoewel de rechtbank momenteel bezig is met de afronding, is het laatste woord over deze dubieuze rechtszaak nog niet gesproken. Europa en mensenrechtenorganisaties houden het verloop van de zaak-Ergenekon nauwgezet in de gaten. Een rechtszaak die veelbelovend begon heeft zich ontpopt tot een waar wespennest en een splijtzwam in de Turkse samenleving. Feit is dat er nog steeds veel mensen achter de tralies zitten op basis van de fictie die anderen hebben gecreëerd.

Anouk Willemsen is vierdejaars studente Arabische taal en cultuur aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Daarnaast volgde ze een minor Turkse taal aan de Universiteit Leiden. Momenteel loopt ze stage bij het Instituut voor Turkse Studies in Utrecht. 

 

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook. Republiek Allochtonië (voorheen Allochtonenweblog) bestaat 7 jaar. Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.


 


Meer over anouk willemsen, ergenekon, turken, turkije.

Delen: