Jubileumnummer NCTV blijft focussen op ‘salafisme en jihadisme’

In achtergronden door Roemer van Oordt op 02-07-2019 | 19:09

De Nationale Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) heeft in het vorige week verschenen 50ste Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN50) vooral weer veel aandacht voor nationale en internationale ontwikkelingen rondom het salafisme en jihadisme. Steen in de vijver....is het niet een beetje naïef om de dreiging die uitgaat van extreemrechts af te doen als daden van ‘lone actors’ en provocerende, maar onschuldige acties van kleine groepjes actievoerders? En trok de coördinator niet te snel vergaande conclusies in twee recente zaken; het tramincident in Utrecht en het Cornelius Haga Lyceum?

Jihadisme
Meer dan driekwart van het vorige week verschenen 50ste dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN50) handelt over salafisme en vooral over jihadisme De NCTV spreekt van een diffuus beeld. Aan de ene kant zijn ISIS - zeker na het einde van het fysieke ‘kalifaat’ - en AL-Qaida aanzienlijke verzwakt en is het aantal aanslagen sinds oktober 2017 sterk afgenomen. Maar aan de andere kant heeft ISIS nog altijd de intentie aanslagen te plegen tegen het Westen, zowel via eigen netwerken (ISIS is nog altijd met duizenden strijders en sympathisanten aanwezig in zowel Syrië als Irak en beschikt over forse financiële reserves)  als netwerken van sympathisanten en blijft in staat om de mondiale jihadistische beweging te mobiliseren; denk daarbij bijvoorbeeld aan de terroristische aanslagen in Sri Lanka. De internationale jihadistische dreiging gaat, zo zegt de dienst, niet alleen uit van klassieke ISIS of al Qaida netwerken, maar ook van al dan niet door hen geïnspireerde individuen en losse jihadistische netwerken (van eigen bodem) met internationale connecties.

Nederland
Het dreigingsbeeld blijft hetzelfde en is substantieel (niveau 4) In Nederland zijn de aanslag in Utrecht en de aanhoudingen van personen met jihadistisch-terroristische intenties voor de NCTV concrete voorbeelden van deze reële dreiging. De NCTV karakteriseert de ‘jihadistische’ beweging In Nederland als onrustig en intern verdeeld, maar stabiel in omvang. De beweging zou bestaan uit ‘enkele honderden personen en heeft enkele duizenden sympathisanten’. Hoe de dienst aan die – overigens erg brede - inschatting komt en wie er daarbij aan welke definitie of wat voor soort criteria voldoet, blijft uitermate vaag. Meer precies is de NCTV over andere relevante cijfers. Er bevinden zich, weet de coördinator, per 1 juni in Syrië en Turkije - in opvangkampen, bij al Qa’ida gelieerde groeperingen of elders - nog 155 Nederlandse uitreizigers en ten minste 200 kinderen. Het aantal gesneuvelden bedraagt 90; terugkeerders zijn er slechts 60. mede door financiële barrières.



Gevaar uitreizigers, transnationale contactennetwerken
ISIS-aanhangers die na het uiteenvallen van het ‘kalifaat’ in detentie of opvangkampen in de regio terecht zijn gekomen, blijken volgens de NCTV vaak nog altijd overtuigd van het ISIS-gedachtegoed, waardoor er blijvend dreiging van uitgaat. Contacten tussen uitreizigers en achterblijvers dragen volgens de NCTV ‘bij aan verdere inbedding van het jihadistisch gedachtegoed in het Westen en leiden mogelijk tot verdere netwerkvorming van Europese jihadisten die het voormalig strijdgebied zijn ontvlucht’. Transnationale netwerken kunnen daarom een dreiging in de regio maar ook tegen Europa blijven vormen. Online en offline worden heftige discussies waargenomen in jihadistische kringen die vooral gaan over de toepassing van takfir (verkettering) en die een bredere discussie binnen de globale jihadistische beweging weerspiegelen. Er zijn overigens, zegt de coördinator, sinds juli 2017 geen nieuwe uitreizen vanuit Nederland naar jihadistisch strijdgebied waargenomen.

Rechts-extremisme
Er is in DTN 50 ook aandacht voor rechtsextremisme. De rechts-terroristische aanslag op twee moskeeën in Nieuw-Zeeland heeft vanwege de aard, ernst en omvang een wereldwijde uitstraling, zegt de coördinator. De ideologische achtergrond van de aanslagpleger sluit volgens de NCTV aan bij de eerder geconstateerde populariteit van het rechts-populisme en het rechtsextremisme in Europa en de toenemende dreiging die de laatste jaren internationaal uitgaat van rechts-terroristische kleine cellen en eenlingen. De ideologische variëteit binnen het rechts-extremisme (neonazisme, counter-jihad beweging, identitaire beweging) en de toenemende invloed van alt-right gekoppeld aan het ontstaan van een internationale parallelle online-wereld met een eigen beeldtaal en radicaliserend discours, kwam tot uitdrukking tijdens de aanslag in Nieuw-Zeeland van een dader die werd geïnspireerd door een breed palet aan rechtsextremistische (online) ideeën. De NCTV schat in dat deze daad de komende jaren verschillende groepen in de rechtsextremistische scene blijven aanspreken en dat het gevaar van ‘copycat gedrag’ in Europa en Nederland is vergroot.

