Debat over vrijheid van meningsuiting staat stijf van de hypocrisie

In opinie door Ewoud Butter op 21-09-2012 | 12:42

Tekst: Ewoud Butter

Het debat over de vrijheid van meningsuiting staat vaak stijf van de hypocrisie.
De vrijheid die de ene groep voor zichzelf opeist, wordt vaak aan anderen niet gegund. Terwijl echte strijders voor de vrijheid van meningsuiting juist zouden moeten strijden voor het recht op meningsvrijheid van hun tegenstanders, hoe verwerpelijk ze die mening ook vinden.

“Beatrix is de grootste hoer van het land.“
Voor de helderheid: ik heb het over dat loopse teefje bij mij in de straat. Beatrix is een parmantig poedeltje met een flinke blonde kuif, die zich maar wat graag laat nemen door de mannetjes uit de buurt.
De poedel Beatrix mag ik voor hoer uitmaken. Daar kraait geen haan naar. Het wordt anders wanneer ik Hare Majesteit de Koningin een hoer noem. Dat kan me een celstraf van maximaal 5 jaar opleveren wegens majesteitsschennis.

“Het is een grove kapitalistische leugen dat Stalin 2 miljoen mensen in de Goelags heeft vermoord.” Dat mag ik schrijven. Ook kan ik de moord op een miljoen Indianen in Amerika ontkennen of het afslachten van 1,5 miljoen Algerijnen door de Fransen een leugen noemen. Er is geen officier van Justitie die me voor dergelijke uitspraken voor het gerecht zal slepen.
Wanneer ik de holocaust, het uitmoorden van 6 miljoen joden, daarentegen ontken, kan me dat zo een gevangenisstraf of anders een flinke geldboete opleveren.

Roos, mijn buurmeisje, is gek op Justin Bieber. Haar kamer hangt vol met posters van de jonge Canadese zanger. Bieber is een heilige voor haar. Ik vind Justin helemaal niets en het zou me weinig moeite kosten harde grappen over het idool van Roos te maken. Ik kan dat doen zonder strafbaar te zijn, maar ik zou Roos wel enorm kwetsen.

Buurman Fred, de vader van Roos, is gek op God. Over het idool van Fred kan ik ook harde grappen maken waarmee ik de buurman flink pijn zou doen. Formeel zou ik dan strafbaar zijn vanwege godslastering. De kans dat ik door een rechter wordt veroordeeld voor harde grappen over God is inmiddels klein geworden, maar wel groter dan dat ik veroordeeld zou worden vanwege het bespotten van Justin Bieber.

Je kunt blijkbaar beter iemand beledigen waarvan we zeker weten dat hij bestaat, dan iemand waarvan het bestaan door een groot deel van de mensheid betwijfeld wordt.

Ik zou ten slotte ook nog de spot kunnen drijven met Mohammed. Dat zou me een zelfde straf op kunnen leveren als grappen over God, maar ook dan is de kans op straf klein. Wel loop ik bij harde grappen over Mohammed een kans op een ander soort straf: namelijk bedreiging door enkele moslims die over weinig relativeringsvermogen beschikken en misschien menen dat hun God zichzelf niet kan verdedigen. Hoe klein deze groep moslims ook moge zijn, alleen al de moord op Van Gogh, de beveiliging van Wilders en Hirsi Ali, maken dat hun dreiging in Nederland als reëel wordt ervaren.

Ongelijk
Niet alle beledigingen zijn in Nederland gelijk. Deze ongelijkheid is soms wettelijk vastgelegd. Hare Majesteit krijgt meer bescherming dan een gewone burger, de holocaust ligt gevoeliger dan andere genocides en God is volgens de wetgever kwetsbaarder dan andere idolen.
In de juridische praktijk wordt Beatrix van Oranje overigens beter beschermd dan God. Terwijl bijna jaarlijks iemand wordt veroordeeld vanwege majesteitsschennis, is het al tijden geleden dat iemand straf kreeg vanwege godslastering. Bovendien staan er ook lagere straffen op godslastering dan op majesteitsschennis.

Hypocrisie
Het debat over de vrijheid van meningsuiting staat vaak stijf van de hypocrisie.
De vrijheid die de ene groep voor zichzelf opeist, wordt vaak aan anderen niet gegund. Terwijl echte strijders voor de vrijheid van meningsuiting juist zouden moeten strijden voor het recht op meningsvrijheid van hun tegenstanders, hoe verwerpelijk ze die mening ook vinden.

De praktijk is anders. Bijvoorbeeld, degenen die de islam een fascistische ideologie noemen, zoals Wilders doet, schreeuwen moord en brand wanneer diezelfde Wilders een fascist wordt genoemd.

De zelfverklaarde vrijheidsstrijders van de PVV zijn misschien wel de grootste hypocrieten. Zij openden ooit met de VVD met veel tamtam een vrijdenkersruimte. Er hing een groot bord met de beroemde uitspraak van Voltaire: 'Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht het te zeggen met mijn leven verdedigen.' In de ruimte stonden aanvankelijk vooral uitingen die te maken hadden gehad met islamitische censuur. Maar, toen er omstreden werk werd aangeboden waarin Geert Wilders werd bekritiseerd, was de PVV Voltaire vergeten en trok de partij zich terug uit het project.
De PVV had nota bene een voorbeeld kunnen nemen aan de Nederlandse Moslimomroep (NMO) die als enige publieke omroep Fitna wilde uitzenden (maar dat niet mocht van Wilders).

De vrijdenkersruimte sneuvelde in 2011 toen de VVD met gedoogsteun van de PVV regeerde. Afgelopen week werd de ruimte door onder andere Jesse Klaver (GroenLinks) heropend in het Eindhovense Van Abbemuseum.

Rituele dans
Het debat over de vrijheid van meningsuiting is vermoeiend, maar nog lang niet voorbij. Het is een rituele dans. Een provocerend bedoelde en smakeloze film als the Innocence of Muslims leidt tot een demonstratie waar betogers provocerend Mohamed Bouyeri en Ousama Bin Laden bejubelen, wat weer tot boze reacties van derden leidt. Vervolgens worden moslims, wat mij betreft ten onrechte, opgeroepen zich te distantiëren van radicale moslims, wat dan ook meestal gebeurt. Daarop worden weer artikelen over de vrijheid van meningsuiting geschreven. Zo houden we elkaar lekker bezig in afwachting van de volgende provocatie.

Kwetsen
Ik vind het van beschaving getuigen om mensen niet onnodig te kwetsen of te beledigen. Argumenten zijn meestal overtuigender dan scheldpartijen. Maar provoceren kan soms nodig zijn om een discussie te entameren en het doorbreken van taboes is niet alleen een vorm van humor, maar kan ook een motor van maatschappelijke en wetenschappelijke vooruitgang zijn.

Kwetsen is niet te voorkomen in een pluriforme samenleving waarin normen, waarden en leefstijlen flink met elkaar kunnen botsen. Soms doet dat pijn. Maar wrijving geeft ook glans. Zolang die wrijving maar plaats vindt op basis van debat en dialoog; op basis van argumenten in plaats van dreigementen.

Verbieden
Met verbieden los je niets op. Ik geloof dus niet in een verbod op godslastering en ook niet in het verbieden van majesteitsschennis of het ontkennen van de holocaust. Ik geloof ook niet in het verbieden van religies, boeken, films, religieuze kleding, radicale politici of radicale predikers.

Een sterke, pluriforme, democratische samenleving buigt niet voor dreigementen, maar staat pal voor de vrijheid van meningsuiting, ook als dat pijn doet.

De grens van de vrijheid van meningsuiting wordt wat mij betreft pas bereikt wanneer anderen in hun vrijheid worden beperkt. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het bedreigen van personen en bij het oproepen tot geweld.

Maar goed, dat is ook maar een mening.

 

Ewoud Butter is redacteur van Republiek Allochtonië. Dit stuk verscheen ook op zijn eigen weblog.

Meer artikelen over de vrijheid van mening op Republiek Allochtonië hier

 

Volg Republiek Allochtonië op twitter of like onze facebookpagina. Bezoekt u dit blog geregeld? Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.

 

 


Meer over ewoud butter, innocence of muslims, vrijheid van meningsuiting.

Delen:

Reacties


Jan Beerenhout azn - 22/09/2012 12:26

Beatrix tweemaal = majesteitsschennis vs godslastering. De ene Beatrix is de andere niet. Bij Wet hebben wij vastgelegd dat het beledigen van de Koning(in) -het Staatshoofd- strafbaar is, omdat de Koning(in) niet zich-/haarzelf kan verdedigen : het is dus vooral laf om de persoon aan te vallen, en voor het ambt dat je wil beledigen moet je bij iemand anders zijn. Het ware te leren dat God weliswaar beledigd kan worden. en gelovigen onfatsoenlijk bejegend kunnen worden, maar dat God/Allah eigen middelen in het hiernu- en hiernamaals heeft om dat te straffen - of niet = te vergeven.
In en land waar grondwettelijke vrijheid van godsdienst en grondwettelijke vrijheid van meningsuiting bestaat en gehandhaafd wordt voor en door iedereen, is het niet moeilijk om dagelijks beledigd te worden. Onfatsoen is alleen door fatsoen te bestrijden: erboven staan, en niet kwaad met kwaad (wraak) te vergelden..

.

Donutz - 22/09/2012 10:37

Inderdaad, de speciale wetgeving omtrent oa Majesteitsschennis en holocaust ontkenning is dan ook belachelijk. Men moet kunnen zeggen wat men wil (of je hier ook gebruik van moet maken is een tweede). Als iemands uitspraken een ander schade toebrengen of in gevaar brengen dan kun je naar de rechter stappen zodat die de afweging kan maken of iemand te ver is gegaan met zijn uitspraken.

Er zal voorlopig wel niks gebeuren, was het niet Rutte die eerst aangaf voor afschaffing van het verbod op holocaust ontkenning te zijn maar toen weer snel terugkrabbelde? Het ontkennen van een feitelijke gebeurtenis is natuurlijk achterlijk en zelfs abject maar moet kunnen. Ik moet kunnen zeggen dat de aarde plat is en mijn huisdier de reincarnatie van een oppergod is en de kerk/moskee/... een achterlijke afgod aanbidden. Daar is opzich niets mis mee, ook al zou een normaal mens niet moetwillig andere willen kwetsen en vernederen.

Bernadette - 21/09/2012 13:25

Goed gesproken!