”Mijn vriend is gek op zijn kinderen en houdt ook van zijn vrouw”

In opinie door Ewoud Butter op 26-01-2012 | 07:34

Tekst: Ewoud Butter

Over relaties van Nederlandse homo’s met getrouwde allochtone mannen.

Hafid en Thijs woonden in 2009 ruim 17 jaar samen toen Thijs te horen kreeg dat hij ongeneeslijk ziek was en niet lang meer te leven had. Omdat Thijs zijn erfenis en pensioen gemakkelijk wilde regelen, stelde hij Hafid voor om te gaan trouwen. Hafid reageerde hierop verontwaardigd: “Maar dat kan niet. Dan ben ik een homo”. Ja, natuurlijk, hij deelde al 17 jaar het bed met Thijs, maar dat was voor Hafid niet voldoende om zichzelf als homo aan de buitenwereld te presenteren. Door te trouwen zou hij dat juist wel doen. Uiteindelijk besloten Hafid en Thijs te kiezen voor een geregistreerd partnerschap.

De reactie van Hafid is misschien illustratief voor de wijze waarop diverse allochtonen met homoseksuele gevoelens hun seksuele geaardheid beleven. Dat ze zich aangetrokken voelen tot mensen van hetzelfde geslacht, betekent nog niet dat ze zichzelf ook een homoseksuele identiteit willen aanmeten. Hafid:“Dat ik met mannen slaap, is voor mij niet bepalend voor de wijze waarop ik me aan de buitenwereld wil presenteren.”

Er zijn meer allochtone mannen die seksuele relaties met anderen hebben, zonder dat zij zichzelf als ‘homo’ zien. Voor hun autochtone partners is dat soms lastig om mee om te gaan. Een artikel over Rob, Frits en Tim, autochtone mannen die een relatie hebben (gehad) met getrouwde allochtone man.

Rob, Frits en Tim

Rob (60) is een forse, grijze man die in de jaren ’70 van Amsterdam naar Rotterdam trok. Hij voelde zich vaak aangetrokken tot buitenlandse jongens. “Als jongen viel ik vooral op Indische jongens en soms op joodse jongens. Later heb ik relaties gehad met Zuid-Amerikaanse mannen en daarna met Marokkaanse mannen. “Met mannen”, herhaalt hij nadrukkelijk, ”niet met jongens.”

De geboren en getogen Frits (38) bewandelde de omgekeerde weg. “Ik viel eerst als een blok voor Marokkaanse jongens. De meeste waren leeftijdsgenoten of ze waren een paar jaar jonger. Ik was tot over m’n oren verliefd op Khalid, een Marokkaanse jongen die het voor geld deed. Het kostte me veel moeite om te accepteren dat het niet wederzijds was en dat ik hem niet voor mij alleen had.” Daarna kreeg hij – in het geheim – een relatie met een getrouwde Marokkaanse man. Die relatie hield twee jaar stand tot Frits kennis maakte met Wagner, een Braziliaanse leeftijdsgenoot, die ook getrouwd was. Nadat ze een tijdje in het geheim een relatie hebben gehad, besloot Wagner vorig jaar bij zijn vrouw te vertrekken. Sindsdien wonen Frits en Wagner samen.

Tim (45) ten slotte kwam als tiener vanuit Zeeland naar Amsterdam. Hij kreeg direct een relatie met een twintig jaar oudere autochtone man in Amsterdam-Zuid. Die relatie duurde vijf jaar. Daarna had hij jarenlang kortstondige relaties met autochtone en vooral met allochtone mannen. “Getrouwde, ongetrouwde mannen. Geheime en open relaties. Ik heb het allemaal mee gemaakt. Alleen moeten het wel echte mannen zijn. Ik ben van mezelf al vrouwelijk genoeg”, zegt hij lachend. De afgelopen jaren had hij een relatie met Hüseyin, een Turkse getrouwde man met drie kinderen. Een jaar geleden liep deze relatie stuk toen Hüseyin voor zijn gezin koos.

Ontmoeting

Tim heeft geen vaste adresjes waar hij contacten met allochtone mannen legt. “Soms in homobars, maar meestal in kroegen in de binnenstad of in een sportschool. De mannen waar ik op val komen meestal niet in de gayscene; daar voelen ze zich niet prettig. Ik heb twee keer iemand opgeduikeld in een bouwmarkt.” Lachend: “Dan was ik het domme blondje dat hulp nodig had.”

Frits en Rob hebben de meeste contacten gelegd in een gewone kroeg. Rob: “Gewoon een buurtkroeg.” Hij gaat niet speciaal naar de kroeg om mannen op te pikken. “Nee, ik ga gewoon om te ontstressen na een werkdag. Even wat drinken en ouwehoeren.”

De kennismaking met de mannen verloopt bij Rob meestal volgens een bepaald stramien: “ Ze kijken of je deugt of niet. Het is volgens mij belangrijk dat je niet erg nichterig en aanrakerig bent. Vervolgens nemen zij het initiatief. Dan vragen ze bijvoorbeeld of ik thuis nog wat te drinken heb, of ik ze met iets zakelijks kan helpen, of ze vragen of ik een vrouw heb en raken ondertussen ‘toevallig’ m’n knie aan.”

“Waarschijnlijk weten sommige mannen via via – door roddel – dat ik met mannen slaap, maar anderen volgen hun intuïtie,” vertelt Rob. “Die laatste groep vraagt dan altijd of ik getrouwd ben. Dan antwoord ik dat ik vrouwen leuk vind, maar mannen ook wel.“De mannen zijn zelf heel terughoudend in het benoemen van hun interesse voor mannen. Ze beginnen vaak met hetero-machoverhalen en kunnen dan opeens onverwachts iets intiems doen. Soms scheppen ze vooral op over hun vriendinnetjes in Marokko.

Bij Tim gaat het vaak anders. “Dat komt omdat veel mensen bij mij al van een kilometer afstand zien dat ik gay ben”, vertelt hij. ”En mannen die aan hun omgeving niet willen laten merken dat ze homo zijn, willen dus liever niet door bekenden samen met mij gezien worden. Als ik ze ontmoet zijn ze alleen op stap, vaak wat verder van huis.”

Ook de allochtone mannen met wie Tim een relatie heeft gehad, lieten niet direct hun interesse blijken. ”Mannen die net als ik wat nichterig zijn doen dat wel, maar daar val ik niet op. Andere mannen zijn en plein public meestal heel voorzichtig. Vaak gebeurt er pas iets bij een tweede of een derde afspraak. Wel worden er bij een eerste ontmoeting vaak opmerkingen gemaakt waarmee ze duidelijk maken dat ze niets tegen homo’s hebben. Enkelen worden wel snel complimenteus of handtastelijk. Zeker als ze wat gedronken hebben.”

Vertrouwen opbouwen

In het begin gaat het vooral om het opbouwen van vertrouwen vertellen Frits en Rob. “Ze moeten het gevoel hebben dat ik ze niet publiekelijk te schande zet door ze aan te raken, of uit te stralen dat ‘we wat met elkaar hebben’. Ze checken eerst vooral of je te vertrouwen bent. Ze moeten zeker weten dat ik geen rare dingen doe wanneer ik ze op straat met een bekende tegen kom.”

Het is volgens Rob belangrijk dat niemand kan zien dat je aan het flirten bent. “Ik zal nooit de initiatiefnemer zijn; dan is het direct einde verhaal. Ik ‘flirt’ met die mannen vooral door heel erg geïnteresseerd te zijn en door te vragen – maar niet door te zeggen dat ik ze leuk vind. Dat werkt averechts. Wat misschien ook scheelt is dat ik wat van de Marokkaanse cultuur en achtergronden weet. Ze weten dat ik ook geïnteresseerd ben in hun achtergrond en niet alleen in seks.”

Ook wanneer er eenmaal sprake is van een relatie, is het volgens Frits en Rob ‘not done’ om in het openbaar affectie te tonen. Frits: “Ook degenen met wie ik relaties heb gehad, zeg ik in bijzijn van anderen alleen gedag. Eén keer kwam de neef van één van m’n minnaars over uit Marokko – toen ik hem vriendschappelijk een tikje op de schouder gaf werd me dat erg kwalijk genomen.”

Een andere onuitgesproken afspraak is dat de allochtone partners het initiatief tot contact nemen. Rob: “Zij bellen, ik niet. Soms gaat het alleen om seks. Dan komen ze onverwacht, ‘toevallig’ langs, vaak zonder afspraak of ze bellen op het laatste nippertje.”

Tim heeft lange tijd een relatie gehad met de Turkse Hüseyin . Hüseyin is getrouwd, heeft twee kinderen en heeft een eigen klusbedrijf. Ook Hüseyin nam altijd het initiatief voor een afspraak. “Wanneer hij ergens buiten de stad alleen een klusje ging doen, belde hij me op of ik zin had mee te gaan. Vaak deed ik dat. Voor de buitenwereld was ik dan zijn hulpje. Een paar keer per jaar gingen we een weekendje weg. Dan namen we samen een hotelletje.”

Identiteit

In het Nederlandse of westerse model van homo-emancipatie is het belangrijk om uit de kast te kunnen komen. Voor een deel van de allochtone homo’s is dat emancipatiemodel volgens Rob ook van toepassing, maar voor een ander deel niet. Rob: “Ik ken een groepje Marokkaanse ondernemers. Ze kennen elkaar allemaal uit Marokko, hebben seksuele relaties met elkaar gehad en zijn nu allemaal getrouwd. En ze voelen zich daar prettig bij. Sommigen hebben nog steeds relaties met elkaar en ze gaan ook met Nederlandse mannen naar bed, maar homoseksualiteit is geen onderwerp. Ze doen ‘het’ maar ze lullen er niet over. Ze zijn tevreden met hun gezin; het gaat hun om vriendschappen met mannen en om ‘de daad’.”

Volgens het westerse homo-emancipatiemodel zouden deze mannen ongelukkig moeten zijn, omdat ze een belangrijk onderdeel van hun identiteit ontkennen, maar volgens Rob is dat niet zo. “Het voor ons traditionele identiteitsverhaal gaat niet altijd op. Natuurlijk zijn er grote groepen mannen en vrouwen die ongelukkig worden wanneer zij hun homoseksuele identiteit niet kunnen uiten, maar er blijken ook mensen te zijn die gelukkig zijn zonder die identiteit te uiten. Een aantal van mijn Marokkaanse partners zouden juist doodongelukkig worden als zij tot een coming-out geprest zouden worden.”

Rob: “Vroeger was ik zelf moraliserend en sprak ik ze belerend toe. Ik had medelijden met ze, omdat ze in mijn ogen een belangrijk deel van hun identiteit onderdrukten, maar ik drong niet echt tot ze door. Zij zagen het probleem niet en vonden mij eerder zielig.”

Rob denkt dat de meeste van deze mannen gelukkig zijn. Ze hebben vrouwen die maatschappelijk succesvol zijn. Sommigen hebben nog steeds relaties met mannen, anderen niet meer. Zij hebben nu medelijden met mij. Ze zien mij als een zielige 60-jarige man die het in het leven alleen moet doen.”

Tim bevestigt het verhaal van Rob. Tim: “Ik heb bij die mannen, en zeker bij Hüseyin, er vaak op aangedrongen dat ze een keuze maakten. Van Hüseyin hield ik erg veel en ik hou nog steeds veel van hem. Ik heb het hem moeilijk gemaakt. Ik heb hem gemanipuleerd, ik heb ontzettend zielig gedaan om hem te dwingen te kiezen, maar dat weigerde hij. Hij vond het fijn bij mij te zijn, maar wilde ook z’n gezin niet opgeven. Mijn vriend is gek op zijn kinderen en houdt ook van zijn vrouw.”

Volgens Tim is het niet helemaal juist om Hüseyin biseksueel te noemen. “Volgens onze westerse plaatjes wel en wanneer je het beperkt tot zijn seksuele handelen kun je hem natuurlijk ook biseksueel noemen, maar hij zal zichzelf nooit zo noemen. Het is voor hem gewoon geen optie. Homoseksualiteit is geen identiteit waar hij zich prettig bij voelt. Als je hem zou dwingen te kiezen, zal hij zichzelf hetero noemen. Seks is iets wat hij doet, net zoals hij bier drinkt, maar het is niet allesbepalend voor zijn identiteit. Voor mij is dat heel anders.”

Het gaat volgens Rob om een ander beeld en verwachtingspatroon van relaties. Rob verwerpt de suggestie dat mannen die niet voor hun homoseksuele identiteit uit willen komen dit alleen maar doen vanwege groepsdruk. “Groepsdruk speelt zeker wel een rol, maar ik ken ook genoeg mannen die bijzonder onafhankelijk zijn, financieel ook , maar die toch bewust voor een gezin kiezen. Zij vinden hun gezinsleven, nageslacht, belangrijker dan hun homoseksuele identiteit.”

Coming-out

Wagner, de partner van Frits, maakte een andere keuze dan de partners van Rob en Tim: Wagner besloot te scheiden van zijn vrouw en is gaan samenwonen met Frits. Volgens Frits heeft dat zeer waarschijnlijk te maken met het gegeven dat in Brazilië de emancipatie van homo’s de laatste jaren een enorme vlucht heeft genomen. Het is daar, zeker in liberale kringen, nu meer geaccepteerd wanneer mensen zich als homo presenteren. Frits: “In Brazilië hebben homostellen sinds kort bijna dezelfde rechten als heterostellen. Ook wordt er in de Braziliaanse media positiever over homo’s bericht en wordt er in soaps positieve aandacht besteed aan homoseksualiteit. Niet dat alles er nu top is: het blijft een macho-land waar ook nog veel homo’s mishandeld worden, maar er is wel een begin gemaakt.”

Frits is blij dat Wagner zijn keuze heeft gemaakt. “Ik had vroeger het gevoel dat hij zich voor me schaamde. Ik begreep wel dat het gecompliceerder lag, maar mijn leven met Wagner speelde zich alleen af in de schemering of in het donker. Nu leven we in de zon.”

Wagner betaalt wel een hoge prijs: hij heeft zijn kinderen sinds de scheiding niet meer gezien. Frits: “Zijn vrouw – en zeker haar familie – kan het moeilijk accepteren. Zijn vrouw voelt zich in haar eer aangetast, alsof ze geen goede vrouw zou zijn geweest. Ook vindt ze dat Wagner aan zijn kinderen het verkeerde voorbeeld geeft.”

Tim had ook wel een partner willen hebben die voor hem had gekozen. “Natuurlijk, had ik dat graag gewild. Hüseyin blijft mijn grote liefde. Met hem had ik graag oud willen worden.”

Voor Rob ligt dat anders: “Ik spreek wel eens Nederlandse mannen die met hun partner willen pronken, ze willen huisje-boompje-beestje, alles samen doen. Ik heb niet de behoefte mijn huidige Marokkaanse vriend aan mijn familie te tonen als mijn partner en het is ook het laatste wat hij zou willen. Hij is ook niet ongelukkig met deze situatie. Wanneer ik hem zou claimen, zou ik hem wel ongelukkig maken. Ik vind het zelf prima zo. Ik heb ooit zes maanden met iemand samengewoond. Ik werd daar gek van. Ik heb niet de angst dat ik alleen achterblijf. In sommige grote steden is een groot percentage van de bevolking alleenstaand. Je kunt beter gelukkig alleen zijn, dan ongelukkig met z’n tweeën en ik heb voldoende goede vrienden. Een paar dagen samen weg vind ik gezellig, maar dan is het ook wel mooi geweest.”

De namen in dit artikel zijn op verzoek van de geïnterviewden gefingeerd.

Ewoud Butter is redacteur van Republiek Allochtonie. Dit artikel is geschreven voor ACB Kenniscentrum en verschijnt in een serie over allochtonen en homoseksualiteit. Het is ook verschenen op het weblog van Ewoud Butter.

Meer artikelen over allochtonen en homoseksualiteit hier op Republiek Allochtonië.


Meer over emancipatie, ewoud butter, homo, homoseksualiteit.

Delen:

Reacties


lammert de jong - 26/01/2012 17:38

Een prima verhaal. Mensen maken keuzes maar hoeven zich niet in te delen volgens percepties van hoe het zou moeten.
You never know for sure; that's freedom.