De coördinator stelt echter we dat In vergelijking met de ons omringende landen de geweldsdreiging vanuit de Nederlandse rechtsextremistische scene minder groot is. Terroristische geweldsincidenten kunnen, zegt de dienst, wel een trigger vormen voor (terroristische) gewelddadige tegen- of vergeldingsacties. Zo pleegde drie dagen na de rechts-terroristische ‘aanslag in Christchurch een Nederlander van Turkse komaf (Gökmen T.) in een tram in Utrecht een ‘vermoedelijk terroristisch gemotiveerde aanslag tegen Nederlandse burgers’.  Dat terroristische karakter zou, zegt de dienst, kunnen blijken uit het gebruik van geweld, het doelwit en de slachtoffers - willekeurig gekozen Nederlandse burgers en wordt gesterkt door berichtgeving in de media over een religieus getint briefje dat de verdachte in zijn auto achterliet en door ooggetuigenverslagen dat de dader ‘Allahu Akbar’ zou hebben geroepen. Tijdens de zitting in de rechtbank in Utrecht van gisteren gaf Gökmen T. - die geen advocaat wil omdat hij ‘deze wetten en democratie niet erkent’ – aan dat hij zijn daad beging ‘omdat jullie moslims doden’.

De Nederlandse rechts-extremistische scene wordt volgens de NCTV gekenmerkt door fragmentatie, zwak leiderschap, persoonlijke animositeit en het ontbreken van een consistente organisatievorm. Maar ook binnen de Nederlandse context waarschuwen AIVD en NCTV voor rechts-terroristische eenlingen die online kunnen worden geactiveerd door het steeds agressiever en opruiender internationale internetdiscours waarvan onder andere alt-right zich steeds vaker bediend. Kleine rechts-extremistische groeperingen – lees Pegida, Identitair Verzet en rechts in verzet - zijn vooral actief met intimiderende en radicale acties waarmee ze voor onrust zorgen binnen moslimgemeenschappen. Verdiepend onderzoek van onder meer het Verwey Jonker Instituut, de Anne Frank Stichting en rapporten van de AIVD geeft echter een verontrusterender beeld, vooral over het steeds salonfähiger wordende gedachtegoed, al dan niet met (impliciet dan wel openlijk) gewelddadige karater. Het 50ste dreigingsbeeld van de NCTV heeft daarmee opnieuw te weinig oog voor de de groei van en het gevaar op geweld uit extreemrechtse hoek.

Salafisme en het Cormelius Haga Lyceum
In een verontrustende passage blijft de NCTV vasthouden aan het eigen gelijk bij de ‘verstoring van het Cornelius Haga lyceum in Amsterdam. Dat getuigt helaas van weinig inzicht. Zoals ik eerder aangaf leidde de actie van de veiligheidsdiensten - anders dan in eerste instantie door de diensten zelf en veel media werd beweerd - juist tot méér, niet tot minder steun voor het Haga vanuit de (georganiseerde) Nederlandse moslimgemeenschappen. De steeds weer naar voren gebrachte weerstand kwam vanuit beperkte hoek, bestond deels uit seculiere (lees niet-islamitische) organisaties of had legitiem, maar aantoonbaar eigen belang. Het gros van de partijen die in Amsterdam - als ze er al waren - om tafel zat, sloot zich niet eens aan bij een verklaring die in het belang van de leerlingen aan de leiding van de school vroeg zich, al dan niet tijdelijk, terug te trekken.

Veel van de weerstand die er juist ook binnen de ‘eigen’ gemeenschap was tegen (de leiding van) de school, en die vóór al deze heisa en de harde roep uit Tweede Kamer en gemeenteraad om sluiting nota bene veelvuldig werd uitgesproken, verdween juist door de ‘verstoring’. Het draagvlak voor de school is als gevolg aantoonbaar toegenomen. De behoefte aan een verbreding van het aanbod van islamitisch voortgezet onderwijs  is  - anders dan de NCTV beweerd - vooral het gevolg van de manier waarop het ministerie van Onderwijs tot nu toe de behoefte bepaald (regionaal, niet stadsdeelgericht). Kortom, de feiten zijn anders dan de signalen die de NCTV hier afgeeft.

Opvallend is ook dat de NCTV  ‘salafistische aanjagers’  verwijt ‘de verstoring’ van het Haga te framen als  ‘een aanval op de islam’ door te beweren dat ‘de overheid structureel anti-islammaatregelen implementeer om het minderheden onmogelijk te maken hun grondrechten uit te oefenen’. Voor dat oordeel hebben we helaas geen ‘salafistische aanjagers’ meer nodig. Dat gevoel leeft onder steeds bredere lagen van de moslimgemeenschappen en andere minderheidsgroepen in Nederland.  De NCTV zou er goed aan doen te stoppen met het over de hoofden van een hele (school)gemeenschap uitstorten van een berg zeer belastende informatie, waarvoor het bewijs blijft hangen in veiligheids-gestuurde algemeenheden, vage signalen, vooringenomen stellingen of zelfs een misschien wel gewenste, maar onjuiste weergave van de gang van zaken. Dat leidt hoe dan ook tot polarisatie en afname van vertrouwen in de overheid.


Lees ook:

Meer over de NCTV

Wilt u dat Republiek Allochtonië blijft bestaan? Waardeert u ons vrijwilligerswerk? We kunnen uw steun goed gebruiken. U kunt Republiek Allochtonië steunen en een klein (of groot) bedrag doneren (nu ook via I-deal)


Neem een abonnement op onze dagelijkse nieuwsbrief: Subscribe to Republiek Allochtonië by Email

 

 

Delen: