Leefbaar Rotterdam en CDA willen opnieuw onderzoek naar beïnvloeding van Turkse Nederlanders

In achtergronden door Ewoud Butter op 16-10-2017 | 07:27

De Rotterdamse coalitiepartijen Leefbaar Rotterdam en CDA willen een uitgebreid onderzoek naar de 'lange arm van Ankara' in Rotterdam. Turkse Nederlanders zijn de afgelopen 20 jaar al vaker onderwerp van onderzoek geweest.

Het Rotterdamse onderzoek moet duidelijk maken in hoeverre Turks-Rotterdamse organisaties worden aangestuurd vanuit Turkije, zowel financieel als ideologisch. Dat schrijft het AD

Volgens Leefbaar-raadslid Tanya Hoogwerf gaat de integratie van 50.000 Rotterdammers met een Turkse achtergrond niet vooruit maar achteruit. ,,De hamvraag is: hoe komt het toch dat de Erasmusbrug volstaat met derde generatie migrantenkinderen die massaal roepen: 'Erdogan is onze leider'? Als we dat willen begrijpen, en er iets aan willen doen, moeten we een duidelijk beeld hebben van de lange arm van Ankara.''

Hoogwerf in het AD: ,, Het is niet goed dat wij al gemeente clubs als Milli Görüs en Diyanet (verbonden aan het Turkse ministerie van geloofszaken, red.) nog steeds zien als eerste gesprekspartners. Van deze inmenging zijn veel Turkse Rotterdammers ook niet gediend, zij willen hier gewoon in rust kunnen leven. Ook aan hen moeten we laten zien dat we dit niet dulden.'' 

Niet het eerste onderzoek naar Turkse Nederlanders


Een kort overzicht van onderzoeken van de afgelopen twintig jaar naar Turkse Nederlanders, integratie en de Lange Arm

  • Minister Dijkstal (VVD) liet de Tweede Kamer in april '97 weten dat hij de Binnenlandse Veiligheidsdienst onderzoek zou laten doen naar extremisme binnen de Turkse en Koerdische gemeenschappen.De BVD en haar opvolger AIVD bleven in de jaren daarna vooral de PKK volgen.
  • Later dat jaar publiceerden de journalisten Stella Braam en Mehmet Ulger hun boek Grijze Wolven. Minister Dijkstal liet hierop weten dat de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) ging controleren of Turkse organisaties in Nederland de integratie van hun landgenoten belemmerden. De minister kondigde verder aan zelf contact op te nemen met de Turkse regering om ongewenste beinvloeding vanuit Turkije tegen te gaan. 
  • In 1998 schreef de BVD in het jaarverslag over 1997:  "De, weliswaar niet openlijk beleden, doelstelling van onder andere de nationalistische Grijze Wolven staat haaks op het integratiebeleid van de Nederlandse overheid."
  • De BVD sprak in haar jaarrapport over 1998 de verwachting uit dat er op korte termijn  geen radicalisering van de Milli Görüs-beweging te verwachten zou zijn.
  • Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) concludeerde in 2001 onder andere dat Turkse Nederlanders een gesloten groep vormen. 
  • In 2006 werd op verzoek van de Tweede Kamer door het IMES (Universiteit van Amsterdam) onderzoek naar Milli Görüs gedaan.Er werd geen bewijs voor aansturing vanuit Duitsland plaats vond. Daaruit bleek dat ‘de AIVD geen concrete aanwijzingen [heeft] dat de Gülen-beweging niet integratief zou zijn of betrokken zou zijn bij steun aan terrorisme of religieuze radicalisering’.
  • In 2008 liet minister Ella Vogelaar de AIVD onderzoek naar de Gülenbeweging doen. Daaruit bleekdat ‘de AIVD geen concrete aanwijzingen [heeft] dat de Gülen-beweging niet integratief zou zijn of betrokken zou zijn bij steun aan terrorisme of religieuze radicalisering’.
  • In januari 2009 kwam raadslid Fähmel (Leefbaar Rotterdam) waarin ze stelde dat Gülenbeweging gevaarlijk zou zijn. 
  • Daarop vroeg de Tweede Kamer minister Eberhard van der Laan om een onderzoek dat werd uitgevoerd door Martin van Bruinessen. Deze concludeerde dat er geen sprake was van een dubbele agenda, maar dat de Gülenbeweging wel transparanter moest worden
  • In 2011 publiceerden Turks-Nederlandse professionals een manifest waarin ze hun zorgen bekend maakten over Turks-Nederlandse jongeren. Het leidde uiteindelijk tot een uitgebreide onderzoeksopdracht aan het WODC. 
  • In 2012 werd in het rapport ‘Dichter bij elkaar?’ van  het SCP geconcludeerd dat de Turkse gemeenschap in vergelijking met andere minderheidsgroepen meer in zichzelf is gekeerd. Politici spraken naar aanleiding van het rapport over ‘parallelle samenlevingen’.
  • Zomer 2014 publiceerde WODC het rapport: maatschappelijke positie van Turkse Nederlanders en risico's op radicalisering. Het WODC concludeerde onder andere dat de geleidelijke inhaalslag waar Turkse Nederlanders ontegenzeggelijk mee bezig zijn het beeld van een zorgwekkende toestand in hun maatschappelijke positie niet bevestigt. Ook zou het extremistisch gedachtegoed onder Turkse Nederlanders nauwelijks weerklank vinden. 
  • In de zomer van 2014 kwam het onderzoek van Thijl Sunier en Nico Landman naar Turkse Islamitische Stromingen en Organisaties (TRSO’s). Zij concludeerden dat TRSO’s een integraal onderdeel van de samenleving zijn en dus geen parallelle samenleving(en) vormen. Ze stelden daarnaast dat er zeker actieve bemoeienis met Nederlandse aangelegenheden vanuit Turkije is.
  • In het najaar 2014 volgde een peiling van Forum/Motivaction waaruit zou blijken dat veel Turkse jongeren sympathie voor IS zouden hebben;
  • Onderzoeksbureau Labyrinth onderzocht in juni 2015 de peiling van Motivaction en concludeerde dat er "een aantal serieuze tekortkomingen” zaten in “de opzet en uitvoering van het onderzoek door Motivaction”.
  • Het SCP concludeerde in het rapport Werelden van Verschil in december 2015 dat 2% van de Turkse jongeren (net als 2% van de autochtone jongeren) begrip heeft voor jongeren die voor IS gaan vechten. Uit het onderzoek bleek ook dat veel jongeren van Turkse en Marokkaanse komaf zich geen onderdeel voelen van de Nederlandse samenleving.
  • Na de mislukte Turkse coup van 15 juli 2016 werd besloten tot een hoorzitting met Turkse organisaties in Nederland. Daarin zou duidelijk moeten worden welke financiële banden die organisaties hebben met Turkije. Na een debat in de Tweede Kamer over de Turkse coup werd een motie aangenomen waarin het het kabinet werd gevraagd een einde te maken aan het financieren van moskeeën door de Turkse regering.
  • Op 10 oktober 2016 vond de hoorzitting plaats. Naar aanleiding van de hoorzitting nam de Tweede Kamer een motie van VVD, SP en D66 aan om niet meer het gesprek aan te gaan met Turks-Nederlandse organisaties
  • Op 5 juli stuurde Asscher het rapport 'Wat zijn dat nou voor clubs'?, het onderzoek van Radar Advies, naar de TRSO's. Radar Advies concludeerde dat er geen aanwijzing is  dat de TRSO's de integratie zouden belemmeren of de participatie van hun achterban in de Nederlandse samenleving zouden frustreren.Jasper Van Dijk (SP) liet al weten dat dieper onderzoek nodig is.
  • In oktober 2017 lieten Leefbaar Rotterdam en het Rotterdamse CDA weten dat onderzoek duidelijk moet maken in hoeverre Turks-Rotterdamse organisaties worden aangestuurd vanuit Turkije, zowel financieel als ideologisch. 

Kijk voor een uitgebreidere beschrijvig van deze onderzoeken hier


Meer over leefbaar rotterdam, onderzoek, rotterdam, turkse nederlanders.

Delen: